DOSSIERS
Alle dossiers

Privacy  

IT 3325

Uitspraak ingezonden door Rogier de Vrey, CMS.

Toch schending Wbp wegens mogelijke reputatieschade

Hof 17 nov 2020, IT 3325; (Gemeente Alkmaar c.s. tegen Zorgvervoercentrale c.s.), https://www.itenrecht.nl/artikelen/toch-schending-wbp-wegens-mogelijke-reputatieschade

Hof Amsterdam 17 november 2020, IEF 19585, IT 3325; C/14/251636 HA ZA 16-763 (Gemeente Alkmaar c.s. tegen Zorgvervoercentrale Nederland c.s.) Privacyrecht. Onrechtmatige publicatie. In eerste aanleg [IEF 17096] is beslist dat de gemeenten aansprakelijk zijn voor de schade die door ZCN c.s. is geleden als gevolg van het onrechtmatig publiceren van een bestand van ZCN c.s. In dit bestand stonden persoonsgegevens van klanten van ZCN c.s. In hoger beroep wordt bevestigd dat ZCN c.s. niet rechtstreeks rechten kunnen ontlenen aan de Wbp met betrekking tot de persoonsgegevens van hun klanten. Wel kwalificeert schending van de Wbp als een schending van een ongeschreven zorgvuldigheidsnorm in de zin van art. 6:162 BW.

IT 3322

Vermelding in het Incidentenregister is rechtmatig

Rechtbank 9 nov 2020, IT 3322; ECLI:NL:RBAMS:2020:5422 (Eiseres tegen ING), https://www.itenrecht.nl/artikelen/vermelding-in-het-incidentenregister-is-rechtmatig

Vzr. Rechtbank Amsterdam 9 november 2020, IT 3322; ECLI:NL:RBAMS:2020:5422 (Eiseres tegen ING) Privacyrecht. Kort geding. ING heeft de bankrelatie met eiseres beëindigd, nadat ING vermoedde dat de bankrekening van eiseres werd gebruikt voor WhatsAppfraude. Vervolgens heeft ING de naam van eiseres opgenomen in het Incidentenregister en het EVR. Eiseres vordert ING te veroordelen haar personalia te verwijderen uit het Incidentenregister en het EVR en de blokkering van haar bankrekening ongedaan te maken. Eiseres heeft de stellingen van ING dat zij heeft meegewerkt aan de fraude onvoldoende gemotiveerd betwist. Voorshands wordt geoordeeld dat ING voldoende zorgvuldig heeft gehandeld. De verwerking van de gegevens ven eiseres in het Incidentenregister is in beginsel rechtmatig op grond van artikel 6 lid 1 aanhef en onder f AVG, omdat eiseres nauw betrokken moet zijn geweest bij de oplichting. Nu bovendien de informatie in het Incidentenregister uitsluitend toegankelijk is voor een beperkt aantal medewerkers van ING, voldoet de registratie ook aan de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit. Eveneens is voldaan aan de toets van artikel 5.2.1. van het PIFI voor registratie in het EVR. De vorderingen van eiseres worden afgewezen.

IT 3316

Verzoek om inzage in persoonsgegevens bij gemeente

Rechtbank 13 aug 2020, IT 3316; ECLI:NL:RBZWB:2020:3789 (Eiser tegen gemeente Bergen op Zoom), https://www.itenrecht.nl/artikelen/verzoek-om-inzage-in-persoonsgegevens-bij-gemeente

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 13 augustus 2020, IT 3316; ECLI:NL:RBZWB:2020:3789 (Eiser tegen gemeente Bergen op Zoom) Bestuursrecht. AVG. De heffingsambtenaar van de gemeente Bergen op Zoom heeft besloten op een verzoek van eiser tot inzage in persoonsgegevens op grond van de AVG. Eiser heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Op dat bezwaarschrift is niet tijdig beslist. Vervolgens heeft eiser digitaal beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van de beslissing. Op grond van artikel 12 lid 3 AVG moet de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene onverwijld en in ieder geval binnen een maand na ontvangst van het verzoek tot inzage informatie over het gevolg van dat verzoek gegeven. In artikel 34 van de UAVG is bepaald dat een schriftelijke beslissing op het verzoek geldt als een besluit in de zin van de Awb. Het beroep is kennelijk gegrond. Het niet tijdig nemen van een beslissing op bezwaar, dat met een besluit gelijk is te stellen, wordt vernietigd. Gezien de corona-maatregelen, is er sprake van een bijzondere omstandigheid als bedoeld in artikel 8:55d lid 3 Awb. De heffingsambtenaar moet derhalve binnen vier weken alsnog een beslissing op het bezwaar maken.

