Gepubliceerd op dinsdag 15 maart 2016
IT 2010
Rechtbank ||
2 mrt 2016
Rechtbank 2 mrt 2016, IT 2010; ECLI:NL:RBGEL:2016:1328 (MFE Machining & Construction tegen Buderes Edelstahl), https://www.itenrecht.nl/artikelen/battle-of-the-forms-niet-in-internationale-handel-ongebruikelijk

Battle of the forms niet in internationale handel ongebruikelijk

Rechtbank Gelderland 2 maart 2016, IT 2010; ECLI:NL:RBGEL:2016:1328 (MFE Machining & Construction tegen Buderes Edelstahl)
Internationale overeenkomst. Beide partijen hanteren algemene voorwaarden. Battle of the forms. Nederlands recht van toepassing. Artikel 6:225 lid 3 BW. Verweer dat deze regeling niet aansluit bij hetgeen in internationale handel gebruikelijk is wordt verworpen. De rechtbank verklaart voor recht dat uitsluitend de Orgalime voorwaarden van toepassing zijn op de tussen partijen gesloten overeenkomsten en niet de inkoopvoorwaarden van Buderus.

 

7.8. Buderus heeft ter comparitie aangevoerd dat de eisen van een hanteerbaar internationaal handelsverkeer met zich brengen dat de regel van artikel 6:225 lid 3 BW in internationale transacties niet geldt, omdat in internationale verhoudingen meestal geldt dat ingeval van battle of the forms alleen die voorwaarden uit de beide sets voorwaarden die onderling niet tegenstrijdig zijn gelden (knock-out-theorie). Dit geldt niet alleen in het Duitse recht, maar ook op grond van artikel 2:209 van de Principles of European Contract Law en artikel 2:22 van de Unidroit Principles for International Commercial Contracts. Buderus kan als Duitse partij van de uitzonderlijke Nederlandse regeling van artikel 6:225 lid 3 BW niet op de hoogte zijn. Dit is alleen al voldoende grond om artikel 6:225 lid 3 BW in deze buiten beschouwing te laten, aldus nog steeds Buderus.

7.10. In de lidstaten van de Europese Unie alsmede in de landen die aangesloten zijn bij het Weens Koopverdrag worden diverse uitgangspunten gehanteerd in geval van battle of the forms. In de Nederlandse rechtspraak is in zaken waarin het Weens Koopverdrag van toepassing is ingeval van battle of the forms aansluiting gezocht bij de hiervoor onder 7.8 weergegeven regeling in artikel 2:209 van de Principles of European Contract Law en artikel 2:22 van de Unidroit Principles for International Commercial Contracts. Dit is mogelijk omdat het Weens Koopverdrag geen speciale regeling biedt voor de battle of the forms en deze lacune moet worden ingevuld door toepassing van de algemene beginselen waarop het verdrag is gebaseerd, waarbij gebruik kan worden gemaakt van de beide hiervoor vermelde Principles. Nu het Weens Koopverdrag in deze niet van toepassing is, kan de Nederlandse rechter geen aansluiting zoeken bij bedoelde Principles, omdat de Nederlandse wet een regeling geeft voor de battle of the forms. Het mag dus zo zijn dat de huidige regeling, zoals in de literatuur wel wordt aangevoerd, niet goed is afgestemd op de dagelijkse praktijk van het internationaal handelsverkeer, maar dat laat onverlet dat artikel 6:225 lid 3 BW in geval dat uitsluitend Nederlands recht van toepassing is, op dit moment de geldende regel is. Het is aan de wetgever van de Europese Unie om in deze tot een in de Europese Unie uniforme regeling te komen. In dit verband wordt gewerkt aan de totstandkoming van een Europees Burgerlijk Wetboek. De Principles of European Contract Law, die ter voorbereiding van voormeld wetboek zijn ontworpen, hebben niet de status van Europese wetgeving.