Gepubliceerd op maandag 20 februari 2012
IT 688
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Uitspraak ingezonden door Hendrik Struik, CMS.

Blijvende onmogelijkheid niet geschikte software

Hof Amsterdam 14 februari 2012, zaaknr. 200.068.692/01 (Waterdrinker tegen  SAP Nederland B.V.)

Tussenarrest na IT 54. Waterdrinker is een internationale handelaar in kamer- en tuinplanten. SAP ontwikkelt, levert en onderhoudt bedrijfsmatige software. Zij hebben een overeenkomst tot het leveren van een  geïntegreerd computersysteem, echter gaandeweg is ingezien dat deze software niet geschikt was. Een tweede poging en een derde poging volgen. In hoger beroep komt aan de orde: Blijvende onmogelijkheid en de voorwaarden voor het intreden van verzuim.

Het bezwaar van Waterdrinker is er kennelijk op gericht dat de term "testcases" mogelijk suggereert dat sprake was van formele testen in het kader van de oplevering van het systeem. Er is echter geen aanwijzing dat de rechtbank de term in die zin heeft opgevat.

Blijvende onmogelijkheid
3.8. Het hof is van oordeel dat in het onderhavige geval van blijvende onmogelijkheid kan worden gesproken indien komt vast te staan dat met de basisstructuur van de tot dan toe door SAP ontwikkelde software in het geheel geen redelijk werkbaar systeem voor de bedrijfsvoering van Waterdrinker valt te bereiken. Dat in dat geval met fundamentele wijzigingen (bijvoorbeeld door de ontwikkelde software geheel of voor een belangrijk deel te vervangen) en in verband daarmee (veel) extra tijd mogelijk alsnog zou  kunnen worden nagekomen, is hie zonder belang. SAP heeft niet betoogd dat zij zou kunnen nakomenn door het systeem alsnog fundamenteel te wijzigen, maar zij heeft zich integendeel steeds op het standpunt gesteld dat het systeem deugdeleuk was. Uit haar stellingen kaan niet worden afgeleid dat zij, als haar een termijn zou zijn gestel, iets anders zou hebben gedaan dann het verder afbouwen van het systeem op de bestaande basis. Indien het systeem in de basis ondeugdelijk mocht blijken in de hiervoor bedoelde zin, zou onder die omstandigheden een eventueel beroep van SAP op het niet absolute karakter van de mogelijkheid naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar moeten worden geacht.

Deskundige wordt gevraagd
3.10. Het hof heeft behoefte aan deskundige voorlichting over de vraag of sprake was van blijvende onmogelijkheid in de onder 3.8 bedoelde zin.

Meer dan de oplevering van een computersysteem
3.13. (...) Daarbij dient te worden bedacht dat de overeenkomst tussen partijen tot meer verplicht dan alleen de oplevering van een computersysteem dat aan de overeengekomen eisen voldoet, maar tevens (aan beide zijden) inspanningsverbintenissen meebrengt om de ontwikkeling en implementatie van het systeem zo goed mogelijk te laten verlopen en (aan de zijde van SAP) de verplichting om de afspraken over de (maximale) financiële vergoeding na te komen. De opeisbaarheid van deze verbintenissen varieert per verbintenis.