DOSSIERS
Alle dossiers

Persoonsgegevens  

IT 4541

Belang verzoeker bij verwijdering BKR registratie weegt zwaarder

Rechtbank 29 mrt 2024, IT 4541; ECLI:NL:RBDHA:2024:4473 (Verzoeker tegen Aegon), https://www.itenrecht.nl/artikelen/belang-verzoeker-bij-verwijdering-bkr-registratie-weegt-zwaarder

Rb. Den Haag 29 maart 2024, IT 4541; ECLI:NL:RBDHA:2024:4473 (Verzoeker tegen Aegon). Aegon is een financiële dienstverlener op het gebied van woningfinancieringen. In 2011 heeft zij aan verzoeker een hypothecaire lening verstrekt van €1.093.750 ten behoeve van de aankoop van een woning. Verzoeker is vervolgens zijn baan verloren, waarna betalingsachterstanden zijn ontstaan. Uit de slotuitdelingslijst bleek uiteindelijk dat Aegon €16.356,36 zal worden uitbetaald, op een totale vordering van €251.196,63. Aegon heeft vervolgens verzoeker als gevolg van deze betalingsachterstanden in het BKR geregistreerd. Op 22 augustus 2019 heeft verzoeker Aegon verzocht de BKR-registraties te doen verwijderen. Dit verzoek heeft Aegon afgewezen. In deze procedure verzoekt verzoeker een bevel tot verwijdering van de bijzonderheidsregistraties van verzoeker in het CKI van het BKR. Hij beroept zicht onder meer op artikel 17 lid 1 sub c en artikel 21 lid 1 AVG. Aegon stelt dat verzoeker niet-ontvankelijk verklaard dient te worden in zijn verzoek.

IT 4539

Conclusie A-G: Facebook mag openbare gegevens over seksuele geaardheid niet gebruiken voor persoonlijke advertenties

HvJ EU 25 apr 2024, IT 4539; ECLI:EU:C:2024:366 (Schrems tegen Meta), https://www.itenrecht.nl/artikelen/conclusie-a-g-facebook-mag-openbare-gegevens-over-seksuele-geaardheid-niet-gebruiken-voor-persoonlijke-advertenties

Conclusie A-G HvJ EU 25 april 2024, IT 4539; ECLI:EU:C:2024:366 (Schrems tegen Meta). In 2018 presenteerde Meta Platforms Ireland nieuwe Facebook-servicevoorwaarden aan zijn gebruikers in de Europese Unie. Het geven van toestemming voor deze voorwaarden is vereist om aan te melden voor of toegang te krijgen tot de accounts en diensten die door Facebook worden aangeboden. De heer Maximilian Schrems, een Facebook-gebruiker en activist op het gebied van gegevensbescherming, heeft deze voorwaarden aanvaard. Hij beweert regelmatig op homoseksuelen gerichte advertenties en uitnodigingen voor overeenkomstige evenementen te hebben ontvangen. Hij stelt dat die advertenties niet rechtstreeks op zijn seksuele geaardheid zijn gebaseerd, maar op een analyse van zijn specifieke interesses. Schrems acht de verwerking van zijn gegevens onrechtmatig en heeft een zaak aanhangig gemaakt bij de Oostenrijkse rechtbank. Het Oostenrijkse Hooggerechtshof vraagt het Hof van Justitie of Facebook alle beschikbare persoonsgegevens zonder tijdsbeperking mag analyseren en verwerken met het oog op gerichte reclame. Bovendien vraagt de verwijzende rechter het Hof of een verklaring van een persoon over zijn of haar seksuele geaardheid in het kader van een paneldiscussie de verwerking van andere gegevens over dat onderwerp toelaat met het oog op het aanbieden van gerichte reclame aan hem of haar. De advocaat-generaal licht in zijn conclusie toe dat het gebruik van gegevens voor reclame moet worden beperkt in tijd, type en bron.

