Gepubliceerd op dinsdag 10 oktober 2017
IT 2369

De bescherming van persoonsgegevens: acht Europese landen vergeleken

De bescherming van persoonsgegevens: acht Europese landen vergeleken, bijlage bij Kamerstukken II 2017/18, 32761, 115. De Tweede Kamer heeft een rechtsvergelijkend onderzoek naar de bescherming van persoonsgegevens in acht verschillende Europese landen gepubliceerd. Wanneer de positie van Nederland wordt vergeleken met de andere onderzochte landen, kunnen de volgende conclusies worden getrokken:

  • Nederlanders vertonen (m.b.t. de bescherming van hun persoonsgegevens) een hoge mate van bewustzijn en zelfredzaamheid.
  • Tegelijkertijd is er een lage bezorgdheid/hoge mate van acceptatie en berusting.
  • In Nederland is ruime aandacht voor de bescherming van persoonsgegevens in het politieke debat en in de media.
  • Nederland loopt (met Duitsland) voorop met de meldplicht datalekken.
  • De budgetten, invloed en bekendheid van burgerrechtenorganisaties in Nederland zijn beperkt.
  • Nederland behoort tot de koplopers wat betreft Privacy Impact Assessments, maatschappelijk debat en informatiecampagnes.
  • Op het gebied van wet- en regelgeving zijn de verschillen tussen de onderzochte landen niet groot.
  • Het aantal privacyfunctionarissen lijkt in Nederland achter te blijven in vergelijking met andere landen.
  • Voor de beveiliging van persoonsgegevens zijn er wel richtlijnen in Nederland, maar de toezichthouder biedt geen certificering of keurmerk zoals in andere landen.
  • Transparantie is in alle onderzochte landen laag.
  • Het budget en het aantal medewerkers van de Nederlandse toezichthouder loopt in de pas met andere landen.
  • Boetebevoegdheden van de Nederlandse toezichthouder lopen Europees gezien in de pas.
  • De Autoriteit Persoonsgegevens onderhoudt (op individueel niveau) nauwelijks een dialoog met degenen op wie toezicht wordt gehouden en doet nauwelijks aan klachten behandelen.
  • De Nederlandse toezichthouder is goed bekend bij burgers.