Gepubliceerd op donderdag 9 juni 2016
IT 2085
Rechtbank ||
9 mrt 2016
Rechtbank 9 mrt 2016, IT 2085; ECLI:NL:RBOVE:2016:1113 (gerechtsdeurwaarderskantoor tegen Tweco), https://www.itenrecht.nl/artikelen/stelselmatige-en-verwijtbare-nalatigheid-in-onderzoek-foutmeldingen-zet-exoneratiebeding-opzij

Stelselmatige en verwijtbare nalatigheid in onderzoek foutmeldingen zet exoneratiebeding opzij

Rechtbank Overijssel 9 maart 2016, IT 2085; ECLI:NL:RBOVE:2016:1113 (gerechtsdeurwaarderskantoor tegen Tweco)
Contractenrecht. [X], een gerechtsdeurwaarderskantoor, heeft ten behoeve van haar bedrijf voor aanzienlijke bedragen computerapparatuur bij Tweco gekocht. Equinix, waar back-up data werd opgeslagen, mailde Tweco wekelijks, maar foutmeldingen zijn niet onderzocht; dat is een zo stelselmatige en verwijtbare nalatigheid, dat dit 'grove schuld' oplever in de zin van de AV van Tweco. Vast staat dat partijen in de ‘dienstovereenkomst’ betreffende de externe back-up de toepasselijkheid van die voorwaarden zijn overeengekomen. Tweco is aansprakelijk voor de schade, behoudens contractuele exoneratie. Een beroep op haar exoneratiebeding kan niet slagen. De schade van X voor het ontbreken van een back-up van 15 maart 2015 tot 16 april 2015 dient zij te vergoeden. De schade is veroorzaakt door beschadiging en verlies van bedrijfsmiddelen van [X] , namelijk digitale bedrijfsgegevens.

 

5.2. Vast staat dat Equinix, waar de data werden opgeslagen, de statusinformatie met betrekking tot het functioneren van die back-up wekelijks aan Tweco mailde. In een aantal mails werd melding gemaakt van fouten. Tweco heeft die foutmeldingen echter niet onderzocht en heeft daarom niet, althans niet behoorlijk, geverifieerd of de back-ups wel goed waren gedraaid. Gezien de inhoud en de strekking van de desbetreffende overeenkomst tussen partijen had zij dat wel moeten doen.

5.12. De rechtbank komt tot het oordeel dat hier inderdaad sprake is van grove schuld als voormeld. Tweco, althans haar werknemer [K] , die kennelijk met deze taak was belast, heeft ten onrechte geen onderzoek ingesteld naar de vermelding in de na 15 maart 2015 door Equinix aan Tweco wekelijks verzonden berichten van Equinix, die onder meer inhielden:
“Laatste succesvolle backup: 2015-03-03 01:57:08”
Tweco heeft op geen van deze berichten enige actie ondernomen.

5.13. Dit was een aanmerkelijke nalatigheid, die ook ernstige consequenties heeft gehad, en dit was daarom zonder meer een toerekenbare tekortkoming van Tweco jegens [X] . Aangezien vast staat dat de laatste succesvolle back-up dateerde van
3 maart 2015 en dat dit uitdrukkelijk vermeld staat in het bericht van 11 april 2015, moet worden aangenomen dat diezelfde vermelding telkens ook vermeld stond in alle na 3 maart 2015 door Equinix wekelijks aan Tweco verstuurde berichten, dus op 7 maart 2015, 14 maart 2015, 21 maart 2015, 28 maart 2015, 4 april 2015 en 11 april 2015.

5.14. Kennelijk heeft Tweco op geen van die zes berichten gereageerd, zodat moet worden aangenomen dat Tweco naar geen van die zes berichten goed heeft gekeken, althans aan geen van die berichten behoorlijk aandacht heeft geschonken. Dat is een zo stelselmatige en verwijtbare nalatigheid, dat dit ‘grove schuld’ oplevert in de zin van artikel 8.4 van de algemene voorwaarden van Tweco.

5.15. Het beroep van Tweco op haar exoneratie-beding kan daarom niet slagen. Daaruit volgt, dat Tweco aansprakelijk is voor de als gevolg van het ontbreken van een back-up van 15 maart 2015 tot 16 april 2015 voor [X] ontstane schade.

5.23 De geleden schade valt dan te berekenen als 3 / 52 deel van de bruto jaarwinst van [X] over 2015. Ook een vergelijking tussen de bruto jaarwinst over 2014 en die over 2015 kan desgewenst als aanvullende indicatie worden overgelegd.