IT 4534

Tussenbeschikking inzake AVG controlerecht

Hof 11 apr 2024, IT 4534; ECLI:NL:GHSHE:2024:1239 (Appellante tegen verweerster), https://www.itenrecht.nl/artikelen/tussenbeschikking-inzake-avg-controlerecht

Hof 's-Hertogenbosch 11 april 2024, IT 4534; ECLI:NL:GHSHE:2024:1239 (Appellante tegen verweerster). Appellante huurt sinds 21 september 1987 een woning van verweerster. Appellante heeft verweerster verzocht om haar een overzicht en kopieën te verstrekken van de persoonsgegevens die verweerster van haar (heeft) verwerkt op grond van artikel 12 en 15 lid 1 AVG. De vraag die in deze zaak voorligt is of het door verweerster verstrekte overzicht op 20 juli 2022 voldoet aan het artikel 15 AVG-verzoek van appellante. Daarnaast ligt de vraag voor of verweerster verplicht is om kopieën van documenten te verstrekken op grond van voormeld artikel, zoals door appellante is verzocht. Bij tussenbeschikking van 23 november 2023 heeft het gerechtshof ten aanzien van het verzoek tot afgifte van kopieën overwogen dat verweerster niet zonder meer kopieën behoeft te overleggen als de met het recht op inzage nagestreefde doelstelling – recht op controle – volledig kan worden voldaan door een andere vorm van verstrekking, maar dan verwacht het hof wel dat dit helder en begrijpelijk aan appellante wordt toegelicht. Appellante heeft echter onderbouwd aangegeven dat zij nog diverse stukken mist in het overzicht.

IT 4533

HvJ EU over de vaststelling van immateriële schade(vergoeding) bij schending AVG

HvJ EU 11 apr 2024, IT 4533; ECLI:EU:C:2024:288 (GP tegen juris), https://www.itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-over-de-vaststelling-van-immateriele-schade-vergoeding-bij-schending-avg

HvJ EU 11 april 2024, IT 4533; ECLI:EU:C:2024:288 (GP tegen juris). Verzoeker is een natuurlijke persoon die zelfstandig advocaat is en klant was bij juris, een vennootschap die een juridische databank exploiteert. Nadat hij in het hoofdgeding had vernomen dat juris zijn persoonsgegevens ook voor direct marketing gebruikte, heeft hij op 6 november 2018 al zijn toestemmingen om van dit bedrijf informatie te ontvangen per e-mail of telefoon schriftelijk ingetrokken en zich verzet tegen elke verwerking van die gegevens. Desondanks heeft verzoeker in het hoofdgeding in januari 2019 op zijn kantooradres twee reclamebrieven ontvangen die op zijn naam stonden. De eerste prejudiciële vraag gaat over artikel 82, lid 1, AVG en of schending van de AVG volstaat om van immateriële schade te spreken, ongeacht of de door deze persoon geleden schade enige ernst vertoont. Het Hof beantwoordt deze vraag ontkennend. Betrokkene moet namelijk niet alleen aantonen dat er bepalingen van de verordening zijn geschonden, maar ook dat hij dergelijke schade heeft geleden ten gevolge van deze schending.

IT 4532

Deskundige bepaalt welke medische gegevens verstrekt moeten worden

Rechtbank 9 apr 2024, IT 4532; ECLI:NL:RBOBR:2024:1569 (Verzoekster tegen NN), https://www.itenrecht.nl/artikelen/deskundige-bepaalt-welke-medische-gegevens-verstrekt-moeten-worden

Rb. Oost-Brabant 9 april 2024, IT 4532, LSR 2237; ECLI:NL:RBOBR:2024:1569 (Verzoekster tegen NN). Verzoekster is in 2011 een ongeval overkomen. Zij is toen aangereden door een verzekerde van Nationale Nederlanden Schadeverzekering N.V. (hierna NN). Tussen partijen is een discussie ontstaan over de precieze aard en ernst van het letsel en het causale verband tussen het ongeval en het gestelde letsel. Partijen zijn het erover eens dat er in ieder geval een psychiatrisch onderzoek moet plaatsvinden, maar zijn daarbij wel verdeeld over de vraag welke medische informatie verzoekster nog moet verstrekken. Het verzoek strekt ertoe dat de rechtbank voor het onderzoek een psychiater, een verzekeringsgeneeskundige en een arbeidsdeskundige inschakelt en de kosten door NN betaald moeten worden. Verzoekster stelt dat zij hierbij niet gehouden is om meer medische gegevens te stellen dan zij al heeft gedaan, omdat NN al beschikt over het huisartsenjournaal met betrekking tot de periode vanaf 5 jaar voor het ongeval. NN stelt dat de verzoeken om benoeming van een verzekeringsgeneeskundige en een arbeidsdeskundige prematuur zijn. Eerst moet namelijk worden vastgesteld of de gestelde medische klachten van verzoekster in medisch causaal verband staan tot het ongeval. De rechtbank oordeelt in deze tussenbeschikking als volgt.

