DOSSIERS
Alle dossiers

Internet  

IT 3813

Bewijsopdracht voor Interconnect

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 1 feb 2022, IT 3813; ECLI:NL:GHSHE:2022:244 (Interconnect tegen Lance), https://www.itenrecht.nl/artikelen/bewijsopdracht-voor-interconnect

Hof ’s-Hertogenbosch 1 februari 2022, IT 3813; ECLI:NL:GHSHE:2022:244 (Interconnect tegen Lance) Partijen hebben een overeenkomst gesloten waardoor Lance gebruik kon maken van een VPC (Virtual Private Cloud) van Interconnect. Interconnect betrekt de SQL-licenties van Microsoft en is gebonden aan de voorwaarden die Microsoft daarvoor hanteert. Lance blijkt vervolgens gebruik te maken van de duurdere SQL Standaard licentie in plaats van de overeengekomen SQL Web licentie. Interconnect dient een naheffing aan Microsoft te voldoen en Lance moet de meerprijs van de duurdere licentie vergoeden aan Interconnect. Deze laatste vordering van Interconnect op Lance heeft Interconnect naar het oordeel van de kantonrechter niet voldoende onderbouwd. Lance vorderde het geld terug dat Interconnect ten onrechte had geïncasseerd en deze vordering werd door de kantonrechter toegewezen. In hoger beroep stelt Interconnect dat haar algemene voorwaarden waren gewijzigd en dit aan Lance is medegedeeld per nieuwsbrief. Lance zou deze nooit hebben ontvangen. Interconnect stelt daarnaast dat Lance zelf de licentie op een van de twee servers heeft geïnstalleerd. Lance betwist dit. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan tot Interconnect bewijs heeft geleverd hiervoor. Ook moet zij bewijzen dat zij toen de nieuwe algemene voorwaarden aan Lance ter hand heeft gesteld.

IT 3756

Uitspraak ingezonden door Dorien Verhulst, Brinkhof.

Kamer van Koophandel komt geen databankrechtelijke bescherming toe

Rechtbank Midden-Nederland 22 dec 2021, IT 3756; ECLI:NL:RBMNE:2021:6183 (VVZBI tegen KVK), https://www.itenrecht.nl/artikelen/kamer-van-koophandel-komt-geen-databankrechtelijke-bescherming-toe

Rechtbank Midden-Nederland 22 december 2021, IEF 20423, IT 3756; ECLI:NL:RBMNE:2021:6183 (VVZBI tegen KVK) Het handelsregister is een ‘databank’, maar de Kamer van Koophandel (KVK) draagt geen risico voor investeringen daarin en kwalificeert daarom niet als ‘producent’. De KVK voert een wettelijke taak uit en de daarmee gemoeide kosten (die niet uit verkoopopbrengsten kunnen worden voldaan) worden op basis van de wet gedekt door de rijksoverheid. Prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie vindt de rechtbank niet nodig: aan de KVK komt geen databankrechtelijke bescherming op het Handelsregister toe. De KVK mag zich jegens aanbieders van bedrijfsinformatiediensten derhalve niet beroepen op het exclusieve privaatrechtelijke verbodsrecht; daarop gebaseerde voorwaarden niet toepassen; en aan eindgebruikers van commerciële bedrijfsinformatiediensten geen aanwijzingen geven over het al dan toegestaan zijn van die diensten (vanwege een beweerdelijke databankrechtelijke inbreuk). De rechtbank veroordeelt de KVK ex art. 1019h Rv in de proceskosten, incl. deskundigenkosten, van € 67.678,30.

IT 3751

Website ‘op zichzelf’ geen geautomatiseerd werk

Hoge Raad 9 nov 2021, IT 3751; ECLI:NL:PHR:2021:1050 (DDoS-aanvallen), https://www.itenrecht.nl/artikelen/website-op-zichzelf-geen-geautomatiseerd-werk

HR Conclusie A-G 9 november 2021, IEF 20403, IT 3751; ECLI:NL:PHR:2021:1050 ( DDoS-aanvallen) Strafrecht. De verdachte is bij arrest van 22 juli 2020 door het gerechtshof Amsterdam wegens het “opzettelijk en wederrechtelijk de toegang tot en/of het gebruik van een geautomatiseerd werk belemmeren door daaraan gegevens toe te zenden” − DDoS-aanvallen −, veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke taakstraf voor de duur van 40 uren, met een proeftijd van één jaar. Daarnaast heeft het hof de onttrekking aan het verkeer bevolen van een computer en de teruggave gelast van een gsm, een en ander als nader in het arrest bepaald. Bij herstelarrest van 23 juli 2020 is het dictum aangevuld met een vervangende hechtenis van 20 dagen hechtenis voor het geval de taakstraf niet naar behoren zal worden verricht. De A-G concludeert tot verwerping van het beroep. De klacht in het middel dat het hof onder een geautomatiseerd werk ook een website heeft verstaan berust op een onjuiste lezing van de tenlastelegging en bewezenverklaring.

