IT 4536
25 april 2024
Uitspraak

Publicaties in krant over politicus zijn niet onrechtmatig

 
IT 4535
23 april 2024
Uitspraak

Aanhouding journalist bij Extinction Rebellion leidt tot schending 10 EVRM

 
IT 4534
22 april 2024
Uitspraak

Tussenbeschikking inzake AVG controlerecht

 
IT 2725

Uitspraak ingezonden door Luuk Jonker, Holla advocaten.

Sale and Marketing Agreement ook ná faillissement nog geldig

Rechtbank 13 mrt 2019, IT 2725; (Allgeier tegen GAC), https://www.itenrecht.nl/artikelen/sale-and-marketing-agreement-ook-n-faillissement-nog-geldig

Rechtbank Oost-Brabant 13 maart 2019, IEF 18313, IT 2725 (Allgeier tegen GAC) Auteursrecht. Software. Allgeier is een Duitse onderneming die software ontwikkelt en verhandelt. Zij is geautoriseerd partner van Microsoft Dynamics. GAC is een Nederlands IT-bedrijf, en eveneens geautoriseerd partner. GAC had een overeenkomst met het in 2005 failliet verklaarde BOG, op grond waarvan GAC gerechtigd was de software van BOG te verkopen. Het Duitse bedrijf Axol IT Kommunikations heeft de vermogensbestanddelen van BOG overgenomen en haar naam gewijzigd naar BOG IT Solutions GmbH, waarna zij is gefuseerd met Allgeier. Hieruit is eisende partij ontstaan. Zij vordert dat GAC een inbreuk heeft gemaakt op haar auteursrechten die op de software rusten. GAC verweerd zich door te stellen dat Allgeier geen rechthebbende is op de auteursrechten, en zo wel dat zij een geldig gebruiksrecht heeft op grond van de Sales & Marketing Agreement die zij heeft gesloten met BOG. Een Sales & Marketing Agreement bestaat na faillissement van de licentiegever nog steeds rechtsgeldig voort, het faillissement doet daar niet aan af. Hetzelfde geldt voor de overdracht van de auteursrechten/exploitatierechten op de software na het faillissement van de oorspronkelijke licentiegever. Gedaagde is op grond van de Sales & Marketing Agreement gerechtigd om de software aan haar klanten in licentie te geven, te verkopen of anderszins ter beschikking te stellen. Zij heeft daar voor geen toestemming van Allgeier nodig.

IT 2723

Jurisprudentielunch Privacyrecht

Ook dit jaar organiseert deLex de Jurisprudentielunch privacyrecht, op dinsdag 14 mei, onder leiding van prof. mr. Peter Blok. Volgens beproefd concept, met een compleet overzicht van de relevante rechtspraak op het gebied van privacyrecht en de bescherming van persoonsgegevens. Tijdens de lunch in slechts twee uur tijd weer volledig op de hoogte!

Voorbeelden van te behandelen uitspraken:

- HvJ EU, 5 juni 2018; Facebook 'fanpagina' (met o.a. wie is verwerker, jurisdictie toezichthouder), IT 2576
- HvJ EU, 10 juli 2018; gegevensverzameling door Jehova getuigen, IT 2477
- Uitspraak EHRM over de inlichtingendiensten

Prof. mr. Peter Blok is hoogleraar Octrooirecht en privacy en verbonden aan het Centrum voor Intellectueel Eigendomsrecht (CIER) van de Universiteit Utrecht. Daarnaast is hij raadsheer in het gerechtshof Den Haag. Hij is gespecialiseerd in het intellectueel eigendomsrecht, het privacyrecht en de bescherming van persoonsgegevens.

Accreditatie:     2 opleidingspunten in het kader van de Verordening op de vakbekwaamheid
Tijd:                  12:00 – 14:00 uur
Locatie:            Amsterdam

Houd voor meer informatie de website in de gaten: https://www.delex.nl/shop/opleidingen

IT 2722

Geen spoedeisend belang, nieuw verzoek omtrent verwijderen BKR-registratie is mogelijk

Rechtbank 28 feb 2019, IT 2722; ECLI:NL:RBDHA:2019:1988 (BKR-Registratie), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geen-spoedeisend-belang-nieuw-verzoek-omtrent-verwijderen-bkr-registratie-is-mogelijk