IT 4520

Betrokkene maakt geen misbruik van recht op inzage

Hof 19 mrt 2024, IT 4520; ECLI:NL:GHARL:2024:1924 (Appellant tegen KPMG), https://www.itenrecht.nl/artikelen/betrokkene-maakt-geen-misbruik-van-recht-op-inzage

Hof Arnhem-Leeuwarden 19 maart 2024, IT&R 4520; ECLI:NL:GHARL:2024:1924 (Appellant tegen KPMG). Van 15 juni 2004 tot 1 augustus 2011 was betrokkene werkzaam als ambtenaar bij de gemeente. KPMG heeft in opdracht van de gemeente in de periode 2012 en 2015 een tweetal onderzoeken uitgevoerd naar mogelijke onregelmatigheden in relatie tot verzoeker en aan hem gelieerde personen. Betrokkene heeft KPMG verzocht om een overzicht te sturen van de verwerkte persoonsgegevens. KPMG heeft dit overzicht gestuurd, maar betrokkene heeft KPMG medegedeeld dat het overzicht onvolledig is. De rechtbank heeft het verzoek KPMG te bevelen een volledig overzicht van de persoonsgegevens te verstrekken afgewezen, omdat betrokkene misbruik maakt van zijn recht op inzage [zie IT 4103]. Betrokkene gaat in hoger beroep.

IT 4521

Divosa voldoet met aangevulde overzichten aan inzageverzoek

Hof 19 mrt 2024, IT 4521; ECLI:NL:GHARL:2024:1925 (Betrokkene tegen Divosa), https://www.itenrecht.nl/artikelen/divosa-voldoet-met-aangevulde-overzichten-aan-inzageverzoek

Hof Arnhem-Leeuwarden 19 maart 2024, IT 4521; ECLI:NL:GHARL:2024:1925 (Betrokkene tegen Divosa). Divosa ontplooit namens alle gemeenten in Nederland initiatieven om werkloosheid terug te dringen. De betrokkene heeft Divosa inzage verzocht in zijn persoonsgegevens die Divosa heeft verwerkt. Het door Divosa verstrekte overzicht is echter niet volledig volgens de betrokkene. Hij heeft de rechtbank verzocht Divosa te bevelen een volledig overzicht te verschaffen. Het gaat onder meer om informatie over de doelen van de verwerking en gegevenswisseling met derden. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, waarna de betrokkene in hoger beroep is gegaan bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (hierna: het hof). In tegenstelling tot het oordeel van de rechtbank, oordeelt het hof dat de betrokkene met zijn verzoeken geen misbruik van het inzagerecht maakt. Een betrokkene hoeft zijn inzageverzoek, dat neergelegd is in artikel 15 AVG, immers niet te motiveren. Het maakt dus ook niet uit of de informatie voor andere doeleinden wordt gebruikt. Het hof oordeelt dat het eerste overzicht onvolledig was en niet voldeed aan artikel 15 lid 3 AVG. Met haar aangevulde overzichten voldoet Divosa echter wel aan het inzageverzoek. De betrokkene heeft onvoldoende gemotiveerd dat door Divosa nog meer persoonsgegevens verwerkt zouden zijn. Hiermee is voldaan aan de vereisten van artikel 15 AVG en heeft de betrokkene geen belang meer bij de toewijzing van zijn inzageverzoek.

