Gepubliceerd op vrijdag 7 oktober 2011
IT 533
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Ingericht als één vonnis

Rechtbank Zutphen 3 oktober 2011, LJN BT6835 (stichting E-Court tegen Griffier Zutphen)

Procesrecht. Griffierecht inzake E-Court arbitrage. Verzet tegen griffierecht. E-Court verzoekt verlof tot tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis, ingericht als één vonnis, waarin twee deelvonnissen zijn opgenomen. Voor de toepassing van de Wet griffierechten burgerlijke zaken geldt dit verzoek als twee afzonderlijke verzoeken om verlof tot tenuitvoerlegging en is dus twee maal griffierecht verschuldigd. Verzet wordt ongegrond verklaard.

Feiten (r.o. 2.1 en 2.2): E-Court, een scheidsgerecht als bedoeld in boek 4, titel 1, afdeling 2 Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering, heeft namens T-Mobile Netherlands B.V. bij deze rechtbank een verzoekschrift ingediend strekkende tot verkrijging van verlof tot tenuitvoerlegging van een door E-Court gegeven arbitraal vonnis alsmede een akte van depot van bedoeld vonnis. In het arbitraal vonnis is uitspraak gedaan in twee afzonderlijke zaken: één tussen T-Mobile Netherlands B.V. en [persoon 1] en één tussen T-Mobile Netherlands B.V. en [persoon 2]. De griffier heeft ter zake van het depotverzoek en het exequaturverzoek aan E-Court (aanvankelijk) een griffierecht van vier maal € 111,-- (€ 444,--) in rekening gebracht.

5.5. Immers, het mag zo zijn dat het arbitrale vonnis, waarin zowel in de zaak tussen T-Mobile Netherlands B.V. en [persoon 1] en in de zaak tussen T-Mobile Netherlands B.V. en [persoon 2] een beslissing wordt gegeven, is ingericht als één vonnis, dit neemt niet weg dat de facto van verschillende “deelvonnissen” sprake is. De “gedaagde” partijen zijn immers niet dezelfde. Dit betekent dat de rechtbank ten aanzien van ieder “deelvonnis” afzonderlijk dient te beoordelen of verlof tot tenuitvoerlegging kan worden verleend. Er is in feite sprake van twee afzonderlijke verzoeken om verlof tot tenuitvoerlegging.

5.6. Dit brengt met zich dat de griffier zich met recht op het standpunt heeft gesteld dat hij het verzoekschrift van E-Court voor de toepassing van de Wgbz beschouwt als twee afzonderlijke verzoeken. Voor elk van die verzoeken is E-Court dan ook op grond van de met ingang van 1 juli 2011 geldende tarieven een griffierecht van € 111,-- verschuldigd. In zoverre is het verzet van E-Court dan ook ongegrond.

5.7. Bij de klacht van E-Court dat de griffier zowel voor het verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging als het verzoek om een akte van depot afzonderlijk griffierecht in rekening heeft gebracht, heeft E-Court geen belang. Uit het verweerschrift van de griffier blijkt immers dat uiteindelijk voor beide verzoeken tezamen maar één maal een griffierecht van € 111,-- in rekening is gebracht.

5.8. Op grond van het vorenstaande is het verzet van E-Court ongegrond.