Gepubliceerd op dinsdag 9 april 2024
IT 4525
it en recht ||
14 mrt 2024
it en recht 14 mrt 2024, IT 4525; ECLI:EU:C:2024:232 (Europese Commissie tegen Republiek Polen e.a.), https://www.itenrecht.nl/artikelen/lidstaten-schieten-tekort-in-omzetten-van-richtlijn-eu-2018-1972

Lidstaten schieten tekort in omzetten van richtlijn (EU) 2018/1972

HvJ EU 14 maart 2024, IT 4525;  ECLI:EU:C:2024:232 (Europese Commissie tegen Republiek Polen, e.a.). De Europese Commissie heeft procedures gestart tegen meerdere lidstaten wegens tekortschieten in het omzetten van richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie. De lidstaten zouden niet alle wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen hebben aangenomen die nodig zijn om te voldoen aan artikel 124, lid 1, van de richtlijn. Dit zou hebben geleid tot schending van artikel 258 VWEU. Het gaat om de lidstaten Ierland, Letland, Polen, Portugal en Slovenië.

Ierland erkent dat het niet de nodige bepalingen heeft vastgesteld om vóór de in richtlijn 2018/1972 bepaalde omzettingsdatum aan deze richtlijn te voldoen. Zij benoemt als reden voor vertraging bij de opstelling van het ontwerp, het aanpassen ervan zodat het voldeed aan de nieuwe grondwettelijke vereisten die gelden voor de met de rechtsbedeling belaste organen. Om toekomstige schending te voorkomen, wordt Ierland een forfaitaire som opgelegd van 4 500 000 EUR. Letland geeft aan zich loyaal te hebben gedragen en benoemt de complexiteit van de richtlijn – waarvan de omzettingstermijn te kort was – als reden voor de vertraging. Ook beroept zij zich op overmacht in verband met eerst de COVID-19-pandemie en de gevolgen daarvan voor de organisatie van de werkzaamheden, en vervolgens op de invasie van Oekraïne door de Russische Federatie. De laatstbenoemde belemmering wordt erkend door de Commissie. De vordering tot oplegging van een dwangsom wordt afgewezen, maar Letland wordt wel een forfaitaire som opgelegd van  300 000 EUR. De andere drie lidstaten, Polen, Portugal en Slovenië, voerden een soortgelijk verwee. Polen had dergelijke maatregelen ook niet vastgesteld en evenmin aan de Commissie meegedeeld. Hierdoor moet Polen een dwangsom van 50 000 EUR per dag betalen zolang niet wordt nagekomen en een forfaitaire som van 4 miljoen EUR betalen. Bij de zaak jegens Portugal stond vast dat Portugal niet de maatregelen had vastgesteld die nodig waren om richtlijn 2018/1972 om te zetten en dat zij dergelijke maatregelen niet aan de Commissie had meegedeeld. Zij moet een forfaitaire som van 2 800 000 EUR betalen. Slovenië dient een forfaitaire som van 800 000 EUR te betalen.

95      Gelet op het voorgaande en op de beoordelingsbevoegdheid waarover het Hof beschikt krachtens artikel 260, lid 3, VWEU – waarin is bepaald dat het Hof geen hogere dwangsom mag opleggen dan door de Commissie is aangegeven – moet, ingeval de in punt 32 van het onderhavige arrest geconstateerde niet-nakoming voortduurt op de datum van uitspraak van dit arrest, de Republiek Polen worden veroordeeld om aan de Commissie een dwangsom van 50 000 EUR per dag te betalen vanaf die datum totdat die lidstaat een einde maakt aan deze niet-nakoming.

105    Hieruit volgt dat – mede gelet op zowel de overwegingen in de punten 77 tot en met 85 van het onderhavige arrest die betrekking hebben op de ernst van de inbreuk als de overwegingen in de punten 92 tot en met 94 van dit arrest die betrekking hebben op de financiële draagkracht van de Republiek Polen, alsmede gelet op de beoordelingsbevoegdheid die het Hof ontleent aan artikel 260, lid 3, VWEU, waarin is bepaald dat het geen hogere forfaitaire som mag opleggen dan door de Commissie is aangegeven – moet worden geoordeeld dat een forfaitaire som moet worden opgelegd voor een bedrag van 4 miljoen EUR, om daadwerkelijk te voorkomen dat in de toekomst opnieuw inbreuken worden begaan die vergelijkbaar zijn met die welke voortvloeien uit de schending van artikel 124 van richtlijn 2018/1972 en die afbreuk doen aan de volle werking van het Unierecht.