Gepubliceerd op woensdag 6 juni 2018
IT 2578
Rechtbank ||
19 apr 2018
Rechtbank 19 apr 2018, IT 2578; ECLI:NL:RBDHA:2018:4672 (Vereniging tegen de Kwakzalverij), https://www.itenrecht.nl/artikelen/vereniging-wil-gebrek-aan-transparantie-goede-doelen-sector-aan-de-orde-stellen-publiek-belang-van-t

Vereniging wil gebrek aan transparantie goede doelen sector aan de orde stellen: publiek belang van toegang tot de informatie

Rechtbank Den Haag 19 april 2018, IT 2578; ECLI:NL:RBDHA:2018:4672 (Vereniging tegen de Kwakzalverij) Geen verwijdering zoekresultaten. De Vereniging tegen de Kwakzalverij heeft een artikel gepubliceerd over verzoekers. Bij vonnis in kort geding van 27 mei 2014 is - kort samengevat - de Vereniging veroordeeld tot het plaatsen van een rectificatie, aangezien het artikel een aantal feitelijk onjuiste passages bevatte. Hierbij was van zwaarwegend belang dat de Vereniging het gebrek aan transparantie in de goede doelen sector op kritische en waarschuwende wijze aan de orde wilde stellen. Verzoekers willen dat Google bepaalde URL’s uit de zoekresultaten verwijdert dan wel afschermt. Het verzoek wordt afgewezen. De inmenging in de grondrechten van verzoekers door Google is gerechtvaardigd door het overwegende belang dat het publiek erbij heeft dat toegang tot deze informatie beschikbaar en vindbaar blijft en (daarmee) het belang van Google om de desbetreffende zoekresultaten te kunnen (blijven) aanbieden.

4.16. De rechtbank is van oordeel dat [A c.s.] , bij gemotiveerde betwisting daarvan door Google, niet of onvoldoende heeft aangetoond dat de weergave van de onder 4.8 genoemde URL’s in de zoekresultaten in de zoekmachine op de naam van [A] en/of [B] onnauwkeurig, ontoereikend, niet of niet meer ter zake dienend of bovenmatig zijn voor de doeleinden van de verwerking door Google dan wel dat sprake is van bijzondere persoonlijke omstandigheden op grond waarvan verzet tegen deze verwerking van persoonsgegevens moet slagen. De rechtbank neemt daarbij de volgende omstandigheden in aanmerking:

-Het verzoek ziet in de kern op één tamelijk recent bronartikel, te weten de publicatie van het onder 2.3 genoemde artikel op de website en in het tijdschrift van de Vereniging, waarvan de voorzieningenrechter bij vonnis van de rechtbank Amsterdam van 27 mei 2014 uitdrukkelijk heeft bepaald dat de inhoud – afgezien van de te rectificeren passages – voldoende steun vindt in het aanwezige feitenmateriaal. Daarbij heeft de voorzieningenrechter het zwaarwegend belang van de Vereniging benadrukt om het door haar geconstateerde gebrek aan transparantie in de goede doelen sector op kritische en waarschuwende wijze aan de orde te stellen, waarbij [A] en [B] de daardoor gemaakte inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer in de gegeven omstandigheden moeten dulden (zie 2.4);

[...]

-Verwijdering uit de zoekresultaten van Google zal ertoe leiden dat deze, voor het publiek relevante, informatie in de praktijk moeilijk(er) vindbaar wordt. Hierdoor kan een onevenwichtig beeld ontstaan over het verleden van [A] dan wel [B] ;

-Hiertegenover staat dat het beschikbaar maken en houden voor het publiek van de desbetreffende koppelingen in de zoekresultaten van de zoekmachine kan leiden tot negatieve consequenties voor het zakelijke en het privéleven van [A] en [B] .

De rechtbank is evenwel van oordeel dat in dit geval aan de eerstvermelde omstandigheden een aanzienlijk zwaarder gewicht toekomt dan aan de laatstvermelde omstandigheid. De inmenging in de grondrechten van [A c.s.] door Google is gerechtvaardigd door het overwegende belang dat het publiek erbij heeft dat toegang tot deze informatie beschikbaar en vindbaar blijft en (daarmee) het belang van Google om de desbetreffende zoekresultaten te kunnen (blijven) aanbieden.

4.17. Voorts ziet de rechtbank geen aanleiding Google te bevelen in de koppelingen in de zoekresultaten de rectificatie uit het vonnis van 27 mei 2014 te verwerken, reeds omdat de voorzieningenrechter in het voormelde vonnis daartoe uitdrukkelijk geen aanleiding heeft gezien en heeft overwogen dat [A c.s.] onvoldoende belang heeft de exploitanten van zoekmachines te veroordelen tot het verwijderen en verwijderd houden van het artikel (zie 2.4).

4.18. De slotsom is dat Google in redelijkheid het verzoek van [A] en van [B] om de URL’s te verwijderen of af te schermen heeft kunnen afwijzen. Het verzoek van [A c.s.] zal daarom worden afgewezen.