IT 4535
23 april 2024
Uitspraak

Aanhouding journalist bij Extinction Rebellion leidt tot schending 10 EVRM

 
IT 4534
22 april 2024
Uitspraak

Tussenbeschikking inzake AVG controlerecht

 
IT 4533
19 april 2024
Uitspraak

HvJ EU over de vaststelling van immateriële schade(vergoeding) bij schending AVG

 
IT 3330

Foto zonder toestemming en naamsvermelding op website

Rechtbank 28 okt 2020, IT 3330; ECLI:NL:RBMNE:2020:4624 (Eiser tegen exploitant website), https://www.itenrecht.nl/artikelen/foto-zonder-toestemming-en-naamsvermelding-op-website

Ktr. Rechtbank Midden-Nederland 28 oktober 2020, IEF 19596, IT 3330; ECLI:NL:RBMNE:2020:4624 (Eiser tegen exploitant website) Auteursrecht. Eiser is een professioneel fotograaf. Hij biedt zijn foto’s op zijn website aan tegen een vaste licentievergoeding van € 250,00 per jaar. Gedaagde exploiteert een website. Sinds 2015 staat een foto van eiser op de website, zonder zijn toestemming en naamsvermelding. Met eiser was hiervoor geen licentieovereenkomst gesloten. Aan de sommaties van eiser om de foto te verwijderen, geeft gedaagde geen gehoor. Gedaagde stelt dat zij sinds 2010 niet de houder of eigenaar van de domeinnaam is, omdat zij die handelsnaam niet meer voert. Dit verweer faalt. Voor het exploiteren van een website is niet vereist dat sprake is van een daartoe ingeschreven handelsnaam bij de KvK. Gedaagde wordt veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding voor de winstderving, het mislopen van exposure als gevolg van het ontbreken van de naamsvermelding en de gemaakte kosten voor het opsporen van de auteursrechtinbreuk.

IT 3329

Artikel ingezonden door Alfredo dos Santos Gil (jurist NPO), op persoonlijke titel geschreven.

Dos Santos Gil: meer over de online diensten

Alfredo dos Santos Gil schreef eerder een commentaar bij het Implementatiewetsvoorstel richtlijn online omroepdiensten [IEF 19539]. In deel twee van zijn commentaar werpt hij een nadere blik op de online diensten.

'Deel één van mijn commentaar bij het wetsontwerp omzetting online-omroep richtlijn ging vooral over de uitbreiding van collectieve aanspraken bij verschillende distributievormen, in relatie met (de evaluatie van) het auteurscontractenrecht. Hieronder wil ik ingaan op de online verspreiding van omroepkanalen. De online uitzending door de omroep zelf wordt vermeld in de richtlijn en het wetsontwerp, maar wordt bij de nadere regeling van distributie daarvan eigenlijk “weggedacht”. De online distributie door derden van traditionele omroepuitzendingen, vanuit de ether en satelliet bijvoorbeeld, wordt juist wel geregeld. De wisselende rol van online verspreiding roept vragen op, of dat verklaarbaar en wenselijk is.'

Lees hier verder.

IT 3314

Aanmelden nog mogelijk voor het Nationaal Mediarechtcongres

Actueler dan ooit, het Nationaal Mediarechtcongres 2020. We gaan online, met een interactief programma, met voldoende pauzes en onderling contact. Martijn van Dam licht de digitale strategie toe van de NPO, Remy Chavannes behandelt de Digital Services Act en Anke Strijbos en Roland Wigman geven een overzicht van het nieuwe Auteurscontracten- en vergoedingenrecht, mede na de implementatie van de Online Omroeprichtlijn. Met een paneldiscussie over nieuwe verplichtingen voor producenten staat ons een boeiend middagprogramma te wachten.

Het programma:

IT 3327

SGOA Hans Frankenprijs 2021 voor scripties

De Stichting Geschillenoplossing Automatisering (SGOA) zal in 2021 weer de SGOA Hans Frankenprijs uitreiken. De Hans Frankenprijs is bedoeld voor de HBO/WO student die in de afgelopen 2 jaar de meest innovatieve afstudeerscriptie op het gebied van ICT-recht heeft geschreven. Onder ICT-recht wordt in dit kader verstaan: ICT-recht inclusief internetrecht, telecommunicatierecht en specifieke toepassingsgebieden van het recht in algemene zin op de ICT-sector. In aanmerking komen afstudeerscripties welke met tenminste een voldoende zijn beoordeeld en zijn geschreven aan een Nederlandse HBO-instelling of ter afronding van een universitaire master-opleiding tussen 1 januari 2019 en 31 december 2020 en welke voldoen aan de inzendingscriteria vastgelegd in het reglement.

