DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op dinsdag 1 maart 2016
IT 1997
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Computercode is nog geen broncode

SGOA arbitraal kort geding 5 januari 2012, IT 1997 (computercode, broncode en verlaagde bankgarantie)
Arbitraal vonnis ingezonden door Heleen van Beugen, SGOA. Klant is een centrale productherstel-organisatie. In de Incidentele Memorie betoogt leverancier dat de gang naar de overheidsrechter prevaleert boven SGOA-arbitrage. En dat het Scheidsgerecht ook niet over de verlaging van de bankgarantie gaat, omdat de overheidsrechter bevoegd is verklaard. De Klant vordert afgifte van de volledige computercode van het Software-systeem. In de overeenkomst is een rangregel opgenomen, dus de SGOA is bevoegd. Ook met betrekking tot de bankgarantie, dat ziet op een geschil tussen bank en één der partijen, is de SGOA bevoegd.

Het had voor de hand gelegen dat art. 4.5 het begrip computercode had verduidelijkt – bijvoorbeeld door na computercode te bepalen: ‘daaronder begrepen object code, broncode, voorbereidend materiaal, documentatie (…)’. Dit is niet gebeurd. Naar het voorlopig oordeel van het Scheidsgerecht zijn broncode en computercode niet twee exact dezelfde begrippen. Tot slot volgt het Scheidsgerecht niet KLANTs’ stelling dat partijen overeenstemming zouden hebben bereikt over de verlaging van de bankgarantie. Het staat LEVERANCIER vrij om in een discussie over verlaging van de bankgarantie nieuwe eisen te stellen. Nu dat nog steeds nota’s niet tijdig zijn betaald, is het op voorhand niet onbegrijpelijk dat LEVERANCIER aan haar medewerking de voorwaarde van betaling van een hogere boeterente heeft gekoppeld.

Het Scheidsgerecht wijst de vorderingen van klant jegens leverancier af.

5.6. Naar het voorlopig oordeel van het Scheidsgerecht bestaat er twijfel over de reikwijdte van het begrip computercode als bedoeld in de Overeenkomst. [KLANT] kan worden toegegeven dat afgifte van de object code van het Software-systeem onvoldoende is, indien [KLANT] deze door een derde wenst te (doen) onderhouden, corrigeren of te wijzigen. [LEVERANCIER] kan worden toegegeven dat art. 4.5 een opmerkelijke bepaling is in het licht van de bepaling in art. 4.4, dat [KLANT] de mogelijkheid geeft de meest recente versie van de broncode c.a. van het Software-systeem c.a. bij de [naam] agent van partijen op te vorderen, onder meer in het geval [LEVERANCIER] haar contractuele verplichtingen niet nakomt. Aan de door [KLANT] overgelegde verklaring van [naam] (productie 13 Akte wijziging eis) kent het Scheidsgerecht geen zelfstandige betekenis toe. Een zeer globaal onderzoek levert geen onderbouwing op van de stelling dat onder computercode altijd tevens broncode dient te worden verstaan. Het had voor de hand gelegen dat art. 4.5 het begrip computercode had verduidelijkt – bijvoorbeeld door na computercode te bepalen: ‘daaronder begrepen object code, broncode, voorbereidend materiaal, documentatie (…)’. Dit is niet gebeurd. Naar het voorlopig oordeel van het Scheidsgerecht zijn broncode en computercode niet twee exact dezelfde begrippen.

5.15. Tot slot volgt het Scheidsgerecht niet [KLANT]’ stelling dat partijen overeenstemming zouden hebben bereikt over de verlaging van de bankgarantie. Het staat [LEVERANCIER] vrij om in een discussie over verlaging van de bankgarantie nieuwe eisen te stellen. Nu [KLANT] niet heeft betwist dat zij nog steeds nota’s van [LEVERANCIER] niet tijdig betaalt, is het op voorhand niet onbegrijpelijk dat [LEVERANCIER] aan haar medewerking de voorwaarde van betaling van een hogere boeterente heeft gekoppeld.