Vzr Rechtbank Den Haag 28 februari 2019, IT 2722, ECLI:NL:RBDHA:2019:1988 (BKR-registratie). Procedure ex artikel 35 Uitvoeringswet AVG in verhouding tot de artikelen 79 en 21 AVG, alsmede in relatie met artikel 6:162 BW. Eiser heeft met ABN Amro (een van de gedaagden) een kredietovereenkomst gesloten. Eiser voldeed vanaf januari 2014 niet meer aan zijn betalingsverplichtingen. ABN Amro heeft hier toen melding van gemaakt bij o.a. het BKR. Ook vanuit de Rabobank (een van de gedaagden) en Hoist Finance (eveneens gedaagde) zijn meldingen gedaan bij het BKR over kredieten verstrekt aan eiser. Eiser heeft inmiddels al deze kredieten afgelost, en gedaagden verzocht de registraties te verwijderen. Gedaagden hebben hieraan geen gehoor gegeven. Gedaagden stellen dat dit in strijd is met primair de AVG en subsidiair art. 6:162 BW. Met betrekking tot de strijdigheid met de AVG: er is geen sprake gebleken van een spoedeisend belang. De aangevoerde omstandigheden zijn bij gedaagden verder ook onbekend. Eiser kan dus een nieuw verzoek indienen. Dit verzoek kan binnen redelijke tijd tot een nieuw besluit leiden. Met betrekking tot de vordering op grond van art. 6:162 BW: de wetgever heeft voor dit soort aangelegenheden een speciale regeling in het leven geroepen in de AVG. De vorderingen van eiser worden dus afgewezen.

IT 2721

Conclusie AG: Amazon kan niet worden verplicht om voor consumenten een telefoonnummer open te stellen

HvJ EU 28 feb 2019, IT 2721; ECLI:EU:C:2019:165 (Amazon), https://www.itenrecht.nl/artikelen/conclusie-ag-amazon-kan-niet-worden-verplicht-om-voor-consumenten-een-telefoonnummer-open-te-stellen-1

Conclusie AG HvJ EU 28 februari 2019, IEFbe 2834; IT 2721; ECLI:EU:C:2019:165 (Amazon) Consumentenbescherming. Richtlijn 2011/83/EU. Informatieverplichtingen voor overeenkomsten op afstand of buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten. Informatie over communicatiemiddelen waarmee de consument snel contact met de handelaar kan opnemen en efficiënt met hem kan communiceren. Uit het persbericht:

Advocaat-generaal Pitruzzella stelt het Hof voor te verklaren dat een e-commerceplatform als Amazon niet kan worden verplicht om voor consumenten een telefoonnummer open te stellen. Wel moet worden gegarandeerd dat de consument uit meerdere communicatiemiddelen kan kiezen, snel contact met de handelaar kan opnemen en efficiënt met hem kan communiceren, en dat de informatie over deze middelen toegankelijk, duidelijk en begrijpelijk is.

IT 2719

SOLV en Deikwijs bundelen krachten

Per 1 maart a.s. treden Deikwijs-partners Douwe Linders en Eva de Vries als partners toe tot SOLV Advocaten. Met de komst van deze twee doorgewinterde specialisten en meekomend talent Jacintha van Dorp bevestigt SOLV haar positie als toonaangevend nichekantoor op het gebied van ICT, privacy, intellectueel eigendomsrecht en mediarecht.

IT 2720

Prejudiciële vragen aan HvJ EU: in hoeverre mag nationale wetgeving privacy beperken bij een opsporingsonderzoek?

HvJ EU 18 jan 2019, IT 2720; (Telefoontap), https://www.itenrecht.nl/artikelen/prejudici-le-vragen-aan-hvj-eu-in-hoeverre-mag-nationale-wetgeving-privacy-beperken-bij-een-opsporin

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 18 januari 2019, IEF 18276, IT 2720, IEFbe 2831; C-746/18 (Telefoontap) Via MinBuZa: Verzoeker is door de Estse rechter veroordeeld tot een gevangenisstraf. Bij het opsporingsonderzoek naar de strafbare feiten die verzoeker vermeend heeft begaan is door het Estse OM gebruik gemaakt van gegevens die zijn verstrekt door een telecommunicatiebedrijf. Deze gegevens heeft het OM opgevraagd op grond van de Estse wet inzake telecommunicatie. Mede op basis van deze gegevens is verzoeker in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaren. Tegen dit vonnis is verzoeker in hoger beroep gegaan. In hoger beroep is de rechter tot een min of meer gelijk vonnis gekomen. Hierna heeft verzoeker beroep in cassatie ingesteld, met als voornaamste argument dat het verkregen bewijs niet als bewijs had mogen dienen en dat verzoeker dus ten onrechte is veroordeeld. Hierbij zijn met name artikel 15(1) van richtlijn 2002/58/EG en het Handvest van belang, die meer ruimte laten voor de privacy voor de burgers van de EU. De Estse wetgeving laat dus minder ruimte voor privacy, en biedt onder meer de mogelijkheid de gegevens van bellers bij een telecommunicatie te onderzoeken. De vraag is of de Estse wetgeving in lijn is met artikel 15(1) van richtlijn 2002/58/EG en het Handvest.