De winnaar van de Hans Frankenprijs zal door de jury bekend worden gemaakt tijdens een bijeenkomst in 2021. Naast een eervolle vermelding, ontvangt de prijswinnaar een bedrag van €2.500,-.

Inzendingen kunnen tot uiterlijk 31 januari 2021 worden verzonden aan: hansfrankenprijs@sgoa.eu. Ga voor nadere informatie naar de website van de SGOA.

IT 3326

Kamerbrief over maatregelen tegen desinformatie

Minister Ollongren heeft op 16 november jl. de Tweede Kamer een brief gestuurd, waarin zij met een pakket aan maatregelen komt om desinformatie richting de Tweede Kamerverkiezingen tegen te gaan. Een van de maatregelen die de minister invoert is het opstellen van een gedragscode die ervoor moet zorgen dat het transparanter wordt wie achter een politieke advertentie zit. Daarnaast wordt ingezet op het intensiveren van het detecteren van desinformatie, wordt de Wet financiering politieke partijen (Wfpp) gewijzigd en komt er een informatieve website om meer bewustwording te creëren bij burgers.

Lees de Kamerbrief op de website van de Rijksoverheid.

Meer weten over desinformatie? Op vrijdag 11 december 2020 organiseert de VMC in samenwerking met deLex een webinar over desinformatie. Aanmelden kan via www.delex.nl/shop/opleidingen.

 
IT 3325

Uitspraak ingezonden door Rogier de Vrey, CMS.

Toch schending Wbp wegens mogelijke reputatieschade

Hof 17 nov 2020, IT 3325; (Gemeente Alkmaar c.s. tegen Zorgvervoercentrale c.s.), https://www.itenrecht.nl/artikelen/toch-schending-wbp-wegens-mogelijke-reputatieschade

Hof Amsterdam 17 november 2020, IEF 19585, IT 3325; C/14/251636 HA ZA 16-763 (Gemeente Alkmaar c.s. tegen Zorgvervoercentrale Nederland c.s.) Privacyrecht. Onrechtmatige publicatie. In eerste aanleg [IEF 17096] is beslist dat de gemeenten aansprakelijk zijn voor de schade die door ZCN c.s. is geleden als gevolg van het onrechtmatig publiceren van een bestand van ZCN c.s. In dit bestand stonden persoonsgegevens van klanten van ZCN c.s. In hoger beroep wordt bevestigd dat ZCN c.s. niet rechtstreeks rechten kunnen ontlenen aan de Wbp met betrekking tot de persoonsgegevens van hun klanten. Wel kwalificeert schending van de Wbp als een schending van een ongeschreven zorgvuldigheidsnorm in de zin van art. 6:162 BW.

IT 3324

Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Hanneke van Lith, Van Kaam advocaten.

Vordering uitzendverbod tv-programma afgewezen

Rechtbank 9 nov 2020, IT 3324; ECLI:NL:RBAMS:2020:5578 (Eiser tegen Fremantle), https://www.itenrecht.nl/artikelen/vordering-uitzendverbod-tv-programma-afgewezen

Vzr. Rechtbank Amsterdam 9 november 2020, IEF 19583, IT 3324; ECLI:NL:RBAMS:2020:5578 (Eiser tegen Fremantle) Kort geding. Onrechtmatige publicatie. Afwijzing preventief uitzendverbod van een aflevering van het programma 'Zeeman confronteert: Stalkers' waarin aandacht wordt besteed aan stalking. Eiser stelt dat de uitzending inbreuk maakt op zijn privacy en bescherming van zijn eer en goede naam. Er wordt overwogen dat een preventief verbod alleen kan worden toegewezen in uitzonderlijke omstandigheden waarbij sprake dient te zijn van een evidente onrechtmatigheid. Daarvan is in dit geval geen sprake. Geoordeeld wordt dat Fremantle aandacht mag besteden aan het onderwerp stalking en de zaak van eiser. Fremantle hoeft geen onomstotelijk bewijs te leveren van de stalking. De toets is of de uitlatingen steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal en dat is in casu het geval. Fremantle heeft daarnaast voldoende gelegenheid tot wederhoor geboden. Tevens zijn door Fremantle de nodige maatregelen getroffen om de privacy van eiser te waarborgen. De stem van eiser dient nog onherkenbaar te worden gemaakt. Voor zover personen uit zijn familie en kennissen- of werkkring hem zullen herkennen, geldt dat het verlies van zijn goede naam een voorzienbaar gevolg is van zijn eigen handelen. De uitingsvrijheid van Fremantle weegt in dit concrete geval gezien de omstandigheden zwaarder dan de privacybelangen van eiser.