IT 3715

Gerecht EU handhaaft miljardenboete Google

HvJ EU 10 nov 2021, IT 3715; ECLI:EU:T:2021:763 (Google Shopping), https://www.itenrecht.nl/artikelen/gerecht-eu-handhaaft-miljardenboete-google

Gerecht EU 10 november 2021, IT 3715, RB 3568, IEFbe 3318; ECLI:EU:T:2021:763 (Google Shopping) Het Gerecht verwerpt grotendeels het beroep van Google tegen het besluit van de Commissie waarin wordt vastgesteld dat Google misbruik heeft gemaakt van haar machtspositie door haar eigen prijsvergelijkingsdienst te bevoordelen boven concurrerende prijsvergelijkingsdiensten. Het Gerecht handhaaft de aan Google opgelegde boete van € 2,42 miljard. Het Gerecht erkent het mededingingsverstorende karakter van de litigieuze praktijk en oordeelt dat de Commissie terecht schadelijke gevolgen voor de mededinging heeft vastgesteld. Het Gerecht sluit elke objectieve rechtvaardiging voor het gedrag van Google uit.


 
IT 3694

Bezwaar Dataprovider over domeinnamen is ongegrond

Overige instanties 4 okt 2021, IT 3694; (Dataprovider tegen SIDN), https://www.itenrecht.nl/artikelen/bezwaar-dataprovider-over-domeinnamen-is-ongegrond

ACM 4 oktober 2021,IEF 20277, IT 3694; ACM/21/052144 (Dataprovider tegen SIDN) De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft het handhavingsverzoek van Dataprovider afgewezen, omdat inhoudelijk onderzoek geen aanwijzingen heeft opgeleverd dat de weigering van Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN) om aan Dataprovider de .nl zonefile (een lijst met domeinnamen) te verstrekken in strijd is met artikel 24 van de Mededingingswet (Mw) en/of artikel 102 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU). Dataprovider maakte bezwaar tegen het besluit van 19 april 2021. De ACM oordeelt ook in bezwaar dat er geen sprake is van misbruik van een economische machtspositie door SIDN en verklaart de bezwaren van Dataprovider ongegrond.

IT 3671

Overzetting van domeinnamen zonder toestemming onrechtmatig

Gerechtshof Amsterdam 4 mei 2021, IT 3671; ECLI:NL:GHAMS:2021:1284 (4Bis tegen Digitale Nazorg ), https://www.itenrecht.nl/artikelen/overzetting-van-domeinnamen-zonder-toestemming-onrechtmatig

Gerechtshof Amsterdam 4 mei 2021, IEF 20215, IT 3671; ECLI:NL:GHAMS:2021:1284 (4Bis tegen Ditigale Nazorg) Digitale Nazorg houdt zich bezig met het beheren en afwikkelen van de digitale nalatenschap. 4Bis Innovations is een software-ontwikkelaar die tevens hostingdiensten verleent. Zij host onder meer de domeinnamen digitalevoorzorg.nl, digitalenazorg.nl en i-finish.nl. Dit laatste is een handelsnaam van Digitale Nazorg. De voorzieningenrechter heeft over deze zaak geoordeeld dat 4Bis verplicht is bepaalde domeinnamen, e-mailaccounts en websites over te dragen aan Digitale Nazorg. Deze had 4Bis namelijk zonder toestemming overgedragen aan moedermaatschappij DEH. 4Bis voert in hoger beroep aan dat door het aangaan van de samenwerkingsovereenkomst tussen Digitale Nazorg en DEH een vennootschap onder firma tot stand is gekomen, waarin Digitale Nazorg vervolgens krachtens een mondelinge afspraak de domeinnamen en content van haar bestaande websites heeft ingebracht. Dit komt het hof niet waarschijnlijk voor en is door 4Bis niet verder onderbouwd. Ook de overige grieven slagen niet. Het vonnis van de voorzieningenrechter zal worden bekrachtigd. 

IT 3669

Meebieden door koper op internetveiling

Gerechtshof Den Haag 21 sep 2021, IT 3669; Zoekresultaat - inzien documentECLI:NL:GHDHA:2021:1656 (Onroerend Goed tegen Maasdam Vastgoed), https://www.itenrecht.nl/artikelen/meebieden-door-koper-op-internetveiling