IT 2718

Prejudicieel gestelde vraag aan HvJ EU: Zijn nationale bepalingen persoonsgegevens uitsluitend journalistieke, artistieke of literaire doeleinden in strijd met Handvest?

HvJ EU 15 okt 2018, IT 2718; (Associated Newspapers), https://www.itenrecht.nl/artikelen/prejudicieel-gestelde-vraag-aan-hvj-eu-zijn-nationale-bepalingen-persoonsgegevens-uitsluitend-journa

Prejudicieel gestelde vraag aan HvJ EU 15 oktober 2018, IEF 18264; IEFbe 2829; IT 2718; C-687/18 (Associated Newspapers) Via MinBuza: Verweerster is uitgeefster van de kranten van onder andere de Daily Mail. Verzoeker heeft gedurende meerdere jaren geklaagd over uiteenlopende artikelen die verweerster had gepubliceerd. Verzoeker heeft ook geklaagd over het feit dat de Daily Mail persoonsgegevens had verzameld, opgeslagen en gebruikt.  Verzoeker heeft bij de Britse rechter beroep ingesteld tegen verweerster met betrekking tot de door verweerster gepubliceerde artikelen. Verweerster heeft op grond van section 32 DPA (Data Protection Act, dit artikel geeft een mogelijkheid om af te wijken van artikel 9 van de richtlijn 95/46/EG) een vordering tot schorsing van het geding ingediend. Volgens lid 4 van dit artikel moet de nationale rechter het rechtsgeding schorsen wanneer de persoonsgegevens worden verwerkt voor uitsluitend journalistieke, artistieke of literaire doeleinden en met het oog op de publicatie door een persoon van journalistiek, literair of artistiek materiaal dat 24 uur voor de peildatum niet eerder door de voor de verwerking verantwoordelijke was gepubliceerd. In casu staat vast dat aan beide voorwaarden is voldaan. Verzoeker verzet zich tegen de schorsing omdat deze in strijd zou zijn met het Unierecht (richtlijn 95/46/EG en Handvest van de grondrechten). 

IT 2717

Prejudicieel gestelde vraag aan HvJ EU: schendt videobewakingssysteem Unierecht?

HvJ EU 2 okt 2018, IT 2717; (Asociaţia de Proprietari bloc M5A-ScaraA), https://www.itenrecht.nl/artikelen/prejudicieel-gestelde-vraag-aan-hvj-eu-schendt-videobewakingssysteem-unierecht

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 2 oktober 2018; IEF 18262; IEFbe 2828; IT 2717; C-708/18 (Asociaţia de Proprietari bloc M5A-ScaraA) Via MinBuza: Verweerster (de vereniging van eigenaren van het appartementencomplex) heeft een videobewakingssysteem geïnstalleerd in de gemeenschappelijke ruimten van het appartementencomplex. Verzoeker had ook ingestemd met het bewakingssysteem. De videobeelden zijn verwerkt zonder dat verweerster was geregistreerd als verantwoordelijke voor de verwerking. Deze gegevens zijn op verzoek van verweerster gewist, nadat er klachten waren ingediend door verzoeker. Later heeft een gespecialiseerd bedrijf de drie videocamera’s op verzoek van de vereniging van eigenaren gedemonteerd en overgedragen aan de verweerster. Zij heeft vervolgens geweigerd de camera's te demonteren. Verzoeker verzocht om een verklaring dat zijn recht op persoonlijke levenssfeer door verweerster is geschonden en om een bevel de camera’s te verwijderen en het hele videobewakingssysteem te ontmantelen, op straffe van een civielrechtelijke boete. Verzoeker voert aan dat het videobewakingssysteem vijf maanden na 21 oktober 2016 (de datum waarop de beelden zijn gewist) nog altijd aanwezig is. Verweerster heeft aangevoerd dat zij te goeder trouw, transparant en met de beste bedoelingen videocamera’s heeft geïnstalleerd met het doel het appartementencomplex M5A zo doelmatig mogelijk te beschermen. De verwijzende rechter verzoekt het hof daarom om uitlegging van de bepalingen van Unierecht, aangezien het recht op privéleven en familie- en gezinsleven van verzoeker niet in de kern mag worden aangetast door het aanbrengen van een videobewakingssysteem en het verwerken van gegevens door verweerster nadat deze de formaliteiten voor het verkrijgen van de status van voor de verwerking verantwoordelijke had vervuld.

