Gepubliceerd op woensdag 23 augustus 2023
IT 4357
Rechtbank Midden-Nederland ||
10 aug 2023
Rechtbank Midden-Nederland 10 aug 2023, IT 4357; (Camera van de buren), https://www.itenrecht.nl/artikelen/beweegbare-camera-op-perceel-eiser-gericht-maakt-inbreuk-op-privacy

Beweegbare camera op perceel eiser gericht maakt inbreuk op privacy

Rechtbank Midden-Nederland 10 augustus 2023, IT 4357; Zaaknr C/16/559804 (Camera van de buren) In dit kort geding oordeelt de voorzieningenrechter van rechtbank Midden-Nederland over een geschil tussen twee buren. Gedaagde heeft twee camera’s op zijn perceel geplaatst, een aan de voorzijde en een aan de achterzijde van de woning. De camera’s zijn op afstand bestuurbaar. Eiser heeft gedaagde verzocht deze camera’s te verwijderen of zo te verplaatsen dat zijn huis niet op de camera te zien is. Gedaagde heeft hier niet aan voldaan. De vorderingen van eiser slaan op het verwijderen, ofwel het verplaatsen van de camera’s. Eiser beroept zich daartoe op het recht op privacy. Ook stelt eiser dat de camera’s slechts zijn opgehangen om hem te intimideren, niet om gedaagde te beveiligen.

Gedaagde stelt dat de camera aan de voorkant defect is. Eiser heeft geen bewijs overgedragen dat de camera wel werkt, waardoor de camera aan de voorzijde van het huis geen inbreuk maakt op het privacyrecht van eiser. De camera aan de achterzijde van het huis doet dat echter wel. Deze camera filmt grotendeels het slaapkamerraam van eiser. Gedaagde heeft niet aangegeven dat er een rechtvaardigingsgrond voor deze inbreuk op het privacyrecht is. Door een beweegbare camera te plaatsen die deels op het perceel van eiser is gericht is aan het subsidiariteitsbeginsel niet voldaan. De belangen die gedaagde met zijn camera wil beschermen kunnen op een minder belastende manier worden gewaarborgd. De voorzieningenrechter wijst de vordering van eiser toe, in zoverre dat de camera aan de achterkant moet worden verwijderd of worden aangepast zodat zij niet meer beweegbaar is.

4.8 [gedaagde sub 1] c.s. heeft onvoldoende redenen aangevoerd om te oordelen dat er een rechtvaardigingsgrond aanwezig is op basis waarvan hij de camera toch op deze wijze mag ophangen. Door een beweegbare camera te plaatsen die deels gericht is op het perceel en de woning van [eiser sub 1] c.s. is aan het subsidiariteitsbeginsel niet voldaan. Het belang van[gedaagde sub 1] c.s. tot bescherming van zijn eigendommen en het waarborgen van zijn gevoel van veiligheid, kan hij namelijk op een voor [eiser sub 1] c.s. minder belastende manier bereiken. Bijvoorbeeld door een camera te plaatsen met een vast beeld die alleen is gericht op de achtertuin van [gedaagde sub 1] c.s. en waarvan de positie niet - op afstand - gewijzigd kan worden. Voor zover [gedaagde sub 1] bedoeld heeft dat hij de camera op het perceel van [eiser sub 1] c.s. wil richten, om te voorkomen dat [eiser sub 1] c.s. zaken over de schutting gooit, is deze reden onvoldoende om ook boven de schutting en een deel van de woning en slaapkamerramen van [eiser sub 1] c.s. te filmen. Het belang van het recht op privacy van [eiser sub 1] c.s. weegt zwaarder.