Schadelijk voor het functioneren van dat systeem
Hof 's-Gravenhage 23 maart 2012, LJN BV9836 (virus & trojan)
Strafzaak. De verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan het maken en verspreiden van een virus en een trojan, welke (onder andere) de functie hadden om inloggegevens en wachtwoorden af te vangen, op te slaan en naar een voor de verdachte en zijn medeverdachte toegankelijke bestandslocatie te verzenden. Van die gegevens kon misbruik worden gemaakt en dat is ook gebeurd. Aldus heeft de verdachte opzettelijk een stoornis in de besmette computers veroorzaakt, zodat er gemeen gevaar voor een ongestoorde dienstverlening te duchten is geweest. De verdachte heeft welbewust misbruik gemaakt van zijn kennis van informatie- en communicatietechnologie.
Het Hof veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 730 (zevenhonderddertig) dagen. Tevens wordt bepaald dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 405 (vierhonderdvijf) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan het maken en verspreiden van een virus en een trojan, welke (onder andere) de functie hadden om inloggegevens en wachtwoorden af te vangen, op te slaan en naar een voor de verdachte en zijn medeverdachte toegankelijke bestandslocatie te verzenden. Van die gegevens kon misbruik worden gemaakt en dat is ook gebeurd. Aldus heeft de verdachte opzettelijk een stoornis in de besmette computers veroorzaakt, zodat er gemeen gevaar voor een ongestoorde dienstverlening te duchten is geweest. De verdachte heeft welbewust misbruik gemaakt van zijn kennis van informatie- en communicatietechnologie. Daarmee heeft de verdachte het vertrouwen ondermijnd dat internetgebruikers in een ongestoorde afwikkeling van creditcard- en bancaire diensten moeten kunnen stellen. Dat is schadelijk voor het functioneren van dat systeem.