IT 4538
25 april 2024
Artikel

Seminar Uitingsvrijheid op donderdag 16 mei 2024

 
IT 4536
25 april 2024
Uitspraak

Publicaties in krant over politicus zijn niet onrechtmatig

 
IT 4535
23 april 2024
Uitspraak

Aanhouding journalist bij Extinction Rebellion leidt tot schending 10 EVRM

 
IT 3408

Raad van de EU bepaalt standpunt over e-privacyregels

De lidstaten zijn het eens geworden over een onderhandelingsmandaat voor nieuwe regels voor de bescherming van de privacy en de vertrouwelijkheid bij het gebruik van elektronische-communicatiediensten. De nieuwe e-privacy-regels zullen bepalen wanneer dienstverleners elektronische-communicatie­gegevens mogen verwerken of toegang krijgen tot gegevens op apparatuur van eindgebruikers. Nu er een akkoord is, kan het Portugese voorzitterschap met het Europees Parlement gaan onderhandelen over de definitieve tekst.
Lees verder.

IT 3407

Geen inbreuk op exclusiviteit

Hof 9 feb 2021, IT 3407; ECLI:NL:GHARL:2021:1227 (Dovideq tegen CB), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geen-inbreuk-op-exclusiviteit

Hof Arnhem-Leeuwarden 9 februari 2021, IEF 19760, IT 3407, LS&R 1914; ECLI:NL:GHARL:2021:1227 (Dovideq tegen CB) Kort geding. Dit geschil gaat over de vraag of Dovideq met het op de markt brengen van een door haarzelf in eigen beheer ontwikkeld medisch instrument, de zogenoemde LightControl, inbreuk maakt op een door CB bedongen exclusiviteit ten aanzien van de ontwikkeling van de daarin te plaatsen software. Dat is niet aannemelijk geworden. Zo waren de afspraken tussen de partijen uitsluitend gebaseerd op het enige endoscoopmeetsysteem dat indertijd werd ontwikkeld. Een ander systeem voor dergelijke metingen of andere functionaliteiten was in die beginperiode niet in beeld. Er kan niet zondermeer vanuit worden gegaan dat bij het aangaan van de overeenkomst voor Dovideq duidelijk had moeten zijn (of dat CB toen mocht verwachten) dat niet alleen de verdere ontwikkeling van dat specifieke apparaat onder de exclusiviteit zou vallen, maar elk door Dovideq te ontwikkelen endoscoopmeetsysteem. Het vonnis van de voorzieningenrechter wordt vernietigd en de vorderingen van CB alsnog afgewezen.

IT 3403

Oneerlijke handelspraktijken telecomaanbieder

Rechtbank 5 feb 2021, IT 3403; ECLI:NL:RBROT:2021:780 (Eiseres tegen ACM), https://www.itenrecht.nl/artikelen/oneerlijke-handelspraktijken-telecomaanbieder

Rechtbank Rotterdam 5 februari 2021, IT 3404, RB 3486; ECLI:NL:RBROT:2021:780 (eiseres tegen ACM) In 2017 heeft de ACM onderzoek gedaan naar de naleving van wettelijke informatieplichten die gelden bij het aanbieden van producten en diensten via internet door telecomaanbieders. De ACM heeft naar aanleiding van dit onderzoek 'Uitgangspunten transparante aanbiedingen telecomaanbieders' opgesteld. In dit verband is eiseres verzocht haar website www.vodafone.nl in lijn te brengen met deze uitgangspunten. De website bood namelijk een sim only-abonnement aan met een abonnementsprijs van € 21, waarbij in kleine letters is vermeld 'i.c.m. Ziggo'. De korting gold alleen voor Ziggo-klanten, maar was wel al verwerkt in de prijsvermelding op de webpagina. Op een later moment bood eiseres op haar website een abonnement aan in combinatie met een toestel aan onder vermelding van een maandprijs. Na het klikken op deze aanbieding kwam met op een webpagina waar men een aanvraagproces moest doorlopen.