IT 2715

Verbod om in de toekomst persoonsgegevens te verwerken en schadevergoeding voor immateriële schade moeten via dagvaarding

Rechtbank 31 jan 2019, IT 2715; ECLI:NL:RBAMS:2019:645 (Mega Media Producties), https://www.itenrecht.nl/artikelen/verbod-om-in-de-toekomst-persoonsgegevens-te-verwerken-en-schadevergoeding-voor-immateri-le-schade-m

Rechtbank Amsterdam 31 januari 2019, IT 2715; ECLI:NL:RBAMS:2019:645 (Mega Media Producties) AVG. Via de domeinnaam [website] is een website kenbaar waarop onder meer de volledige naam en geboortedatum van [verzoeker] zijn genoemd. Verder zijn artikelen die (naar de rechtbank begrijpt:) eerder in een landelijk dagblad zijn gepubliceerd en een dossier van 28 pagina’s over [verzoeker] op de website geplaatst. Verwerking persoonsgegevens met een uitsluitend journalistiek doeleinde. Vordering verwijdering persoonsgegevens, toekomstig verbod en immateriele schadevergoeding niet door middel van verzoekschriftprocedure maar dagvaardingsprocedure. Wisselbepaling.

IT 2714

Uitspraak ingezonden door Bas Evers, Groot & Evers.

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU: Doet verhuurder van auto met radio-ontvanger een mededeling?

HvJ EU 30 nov 2018, IT 2714; (Stim et SAMI), https://www.itenrecht.nl/artikelen/prejudicieel-gestelde-vragen-aan-hvj-eu-doet-verhuurder-van-auto-met-radio-ontvanger-een-mededeling

Prejudicieel gestelde vragen aan HvJ EU 15 november 2018, IEF 18245; IEFbe 2822; IT 2714; C-753/18 (Stim et SAMI) Via MinBuza: T 5909-17 – Fleetmanager Sweden AB verhuurt auto’s aan bedrijven als Sixt die ze vervolgens voor de kortetermijnverhuur gebruiken. Deze auto’s zijn uitgerust met een radio. Auteursrechtenvereniging Stim heeft een vordering ingesteld van 369.450,- SEK tegen Fleetmanager omdat door de kortetermijnverhuur andere exploitanten zonder toestemming van Stim muziek ter beschikking van het publiek (kunnen) stellen door de radio in de auto. Stim betoogde dat het ter beschikking stellen een inbreuk vormde op de rechten van auteurs of hun rechtsopvolgers overeenkomstig §2, leden 1 en 3, van de Wet op het auteursrecht. Fleetmanager betoogt o.a. dat een huurder van een huurauto niet kan worden gezien als “algemeen publiek”.

T 891-18 – Nordisk Biluthyrning AB verhuurt voertuigen, o.a. voor de korte termijn. De voertuigen zijn standaard met een radio uitgerust. 
SAMI is een auteursrechtenorganisatie. De twee partijen hadden een overeenkomst tussen 2011 en 2014. Nordisk Biluthyring beargumenteerde dat de rechter voor recht moet verklaren dat Nodrisk Biluthyring in 2015 en 2016 geen vergoeding moet betalen aan SAMI omdat o.a. de radio in een auto een integrerend deel van de uitrusting van die auto vormt en daarom geen bewuste handeling uit kan voeren, maar alleen de fysieke faciliteiten voor mededeling beschikbaar kan stellen. De rechter heeft geoordeeld dat de Wet op het auteursrecht richtlijnconform moet worden uitgelegd en dat dit overeenkomt met een “mededeling aan het publiek”. Verder verklaarde de rechter dat Nordisk Biluthyrning, door radio-ontvangers in huurauto’s beschikbaar te stellen, het voor de huurders mogelijk maakte fonogrammen te beluisteren, en dat er dus sprake was van een “mededeling”.