Belang verzoeker bij verwijdering BKR registratie weegt zwaarder
Rb. Den Haag 29 maart 2024, IT 4541; ECLI:NL:RBDHA:2024:4473 (Verzoeker tegen Aegon). Aegon is een financiële dienstverlener op het gebied van woningfinancieringen. In 2011 heeft zij aan verzoeker een hypothecaire lening verstrekt van €1.093.750 ten behoeve van de aankoop van een woning. Verzoeker is vervolgens zijn baan verloren, waarna betalingsachterstanden zijn ontstaan. Uit de slotuitdelingslijst bleek uiteindelijk dat Aegon €16.356,36 zal worden uitbetaald, op een totale vordering van €251.196,63. Aegon heeft vervolgens verzoeker als gevolg van deze betalingsachterstanden in het BKR geregistreerd. Op 22 augustus 2019 heeft verzoeker Aegon verzocht de BKR-registraties te doen verwijderen. Dit verzoek heeft Aegon afgewezen. In deze procedure verzoekt verzoeker een bevel tot verwijdering van de bijzonderheidsregistraties van verzoeker in het CKI van het BKR. Hij beroept zicht onder meer op artikel 17 lid 1 sub c en artikel 21 lid 1 AVG. Aegon stelt dat verzoeker niet-ontvankelijk verklaard dient te worden in zijn verzoek.