Gerechtshof Den Haag 21 september 2021, IT 3669; ECLI:NL:GHDHA:2021:1656 (Onroerend Goed tegen Maasdam Vastgoed) Appellante heeft een winkelpand te koop aangeboden via een internetveiling. Maasdam heeft op die veiling biedingen uitgebracht. Appellante heeft op haar eigen pand ook meegeboden en was de hoogste bieder, met als onderliggende bieder Maasdam. Appellante heeft besloten het pand aan Maasdam te gunnen, en stelt dat er een rechtsgeldige overeenkomst tot stand is gekomen tussen appellante en Maasdam. Maasdam betwist dit. Volgens Maasdam is de gang van zaken niet geweest zoals het hoort. Zo heeft er geen onafhankelijk toezicht plaatsgevonden door een veilingnotaris en heeft appellante, zonder dat Maasdam dat wist, zelf meegeboden en zo de prijs kunstmatig opgedreven. Het hof oordeelt als volgt. Maasdam heeft ingestemd met het verkoopprotocol van appellante. Appellante had van tevoren duidelijk moeten maken dat zij zelf meebiedt. Maasdam wist dit niet en had dit redelijkerwijs ook niet hoeven te weten. De stellingen van Maasdam houden in dat zij bij een juiste voorstelling van zaken niet akkoord was gegaan met de voorwaarden en ook niet met de koop van het pand. Onder deze omstandigheden bestaat er, volgens het hof, geen afnameplicht voor Maasdam. 

IT 3653

Vrijspraak computervredebreuk in hoger beroep

Gerechtshof Amsterdam 22 jan 2021, IT 3653; ECLI:NL:GHAMS:2021:103 https://www.itenrecht.nl/artikelen/vrijspraak-computervredebreuk-in-hoger-beroep

Hof Amsterdam 22 januari 2021, IT 3653; ECLI:NL:GHAMS:2021:103 Verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de politierechter in een strafzaak betreffende computervredebreuk. Hem is ten laste gelegd dat hij opzettelijk en wederrechtelijk in een computer en/of iPad is binnengedrongen met behulp van valse signalen of een valse sleutel. De raadsvrouw van de verdachte stelt zich in dit hoger beroep op het standpunt dat het inloggen wel heeft plaatsgevonden vanaf het IP-adres dat in zijn woning in gebruik is, maar dat dit nog niet wil zeggen dat hij ook degene is geweest die daadwerkelijk heeft ingelogd. Immers hebben ook alle vrienden van verdachte het wifi-wachtwoord van het woonadres. Het hof ziet nog meer contra-indicaties. Bij enkele andere pogingen om in te loggen is er ook gebruik gemaakt van een geheel ander, onherleidbaar IP-adres. Bovendien is er ingelogd vanaf een ASUS telefoon, die niet bij de verdachte is gevonden. Dit alles maakt dat het hof niet met de vereiste mate van zekerheid kan vaststellen dat de verdachte degene was die zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde computervredebreuk. 

IT 3649

Online programma uitgesloten van Televizier

Rechtbank Midden-Nederland 6 sep 2021, IT 3649; ECLI:NL:RBMNE:2021:4305 (Eisers tegen Bindinc), https://www.itenrecht.nl/artikelen/online-programma-uitgesloten-van-televizier

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 6 september 2021, IT 3649; ECLI:NL:RBMNE:2021:4305 (Eisers tegen Bindinc) Eisers maken samen een online programma waarin zij roddels bespreken. Door kijkers zijn zij opgegeven voor de Televizier-Ster Online-videoserie, waardoor ze op de lijst van 20 gekwalificeerden terecht zijn gekomen. Kort daarop kregen de programmamakers het bericht dat zij werden uitgesloten van deelname aan de verkiezing. Eisers zijn het niet eens met dit besluit. Bindinc weerspreekt dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen, zodat wanprestatie wat haar betreft niet aan de orde is. De voorzieningenrechter bevestigt dit. Wel heeft Bindinc onrechtmatig gehandeld door haar uitsluitingsbevoegdheid onzorgvuldig te gebruiken. Dit is echter geen grond om te vorderingen toe te wijzen. 

IT 3640

ACM legt dwangsom op aan misleidende websites

Overige instanties 21 jul 2021, IT 3640; (ACM tegen Allfree en Leadle), https://www.itenrecht.nl/artikelen/acm-legt-dwangsom-op-aan-misleidende-websites

ACM 21 juli 2021, IT 3640, RB 3551; ACM/21/049762 De ACM heeft een last onder dwangsom opgelegd aan leadbedrijven Allfree BV en Leadle BV. Deze bedrijven hebben websites waarop ze consumenten werven voor onder andere slotenmakers, rioolontstoppers, dakdekkers en ongediertebestrijding. Consumenten worden hierbij misleid, doordat de indruk wordt gewekt dat het gaat om een lokaal bedrijf. Dit wordt door de leadbedrijven bewerkstelligd door de plaatsnaam op de nemen in de domeinnaam, in teksten op de website en soms in de naam van het bedrijf zelf. In werkelijkheid zijn de bedrijven vaak landelijk opererend en is de identiteit niet altijd te achterhalen. Daarnaast lijkt het alsof de bedrijven zijn goedgekeurd door Politie Keurmerk Veilig Wonen (PKVW) of een ander keurmerk. Echter zijn de bedrijven hier vaak helemaal niet bij aangesloten.