IT 4518

Stichting is verplicht kennis te geven over verwijdering persoonsgegevens

Hof 4 apr 2024, IT 4518; ECLI:NL:GHARL:2024:2100 (Appellant tegen Stichting De Rading), https://www.itenrecht.nl/artikelen/stichting-is-verplicht-kennis-te-geven-over-verwijdering-persoonsgegevens

Hof Arnhem-Leeuwarden 26 maart 2024, IT 4518; ECLI:NL:GHARL:2024:2100 (Betrokkene tegen Stichting De Rading). In 2013 is de dochter van betrokkene onder toezicht gesteld en vervolgens bij Stichting De Rading (hierna: De Rading) terecht gekomen. Betrokkene heeft een hulpverlener die werkzaam was bij De Rading verzocht zijn en zijn dochters persoonsgegevens te verwijderen. De Hoge Raad heeft als eindoordeel gegeven dat alle door betrokkene benoemde passages verwijderd dienen te worden [zie IT 3597]. Uit gegevens van Samen Veilig blijkt echter dat De Rading op basis van meerdere indicatiebesluiten op naam van de dochter jeugdhulpverlening heeft verleend. Ook blijken er meerdere eerste hulpverleningsplannen en eindverslagen te bestaan. Betrokkene verzoekt dat De Rading wordt bevolen om opgave te doen van degenen aan wie zij mededeling heeft gedaan van de betreffende gegevens en hen in kennis te stellen van de verwijdering van de passages.

IT 4512

Verzoek om inzage bij BKR terecht afgewezen

Rechtbank 14 mrt 2024, IT 4512; ECLI:NL:RBGEL:2024:1472 (Verzoeker tegen BKR), https://www.itenrecht.nl/artikelen/verzoek-om-inzage-bij-bkr-terecht-afgewezen

Rb. Gelderland 14 maart 2024, IT 4512; ECLI:NL:RBGEL:2024:1472 (Verzoeker tegen BKR). Verzoeker is met de bank Santander een geldleningsovereenkomst aangegaan. Het krediet is in opdracht van Santander door BKR geregistreerd in het CKI. Vervolgens is in het CKI registratie gedaan van betalingsachterstand. Verzoeker heeft inzage gevraagd bij het BKR. BKR heeft bij brief aangegeven dat zij geen inzage kan geven in de door haar gevraagde documenten, omdat BKR niet over deze gegevens beschikt en niet gehouden is om die gegevens bij Santander op te vragen. Aan de hand hiervan verzoekt verzoeker bij de rechtbank dat BKR bevelen wordt inzage te geven en baseert dit op het inzagerecht neergelegd in artikel 15 AVG. Het inzagerecht van artikel 15 AVG is echter gericht tot de verwerkingsverantwoordelijke als adressaat van de daarin genoemde verplichtingen en heeft betrekking op de gegevens die door of ten behoeve van een verwerkingsverantwoordelijke waartoe een inzageverzoek wordt gericht daadwerkelijk worden verwerkt. De rechtbank maakt op dat verzoeker ook inzage wil hebben in bijvoorbeeld kredietovereenkomsten met Santander. Verzoeker heeft niet voldoende gemotiveerd kunnen stellen dat dat BKR ook verwerkingsverantwoordelijke is met betrekking tot niet door haar maar alleen door Santander verwerkte persoonsgegevens. De verzoeken worden afgewezen.

IT 4509

Bank en kredietlener registreren onrechtmatig strafrechtelijke persoonsgegevens

Rechtbank 8 nov 2023, IT 4509; ECLI:NL:RBMNE:2023:6484 (Eiser tegen gedaagden), https://www.itenrecht.nl/artikelen/bank-en-kredietlener-registreren-onrechtmatig-strafrechtelijke-persoonsgegevens

Rb. Midden-Nederland 8 november 2023, IT 4509; ECLI:NL:RBMNE:2023:6484 (Eiser tegen gedaagden). In betreffende zaak gaat het om de beantwoording van de vraag of er voldoende grond was om tot registratie van de strafrechtelijke persoonsgegevens van eiser over te gaan. Het gaat om registratie in de Externe Verwijzingsregister (EVR) en Interne Verwijzingsregister (IVR) door de bank en een kredietverlener. De registratie was naar aanleiding van het vermoeden dat sprake was van een looncarrousel na verstrekking van een hypothecaire geldlening.