IT 3323

Schending van auteursrechten op software is niet gebleken

Rechtbank 27 mei 2020, IT 3323; ECLI:NL:RBAMS:2020:5391 (PayingIT en PayingIP tegen Workrate), https://www.itenrecht.nl/artikelen/schending-van-auteursrechten-op-software-is-niet-gebleken

Vzr. Rechtbank Amsterdam 27 mei 2020, IEF 19579; IT 3323; ECLI:NL:RBAMS:2020:5391 (PayingIT en PayingIP tegen Workrate) Auteursrecht. Kort geding. Workrate houdt 49% van de aandelen in Usemate BV (later: PayingIT). In 2016 wordt een koopovereenkomst gesloten van alle aandelen van Workrate in Usemate BV en verkoop en levering van ‘de Software’ aan PayingIP. In de koopovereenkomst wordt tevens een licentieovereenkomst opgenomen ten behoeve van Workrate en wordt bepaald dat alle IE-rechten op de software aan PayingIP toekomen. PayingIT meent dat Workrate inbreuk maakt op haar auteursrechten op de Usemate-software en de licentieovereenkomst schendt. Partijen zijn in geschil over de omvang van de beoogde overdracht van de auteursrechten. Dit vereist een nader onderzoek naar de feiten, hetgeen het kort geding te buiten gaat. Schending van de (beoogde) auteursrechten van PayingIT is niet gebleken. Evenmin kan worden aangenomen dat de licentieovereenkomst wordt overtreden. De gevraagde voorzieningen worden daarom geweigerd.

IT 3322

Vermelding in het Incidentenregister is rechtmatig

Rechtbank 9 nov 2020, IT 3322; ECLI:NL:RBAMS:2020:5422 (Eiseres tegen ING), https://www.itenrecht.nl/artikelen/vermelding-in-het-incidentenregister-is-rechtmatig

Vzr. Rechtbank Amsterdam 9 november 2020, IT 3322; ECLI:NL:RBAMS:2020:5422 (Eiseres tegen ING) Privacyrecht. Kort geding. ING heeft de bankrelatie met eiseres beëindigd, nadat ING vermoedde dat de bankrekening van eiseres werd gebruikt voor WhatsAppfraude. Vervolgens heeft ING de naam van eiseres opgenomen in het Incidentenregister en het EVR. Eiseres vordert ING te veroordelen haar personalia te verwijderen uit het Incidentenregister en het EVR en de blokkering van haar bankrekening ongedaan te maken. Eiseres heeft de stellingen van ING dat zij heeft meegewerkt aan de fraude onvoldoende gemotiveerd betwist. Voorshands wordt geoordeeld dat ING voldoende zorgvuldig heeft gehandeld. De verwerking van de gegevens ven eiseres in het Incidentenregister is in beginsel rechtmatig op grond van artikel 6 lid 1 aanhef en onder f AVG, omdat eiseres nauw betrokken moet zijn geweest bij de oplichting. Nu bovendien de informatie in het Incidentenregister uitsluitend toegankelijk is voor een beperkt aantal medewerkers van ING, voldoet de registratie ook aan de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit. Eveneens is voldaan aan de toets van artikel 5.2.1. van het PIFI voor registratie in het EVR. De vorderingen van eiseres worden afgewezen.

IT 3321

Artikel ingezonden door Martin Senftleben (UvA) en Christina Angelopoulos (University of Cambridge).

Senftleben en Angelopoulos over art. 17 DSM-richtlijn

Martin Senftleben en Christina Angelopoulos hebben een lezenswaardige bijdrage gescheven over de nieuwe DSM-richtlijn: 'In het actuele debat over art. 17 van de nieuwe Richtlijn auteursrecht in de digital single market (DSM-richtlijn) wordt vaak een belangrijk aspect van de nieuwe regeling buiten beschouwing gelaten: de filterverplichting die uit deze bepaling volgt (art. 17 lid 4 sub (b)) mag niet zo ver strekken dat een algemene monitoringverplichting ontstaat. Art. 17 lid 8 bepaalt uitdrukkelijk dat content platform aanbieders niet verplicht mogen worden hun dienst op een algemene manier te controleren om de illegale activiteiten van hun gebruikers op te sporen en te voorkomen. De focus van art. 17 lid 4 sub (b) op "specifieke werken" maakt dat niet anders. In het licht van fundamentele rechten ontstaat een verboden algemene monitoringverplichting wanneer voor de opsporing van potentieel inbreukmakende content - hoe specifiek die ook is gedefinieerd - elke content upload of alle content op het online platform moet worden onderzocht. Op het moment dat de inhoud van het platform in zijn geheel moet worden gescreend, krijgt de monitoringverplichting een buitensporig algemeen karakter. Tegen deze achtergrond kan een filterverplichting alleen toelaatbaar worden geacht als deze specifiek is ten aanzien van zowel het beschermde werk alsook de groep van potentiële inbreukmakers.'

Lees de bredere analyse van deze aspecten hier.