IT 3402

'Parkeerwekker' onrechtmatig

1 feb 2021, IT 3402; ECLI:NL:RBAMS:2021:237 (Parkeerwekker), https://www.itenrecht.nl/artikelen/parkeerwekker-onrechtmatig

Vzr. Rechtbank Amsterdam 1 februari 2021, IEF 19755, IT 3402; ECLI:NL:RBAMS:2021:237 (Parkeerwekker) Iedereen die in de gemeente Amsterdam wil parkeren, dient hiervoor parkeerbelasting te betalen. Dat gebeurt door het registreren van het kenteken bij de parkeerautomaat of met een parkeerapp. Vector Wise biedt in de gemeente Amsterdam onder de naam ‘Parkeerwekker’ een dienst aan, waarbij een automobilist die in een gebied staat waar parkeerbelasting moet worden betaald een bericht ontvangt als de scanauto voorbij rijdt. Het systeem van Parkeerwekker bestaat eruit dat gebruikers, door installatie van een app, nadat zij hun auto hebben geparkeerd een melding ontvangen als een scanauto van de Gemeente voorbij rijdt. Ter voorkoming van een boete hebben gebruikers na de melding nog vijf minuten om parkeergeld te betalen. Volgens gedaagde biedt haar systeem een oplossing voor gebruikers die 'vergeten' zijn parkeergeld te betalen.

IT 3401

Dirk Visser: Sluitertijd, fotoauteursrecht en kunstmatige intelligentie

Ter gelegenheid van het emeritaat van Jaap Hijma, hoogleraar burgerlijk recht aan de Universiteit Leiden, verscheen Sluitertijd. In deze bundel werpen promovendi, collega’s en vrienden een blik op zijn werk. Collega Dirk Visser, hoogleraar intellectueel eigendomsrecht, gaat in zijn bijdrage in op de onderwerpen fotoauteursrecht en kunstmatige intelligentie.

‘Met betrekking tot een portretfoto moet worden opgemerkt dat de auteur bij het maken daarvan op verschillende manieren en op verschillende momenten zijn vrije en creatieve keuzes zal kunnen maken. In de voorbereidende fase kan de auteur de enscenering, de pose van de te fotograferen persoon of de belichting kiezen. Bij het nemen van de portretfoto kan hij de camera-instelling, de invalshoek of de gecreëerde sfeer kiezen. Bij het ontwikkelen van het cliché tot slot kan de auteur kiezen tussen diverse technieken, of in voorkomend geval software gebruiken. Met die diverse keuzes is de auteur van een foto dus in staat zijn werk een “persoonlijke noot” te geven. In het geval van een portretfoto is de vrijheid waarover de auteur beschikt om zijn creatieve bekwaamheden uit te oefenen dan ook niet noodzakelijkerwijs beperkt of zelfs nihil.’
Aldus omschreef het HvJ EU in 2011 de mogelijkheden die een fotograaf heeft om te komen tot een ‘eigen intellectuele schepping’ die vereist is om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen.
Lees verder.

IT 3398

Prejudiciële vragen over begrip 'op welke drager dan ook'

7 sep 2020, IT 3398; (Austro-Mechana tegen Strato AG), https://www.itenrecht.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-over-begrip-op-welke-drager-dan-ook

Oberlandesgericht Wien 7 september 2020, IEF 19748, IT 3398, IEFbe 3183; C-433/20 (Austro-Mechana tegen Strato AG) Via MinBuza. Verzoekster is een collectieve beheerorganisatie die exploitatierechten en rechten op vergoeding voor muziekwerken beheert. Verweerster exploiteert de dienst HiDrive, deze “cloud drive” is een “virtuele opslagruimte die even snel werkt en even gebruiksvriendelijk is als een (externe) harde schijf”. Verzoekster heeft gevorderd dat rekening en verantwoording zou worden afgelegd en dat vervolgens een vergoeding voor lege opslagmedia zou worden betaald. Verweerster betwist de vordering en voert aan dat uit de thans geldende versie van de auteurswet niet volgt dat voor cloudservices een vergoeding is verschuldigd. Verder zouden cloudservices en fysieke opslagmedia niet met elkaar kunnen worden vergeleken. De handelsrechter heeft de vordering afgewezen waarop verzoekster in hoger beroep ging. 

IT 3399

Prejudiciële vraag: advocaatkosten 'noodzakelijke uitgaven'?

