Gepubliceerd op dinsdag 19 augustus 2014
IT 1584
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

SMSParking moet gegevens aan Belastingdienst verstrekken

Hof 's-Hertogenbosch 19 augustus 2014, IT 1583 (De Staat tegen SMSParking)
Privacy. Bescherming persoonsgegevens. SMSParking biedt in Nederland diensten aan voor betaald parkeren via sms-bericht, internet, smartphone of app. Op grond van deze bedrijfsactiviteiten beschikt SMSParking over zowel persoonlijke gegevens van de klant die zich bij haar heeft aangemeld als over parkeergegevens van het betreffende voertuig. In december 2012 is SMSParking bericht door de Bealstingdienst, die het voornemen had om alle van SMS Parking te verkrijgen parkeergegevens op basis van kentekeninformatie te filteren op fiscale relevantie. De Staat vordert - samengevat - SMSParking te veroordelen om volledig en onvoorwaardelijk mee te werken aan het verstrekken van de door de Belastingdienst gevraagde gegevens en inlichtingen. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de Staat afgewezen en de Staat in de proceskosten veroordeeld (IT 1339). Het Hof oordeelt dat noch uit het oogpunt van proportionaliteit noch uit het oogpunt van subsidiariteit in relatie tot artikel 8 EVRM SMSParking een gerechtvaardigd belang heeft om afgifte van de gevraagde gegevens te weigeren. Ook een beroep op de Wbp slaagt niet.

3.5.4. Door SMSParking is verder naar voren gebracht dat de Staat andere en veel minder belastende controlemethodes ter beschikking staan, zodat zij niet behoeft uit te wijken naar het bevragen van SMSParking met betrekking tot de daar aanwezige parkeergegevens. SMSParking heeft daarbij onder meer gewezen op het fotograferen en scannen van kentekens op verschillende wegen. Bovendien, zo stelt zij, zijn 90 tot 95% van de gegevens van SMSParking reeds bekend doordat deze reeds verstrekt zijn door (de gemeenten samenwerkend in verband van) het SHPV, dus door gemeente waarin ook SMSParking haar diensten aanbiedt.
Het hof overweegt het volgende. De stellingen van SMSParking lijken allereerst geen onderscheid te maken tussen de bescherming die voortvloeit uit artikel 8 EVRM voor de daarbij betrokken burgers en het eigen belang dat SMSParking heeft om verstrekking van gegevens te weigeren. Het doet immers wat merkwaardig aan of is zoal niet onbegrijpelijk dat in de visie van SMSParking de Belastingdienst in haar geval naar een minder belastende controlemethode voor de individuele burger zou dienen uit te wijken, nadat de Belastingdienst door gebruikmaking van diezelfde methode bij andere parkeerbedrijven of gemeenten reeds een groot deel van de gewenste gegevens heeft verkregen. De daartoe gehanteerde methode is immers dezelfde als bij SMSParking te weten het bevragen van organisaties zoals SMSParking. Daarnaast kan naar het oordeel van het hof in redelijkheid niet worden volgehouden dat het fotograferen van kentekens (en dus ook de voertuigen die deze dragen) minder belastend zou zijn voor de burger dan het opvragen van kentekens bij SMSParking. Dat laat bovendien onverlet dat een dergelijke methode aanzienlijk arbeidsintensiever is dan het opvragen van de gegevens bij bedrijven als SMSParking, zodat ook reeds om die reden niet gezegd kan worden dat de betreffende methode is aan te merken als gelijkwaardig en even effectief. Evenmin kan van de Belastingdienst worden gevergd dat zij kiest voor een methode waarbij de voor haar interessante kentekens aan SMSParking ter controle worden aangereikt. Een dergelijk handelen zou immers de privacy van een groot aantal burgers kunnen aantasten, waarbij SMSParking niet, zoals de overheid, is onderworpen aan een groot aantal spelregels, die de bevoegdheid van de overheid op dit punt nu juist in goede banen leiden.

3.5.5. De slotsom is dat noch uit het oogpunt van proportionaliteit noch uit het oogpunt van subsidiariteit in relatie tot artikel 8 EVRM SMSParking een gerechtvaardigd belang heeft om afgifte van de gevraagde gegevens te weigeren.

3.6.1. SMSParking heeft daarnaast nog een beroep gedaan op diverse bepalingen uit de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Voor zover dit beroep ziet op de noodzaak om haar cliënten voorafgaand aan dit soort verzoeken van de fiscus te kunnen waarschuwen, hetgeen, nu dit achterwege is gebleven, in de weg zou staan aan het verschaffen van de gevraagde gegevens merkt het hof het volgende op. SMSParking betwist niet dat zij is te beschouwen als een administratieplichtige in de zin van de AWR. In relatie tot de Wbp kan van haar verlangd worden dat zij ingevolge artikel 33 Wbp haar klanten van tevoren informeert over de wijze waarop zij zelf de betreffende gegevens verwerkt. Daarmee heeft zij aan haar wettelijke verplichting voldaan. Desgewenst kan zij haar klanten ook informeren over haar (andere) wettelijke verplichtingen, onder meer als administratieplichtige in de zin van de AWR. Dat zij dit echter tot op heden heeft nagelaten kan (uiteraard) de bevoegdheid van de Belastingdienst om de gewenste gegevens van SMSParking te verkrijgen niet beïnvloeden.
In die zin faalt ook grief 1 in het incidenteel appel.

Andere blogs:
ICTRecht
SOLV