Gepubliceerd op donderdag 2 februari 2012
IT 663
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Inzage medische gegevens

Hof Amsterdam, nevenzittingsplaats Arnhem 31 januari 2012, LJN BV2565 (appellant tegen waarborgmaatschappij Medirisk)

Verwerking persoonsgegevens; inzage op grond van Wet bescherming persoonsgegevens. [appellant] heeft op verzoek van Medirisk de medisch directeur, alsmede het medisch en paramedisch personeel van het OLVG gemachtigd de bij hen berustende medische en paramedische gegevens met betrekking tot de aansprakelijkstelling over te leggen aan de medisch adviseur van Medirisk. [appellant] is er verder mee akkoord gegaan dat de medisch adviseur voor de behandeling van de schadekwestie inzage van de medische gegevens verstrekt aan en ten behoeve van bij Medirisk werkzame medewerkers en adviseurs. Medirisk dient uiteindelijk, aldus het Hof, inzage te geven in het medisch rapport van een chirurg en ten aanzien van alle stukken aan tegeven waarover het stuk handelt en om welke reden zij vn mening is dat er Wbp-uitzonderingen van toepassing zijn.

4.7 Ten aanzien van overige stukken die zich in het dossier dat Medirisk over [appellant] houdt bevinden, overweegt het hof als volgt. Medirisk heeft tot op heden geweigerd een overzicht te verstrekken van de informatie die zich in haar dossier bevindt.

Ook ten aanzien van het verzoek een overzicht te verstrekken faalt het betoog van Medirisk dat [appellant] misbruik van recht maakt. Het hof verwijst naar het hiervoor overwogene.

Zonder een nadere toelichting - die ontbreekt - valt voorts niet in te zien dat het verstrekken van een overzicht er reeds toe kan leiden dat het belang dat Medirisk heeft bij het vrijelijk kunnen voeren van overleg geschaad wordt. Om te kunnen beoordelen of het hier gegevens betreft die Medirisk op grond van artikel 2 sub a van de Wbp dan wel artikel 43 sub e van de Wbp niet aan [appellant] hoeft te verstrekken, dient Medirisk derhalve een overzicht over te leggen van de stukken, inclusief eventuele bijbehorende bijlagen, die zich in haar dossier ten aanzien van [appellant] bevinden, waarbij zij per dossierstuk beknopt dient aan te geven waarover dit stuk handelt en om welke reden zij meent dat de uitzondering als bedoeld in artikel 2 sub a van de Wbp en/of artikel 43 sub e van de Wbp op dat stuk van toepassing is.

Dictum
Het hof, beschikkende in hoger beroep:
bepaalt dat Medirisk uiterlijk twee weken nadat deze beschikking in kracht van gewijsde is gegaan aan het hof en de advocaat van de wederpartij het medisch rapport van dr. J.E.L. Cremers (chirurg) zal verstrekken;

bepaalt dat Medirisk uiterlijk twee weken nadat deze beschikking in kracht van gewijsde is gegaan aan het hof en de advocaat van de wederpartij een overzicht zal verstrekken van alle zich in het dossier ten aanzien van [appellant] bevindende stukken, inclusief eventueel daarbij behorende bijlagen, waarbij Medirisk per dossierstuk beknopt dient aan te geven waarover dit stuk handelt en om welke reden zij van mening is dat de uitzondering als bedoeld in artikel 2 sub a van de Wbp en/of artikel 43 sub e van de Wbp op dat stuk van toepassing is;

bepaalt dat van deze beschikking terstond beroep in cassatie kan worden ingesteld;