6 okt 2020, IT 3399; (Media GmbH tegen FU), https://www.itenrecht.nl/artikelen/prejudici-le-vraag-advocaatkosten-noodzakelijke-uitgaven

Landgericht Saarbrücken 6 oktober 2020, IEF 19749, IT 3399, IEFbe 3184 C-559/20 (Media GmbH tegen FU) Via MinBuza. De kernvraag in deze zaak betreft de vergoeding van de advocatenkosten voor een aanmaning wegens filesharing. Verzoekster verkoopt computerspellen voor commerciële doeleinden en is houdster van de exclusieve rechten van een specifiek computerspel. Verweerder is een natuurlijke persoon die geen professionele of commerciële doeleinden nastreeft en die dit computerspel voor derden beschikbaar heeft gesteld voor download. Hiermee heeft hij inbreuk gepleegd op de rechten van verzoekster. Verzoekster schakelde een advocatenkantoor in dat namens verzoekster een aanmaning naar verweerder heeft gestuurd. Voor het inschakelen van het advocatenkantoor heeft verzoekster kosten gemaakt (€984,60) dat als volgt is samengesteld: een 1,3 honorarium berekend over een waarde van de vordering van €20.000,-. De hoogte van dit bedrag wordt betwist. De rechter in eerste aanleg heeft verweerder veroordeeld tot betaling van €124,- en de vordering voor het overige afgewezen. Volgens de rechter in eerste aanleg is het vergoedbare bedrag van een vordering beperkt tot €1.000,- op grond van §97a(3) UrhG (Duitse wet inzake het auteursrecht). Met haar beroep voor de verwijzende rechter wil verzoekster haar vordering tot volledige vergoeding van haar advocatenkosten alsnog geldend maken.

Prejudiciële vragen:

IT 3335

Vacature: advocaat-stagiair IE en reclamerecht bij Holla

Holla Advocaten is op zoek naar een advocaat-stagiair(e) intellectuele eigendom (IE) en reclamerecht, standplaats: Eindhoven.

Beschik je over een recent behaalde juridische master met civiel effect of verwacht je die op korte termijn af te ronden? Heb je affiniteit met intellectuele eigendom (IE) en zou je je daarnaast willen ontwikkelen op het gebied van reclamerecht? Ben je daarnaast energiek, enthousiast en een echte team player? We komen graag met je in contact!

Wij bevinden ons in de top 25 van Nederlandse advocatenkantoren en hebben specialisten op een groot aantal rechtsgebieden in huis. De cliëntenkring van Holla is heel divers en bestaat uit zowel nationale als internationale bedrijven en instellingen. Door het aantrekkelijke formaat van ons kantoor en de diversiteit van onze cliënten gaan diepgang en variatie hand in hand.

De Business Unit Intellectuele Eigendom, ICT & Privacy bestaat uit een team van acht advocaten. Het team is gespecialiseerd in onder andere het merken-, auteurs- en modellenrecht, ICT-recht en nieuwe media. Jij gaat je vooral bezighouden met IE en het reclamerecht.
Lees verder.

IT 3397

Naheffingsaanslag kansspelbelasting

29 jan 2021, IT 3397; ECLI:NL:GHSHE:2021:210 (Bv tegen Belastingdienst), https://www.itenrecht.nl/artikelen/naheffingsaanslag-kansspelbelasting

Hof 's-Hertogenbosch 29 januari 2021, IEF 19744, IT 3397; ECLI:NL:GHSHE:2021:210 (Bv tegen Belastingdienst) Belanghebbende is kansspelbelasting ad € 13.500.000 verschuldigd. Op internet werden tot 2013 via 7 websites kansspelen aangeboden, gericht op de Nederlandse markt. De websites waren in werkelijkheid van een in Nederland gevestigde besloten vennootschap, maar de ondernemingsstructuur was zo opgezet dat het leek alsof de spelen werden georganiseerd vanuit het buitenland door buitenlandse rechtspersonen. Bij een grootschalig politieonderzoek in binnen- en buitenland werden grote hoeveelheden documenten en data in beslaggenomen. Een van de in beslaggenomen databases bevatte informatie over de 7 websites die betrokken zijn bij deze zaak. Toen bleek dat voor de websites in Nederland geen kansspelbelasting werd voldaan.