DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op donderdag 25 november 2010
IT 167
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Ontkenning tekortkoming is geen onwil tot nakoming

Rechtbank Utrecht 3 maart 2010 (Quaere/AVVV), 270484 / HA ZA 09-1629 (LJN: BL6284). Conventionele vordering tot betaling van een factuur toegewezen, omdat wanprestatie van een schuldeiser de schuldenaar niet ontslaat van zijn betalingsverplichtingen. Reconventionele vordering tot schadevergoeding afgewezen wegens ontbreken van verzuim. Tussen partijen niet in geschil dat verzuimregeling van toepassing is. Brief gedaagde kan - gelet op functie van een ingebrekestelling - niet worden aangemerkt als ingebrekestelling in de zin van art. 6:82 lid 1 BW. Mededelingen door eiseres dat zij niet tekort is geschoten, zijn geen medelingen in de zin van art. 6:83, aanhef en sub c BW. Met dank aan Polo van der Putt, Vondst Advocaten.

Partijen hebben een geschil over de kwaliteit van de dienstverlening. Leverancier (Quaere) neemt het standpunt in dat de afnemer (AVVV) de gebreken aan zich zelf te wijten heeft doordat AVVV te weinig uren ICT-dienstverlening wenst af te nemen. AVVV stopt betaling van de facturen.

In conventie vordert Quaere betaling. AVVV verweert zich door te stellen dat Quaere te kort is geschoten, dus dat zij niet hoeft te betalen. De rechtbank overweegt:

"4.6. Met betrekking tot de vordering in conventie oordeelt de rechtbank als volgt. Een tekortkoming van een schuldeiser ontslaat de schuldenaar niet van zijn betalingsverplichtingen.Dit is anders als de schuldenaar de overeenkomst heeft ontbonden (waarvan hier geen sprake is), omdat partijen in d at geval van hun verbintenissen zijn bevrijd. De enkele door V&VN gestelde ondeugdelijkheid van de uitgevoerde werkzaamheden door Quaere vormt – indien al juist – dus op zichzelf genomen geen grond om V&VN van haar betalingsverplichting te bevrijden. Het op dit punt door V&VN gevoerde verweer kan niet slagen.

4.7. Verder is gesteld noch gebleken dat V&VN haar betalingsverplichting heeft opgeschort, zodat zij daarin evenmin grond kan vinden voor het achterhouden van de betaling van de factuur."

Dit oordeel is in Utrecht kennelijk vaste jurisprudentie, zie ook de latere uitspraak van dezelfde rechtbank (Rechtbank Utrecht , 25 augustus 2010 (Protocomix/Capital), 281889 / HA ZA 10-353 (LJN: BN5595), dat al eerder op IT en Recht verscheen. Een ander oordeel was hier echter niet ondenkbaar geweest. Zie mijn eerdere commentaar op IT en Recht bij de hiervoor genoemde uitspraak:

"Ten tweede lijkt mij (Polo van der Putt) dat een klant in beginsel niet zal hoeven betalen voor niet geleverde diensten. Een betaalplicht ontstaat pas als er geleverd wordt (tenzij anders overeengekomen). M.i. kan wansprestatie dus tot gevolg hebben dat er geen betalingsverplichting ontstaat, zodat de schuldenaar daar ook niet van bevrijd hoeft te worden."

Interessant aan de uitspraak is de reconventionele vordering tot schadevergoeding. Vraag is of Quaere in verzuim is. Hier komt de coöperatieve houding van AVVV als een boemrang terug. AVVV stuurt een brief waarin zij Quaere op de gebreken wijst, maar in plaats van dat zij Quaere een laatste poging gunt om alsnog na te komen, nodigt zij Quaere uit voor een gesprek. Geen deugdelijke ingebrekstelling oordeelt de rechtbank:

"4.12. De rechtbank stelt voorop dat een ingebrekestelling niet de functie heeft om “het verzuim vast te stellen”, maar om de schuldenaar nog een laatste termijn voor nakoming te geven en aldus nader te bepalen tot welk tijdstip nakoming nog mogelijk is zonder dat van een tekortkoming sprake is, bij gebreke waarvan de schuldenaar vanaf dat tijdstip in verzuim is.

4.13. Gelet op deze functie is de rechtbank met Quaere van oordeel dat de brief van 23 september 2008 van V&VN niet kan worden aangemerkt als een ingebrekestelling in de zin van artikel 6:82 lid 1 BW. In deze brief wordt Quaere immers door V&VN verzocht binnen zeven dagen na dagtekening contact met haar op te nemen voor het plannen van een afspraak. In de brief wordt Quaere evenwel geen laatste termijn gegund voor deugdelijke nakoming.
Het enkele feit dat V&VN Quaere in deze brief aansprakelijk stelt, maakt voornoemd oordeel niet anders, omdat van aansprakelijkheid pas sprake kan zijn als Quaere de ingebrekestellingstermijn ongebruikt heeft laten verlopen. Een dergelijke termijn heeft V&VN haar echter niet gegeven."

Of te wel: zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Als je als afnemer meent dat er sprake is van een tekortkoming, kun je maar beter het formele pad van ingebrekstelling bewandelen, praten kan altijd nog.

In de correspondentie en tijdens een bespreking inzake het geschil heeft Quaere betwist dat zij te kort is geschoten. AVVV beroept zich op art 6:83 lid c BW:

"Het verzuim treedt zonder ingebrekestelling in: [...] c. wanneer de schuldeiser uit een mededeling van de schuldenaar moet afleiden dat deze in de nakoming van de verbintenis zal tekortschieten."

Ook hier gaat de rechtbank niet in mee:

"4.15. De rechtbank is (in lijn met HR 23 maart 2007, NJ 2007, 176) van oordeel dat uit de enkele mededeling van Quaere dat haar niets te verwijten valt niet zonder meer kan worden afgeleid dat zij de gevolgen van haar houding willens en wetens voor haar rekening neemt, zoals blijkens de parlementaire geschiedenis vereist is voor een geslaagd beroep op artikel 6:83, aanhef en sub c BW (zie MvA II, Parl. gesch., p. 290). De mededelingen van Quaere moeten veeleer gezien worden in het licht van de discussie tussen partijen over de vraag of Quaere tekort is geschoten en schadeplichtig is en kunnen daarom niet aangemerkt worden als blijk van onwil de contractuele verplichtingen na te komen. [accent PvdP] Dat sprake was en is van deze discussie blijkt ook uit het feit dat V&VN zich in haar conclusie van antwoord in conventie/eis in reconventie op het standpunt stelt dat de vraag of sprake is van een tekortkoming een “technische kwestie” is alsmede uit het feit dat zij ter zitting heeft meegedeeld dat zij zal moeten aantonen dat van een tekortkoming sprake is."

Lees de uitspraak hier.