Gepubliceerd op dinsdag 10 november 2015
IT 1916
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Deskundige benoemen in mislukt complex ICT-opdracht van ziekenhuis

Hof 's-Hertogenbosch 3 november 2015, IT 1916; ECLI:NL:GHSHE:2015:4428 (Tweesteden Ziekenhuis tegen Alert c.s.)
Mislukte complexe ICT-opdracht van een ziekenhuis. Tussenuitspraak met afbakening van de geschillen en een voornemen tot deskundigenonderzoek. In het najaar van 2007 neemt TsZ het besluit om het bestaande ICT-systeem van het ziekenhuis te gaan vervangen door een modern, ‘3e generatie’ Elektronisch Patiënten Dossier (EPD). In deze zaak gaat het, kort gezegd, om een mislukt project inzake de levering en implementatie door Alert c.s. van een ziekenhuisinformatiesysteem en elektronisch patiëntendossier (EPD).

Het hof acht het gewenst vooraf op te merken dat het uit de stukken, maar ook ambtshalve, ermee bekend is dat verwante geschillen, betreffende drie andere ziekenhuizen en een ziekenhuisapotheek, aanhangig zijn gemaakt. In de zaak van de Stichting Jeroen Bosch Ziekenhuis tegen Alert c.s. heeft dit hof (in een andere samenstelling) op 17 februari 2015 een tussenarrest gewezen (IT 1704; ECLI:NL:GHSHE:2015:480). Het gaat hier niet om één opdracht van meerdere ziekenhuizen, noch om overeenkomsten met Alert c.s. die in samenhang met elkaar zijn aangegaan. Dit brengt mee dat de onderhavige zaak op haar eigen merites beoordeeld dient te worden.

3.11.3. De deskundigen zal worden gevraagd om, in acht nemende hetgeen hiervoor als beoordelingsmomenten werd aangestipt in ieder geval de volgende vragen te beantwoorden, althans gezichtspunten te geven omtrent deze kwesties:
- hoe beoordeelt u, vanuit uw eigen deskundigheid, het verloop van het project?
- wilt u aangeven wat voor u de cruciale momenten zijn geweest van het project en op welke van die momenten niet adequaat (genoeg) is gehandeld;
- is naar uw oordeel, met name door Alert c.s., voldoende voortvarend aan het project gewerkt en zo dit niet het geval was, op welke momenten had correctie dienen plaats te vinden?
- wat had moeten gebeuren om het project op het overeengekomen tijdstip Go-life te laten gaan en hoe beoordeelt u de kans dat die datum gehaald had kunnen worden?
- welke partij heeft op welke momenten ‘steken laten vallen’ en hoe cruciaal is dat geweest voor de voortgang van het project?
- in hoeverre schort het aan de benodigde samenwerking tussen partijen? Is de mogelijke vertraging in de uitvoering mede te wijten aan onvoldoende input aan de zijde van TsZ?
- de discussie tussen partijen lijkt te zijn geëscaleerd onder invloed van onenigheid over de financiering van het project (zie de feitenvaststelling onder 2.26 e.v.). Wat zijn volgens de deskundigen de gevolgen voor de voortgang van het project geweest?
- is een aangepaste medicatiemodule een vereiste voor een behoorlijk functioneren of kon worden volstaan met de bestaande functionaliteit?
- welke ter zake dienende opmerkingen kunt u nog maken?