Gepubliceerd op maandag 27 juni 2016
IT 2094
Rechtbank ||
25 apr 2016
Rechtbank 25 apr 2016, IT 2094; ECLI:NL:RBGEL:2016:3350 (Verzoekster tegen Gerechtsbestuur Hof 's-Hertogenbosch), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geen-verwijdering-persoonsgegevens-uit-procesdossiers-vanwege-publieke-taak

Geen verwijdering persoonsgegevens uit procesdossiers vanwege publieke taak

Rechtbank Gelderland 25 april 2016, IT 2094; ECLI:NL:RBGEL:2016:3350 (verzoekster tegen Gerechtsbestuur Hof 's-Hertogenbosch)
Verzoekster heeft de Rechtbank Limburg en Hof 's-Hertogebosch alle dossiers rond haar gezin uit het archief te verwijderen. Op basis van de Archiefwet is een wettelijke plicht die niet door Wbp wordt opgegeven. Artikel 8e Wbp spreekt over noodzakelijke gegevensverwerking voor de uitoefening van de publieke taak. Het aanpassingsrecht uit artikel 36 Wbp beoogt niet om persoonsgegevens bestaande uit indrukken, meningen en conclusies te verwijderen. Verzoek wordt geweigerd.

2.5. Het gerechtsbestuur verzet zich tegen het verzoek. Het verst eer komt er in de kern op neer dat het hier gaat om archiefbescheiden waarop de Archiefwet van toepassing is en dat zij derhalve wettelijk verplicht is de dossiers te bewaren. Voorts wijst het gerechtsbestuur erop dat artikel 8e Wbp van toepassing is; de stukken in de dossiers en de daarin voorkomende persoonsgegevens van [verzoekster] en haar gezin zijn verzameld omdat dat noodzakelijk was voor de uitoefening van de publieke taak van rechtbank en hof, namelijk rechtspreken.

2.7. De rechtbank overweegt als volgt. In artikel 3 Archiefwet 1995 is bepaald dat de overheidsorganen verplicht zijn de onder hen
berustende archiefbescheiden in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen en te bewaren, alsmede zorg te dragen voor de vernietiging van de daarvoor in aanmerking komende archiefbescheiden.

Niet valt in te zien waarom het gerechtsbestuur in casu anders zou moeten handelen. De rechtbank is van oordeel dat de dochter van [verzoekster] niet wordt geschaad door het bewaren van de dossiers in de archieven. De dossiers circuleren niet; ze zijn in feite al verwijderd door archivering. De dossiers bevinden zich uit het zicht van de actieve administratie en zijn daardoor niet vrij raadpleegbaar. Degenen die wel inzage hebben, zijn professionals die een geheimhoudingsplicht hebben uit hoofde van hun functie. Voorts geldt dat in zaken die achter gesloten deuren worden behandeld, slechts geanonimiseerde afschriften van de uitspraak worden verstrekt. Van andere tot het procesdossier behorende stukken wordt geen afschrift of uittreksel aan derden verstrekt (art. 28 lid 3 Rv). [verzoekster] heeft niet aangegeven op welke grond zij bang zou moeten zijn dat haar persoonsgegevens of die van haar familie openbaar zouden worden. Bovendien geeft de wet voldoende waarborgen voor de bescherming van de privacy van [verzoekster] en haar gezin.

2.8. Voorts is nog van belang dat in artikel 36 Wbp is bepaald dat degene aan wie overeenkomstig artikel 35 kennis is gegeven van hem betreffende persoonsgegevens, de verantwoordelijke kan verzoeken deze te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen, of af te schermen indien deze feitelijk onjuist zijn, voor het doel of de doeleinden van de verwerking onvolledig of niet ter zake dienend zijn dan wet anderszins in strijd met een wettelijke voorschrift worden verwerkt.

Het gerechtsbestuur wijst er naar het oordeel van de rechtbank terecht op dat het feit dat het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch geen grond voor ondertoezichtstelling aanwezig heeft geacht, niet kan leiden tot de conclusie dat daarom de verwerkte persoonsgegevens onjuist zijn.
Artikel 36 Wbp beoogt niet om persoonsgegevens bestaande uit indrukken, meningen en conclusies te verwijderen.

Op andere blogs:
Dirkzwager