Gepubliceerd op maandag 2 september 2013
IT 1262
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Berichten plaatsen op Facebook is geen lastigvallen

Vzr. Rechtbank Limburg 31 juli 2013, ECLI:NL:RBLIM:2013:4624 (Via Facebook lastigvallen)
Facebook, smaad, lastigvallen. Te ruime vordering: noemen van de naam op familiefeest. Partijen hadden gedurende ongeveer veertien jaren een relatie met elkaar gehad en hieruit zijn twee thans nog minderjarige kinderen geboren. De vrouw heeft reeds eerder jegens de man een kort geding procedure geëntameerd (zaaknummer 178734 / KG ZA 13-83 [red. opgevraagd bij de Rechtbank]).

Ter zitting van 20 maart 2013 hebben partijen afspraken gemaakt, waarna de vrouw haar vorderingen - met instemming van de man - heeft ingetrokken. Al vrij snel na 20 maart 2013 hield de man zich niet meer aan de gemaakte afspraken: hij viel de vrouw lastig via Whatsapp en verspreidde via Facebook informatie over de vrouw en de kinderen.

 

De vrouw vordert dat de voorzieningenrechter de man verbiedt om de vrouw telefonisch danwel via internet of enig elektronisch berichtenverkeer lastig te vallen en/of privégegevens van de vrouw en/of de kinderen van partijen, waaronder begrepen haar naam in het openbaar te doen circuleren op welke wijze dan ook met name via internet en ander elektronisch verkeer, onder verbeurte van een dwangsom.

Volgens de voorzieningenrechter kan er niet, althans niet zonder nadere toelichting, worden geoordeeld dat de door de man geplaatste berichten op Facebook waarin hij zich richt tot derden/bekenden, als het “lastigvallen van de vrouw” kunnen worden gekwalificeerd.

De beoordeling
4.3 Voor wat betreft het eerste deel van de vordering onder 1 overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Er kan niet, althans niet zonder nadere toelichting, worden geoordeeld dat de door de man geplaatste berichten op Facebook waarin hij zich richt tot derden/bekenden, als het “lastigvallen van de vrouw” kunnen worden gekwalificeerd.

 

4.4 Het tweede deel van de vordering onder 2 dient te worden afgewezen, nu dit deel van de vordering te ruim is geformuleerd en te onbepaald is. Toewijzing van dit deel van de vordering zou bijvoorbeeld betekenen dat de man zelfs niet de naam van de vrouw zou mogen noemen op Facebook of tijdens een familiefeest.
Overigens heeft de man heeft ter zitting toegezegd dat hij op de dag van de zitting vóór 24.00 uur de zijdens hem over de vrouw geplaatste berichten op Facebook zal verwijderen voor zover die nog niet door hem waren verwijderd en dergelijke berichten ook niet meer zal plaatsen.

Lees de uitspraak hier: Rechtspraak.nl.