IT 3313

Perspublicaties over vastgoedondernemer niet onrechtmatig

Rechtbank 28 okt 2020, IT 3313; ECLI:NL:RBNNE:2020:3814 (Eiser tegen NDC Mediagroep), https://www.itenrecht.nl/artikelen/perspublicaties-over-vastgoedondernemer-niet-onrechtmatig

Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 28 oktober 2020, IEF 19563, IT 3313; ECLI:NL:RBNNE:2020:3814 (Eiser tegen NDC Mediagroep) Onrechtmatige uiting. Eiser is een vastgoedondernemer. NDC is een uitgeverij van kranten en exploiteert te website Sikkom, een zogenaamde stadsblog gericht op Groningse studenten. Tussen partijen is in geschil of NDC onrechtmatig jegens eiser heeft gehandeld door de publicatie op de website Sikkom van het artikel: "Groninger verhuurder [eiser] zit vast op verdenking van fraude", alsmede door de publicatie van de column: "Column | Peter R. de Vries strijdt in de media tegen criminelen, zijn zoon strijdt namens [eiser] tegen ons".

IT 3300

Voorwaardelijke taakstraf voor publiceren seksfilmpjes van BN'er

Rechtbank 29 okt 2020, IT 3300; ECLI:NL:RBNHO:2020:8698 (Seksfilmpjes BN’er II), https://www.itenrecht.nl/artikelen/voorwaardelijke-taakstraf-voor-publiceren-seksfilmpjes-van-bn-er

Rechtbank Noord-Holland 29 oktober 2020, IEF 19541, IT 3300; ECLI:NL:RBNHO:2020:8698 (Seksfilmpjes BN’er II) Strafrecht. Zie ook [IEF 19537]. Verdachte heeft een filmpje waarin aangever urineert in de mond van aangeefster op de (openbare) vk.com profielpagina van Eendevanger.nl geplaatst. Allereerst wordt geoordeeld dat het OM wegens verjaring niet-ontvankelijk is ten aanzien van het schenden van het portretrecht van aangever en aangeefster. Verdachte wordt wel veroordeeld voor belediging. Door het plaatsen van de expliciete seksfilmpjes heeft verdachte aangeefster opzettelijk in een ongunstig daglicht gesteld en is zij daardoor in haar eer en goede naam aangetast. Meegewogen wordt dat aangeefster een bekende Nederlander is waardoor zij door een grote groep mensen herkend zal worden en de interesse groter zal zijn dan gemiddeld. Dat aangeefster zelf wel eens publiekelijk over seks heeft gesproken en/of naakt heeft geposeerd, doet verder niet aan dit oordeel af. Ook aangever is op dezelfde wijze in eer en goede naam aangetast. Verder wordt geoordeeld dat verdachte opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van een ander. Verdachte wordt veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 50 uur.

IT 3296

BN'er in eer en goede naam aangetast door seksfilmpjes op Twitter

Rechtbank 29 okt 2020, IT 3296; ECLI:NL:RBNHO:2020:8705 (Seksfilmpjes BN 'er), https://www.itenrecht.nl/artikelen/bn-er-in-eer-en-goede-naam-aangetast-door-seksfilmpjes-op-twitter

Rechtbank Noord-Holland 29 oktober 2020, IEF 19537, IT 3296; ECLI:NL:RBNHO:2020:8705 (Seksfilmpjes BN 'er) Strafrecht. Verdachte heeft het filmpje waarin aangeefster door aangever in haar mond geürineerd wordt op Twitter geplaatst met de tekst # [aangeefster] unplugged” en heeft verklaard dat hij wist dat de vrouw in het filmpje aangeefster betrof. Daarnaast heeft verdachte een tweede filmpje van seksuele aard op Twitter geplaatst, waarin aangeefster en aangever ook zijn te zien. Verdachte heeft over de filmpjes verklaard dat hij filtert wat populair is en dat vervolgens op het internet plaatst. Hij heeft er bij stil gestaan dat het voor degenen op de filmpjes niet prettig zou zijn als het online zou komen te staan. Er wordt geoordeeld dat verdachte door het plaatsen van de expliciete seksfilmpjes aangeefster opzettelijk in een ongunstig daglicht heeft gesteld en zij daardoor in haar eer en goede naam is aangetast.

IT 3294

Beschuldigingen van doodsbedreiging zijn onrechtmatig

Rechtbank 9 sep 2020, IT 3294; ECLI:NL:RBROT:2020:9018 (Beschuldigingen doodsbedreiging), https://www.itenrecht.nl/artikelen/beschuldigingen-van-doodsbedreiging-zijn-onrechtmatig

Vzr. Rechtbank Rotterdam 9 september 2020, IEF 19535, IT 3294; ECLI:NL:RBROT:2020:9018 (Beschuldigingen doodsbedreiging) Onrechtmatige uiting. Rectificatie. Kort geding. Eiser werkt als docent bij een school in Rotterdam. Gedaagde is of was voorzitter van de medezeggenschapsraad. Gedaagde heeft uitlatingen gedaan op Facebook waarin zij eiser ervan beschuldigt dat hij haar tijdens een MR-vergadering met de dood heeft bedreigd, door te zeggen “ik ga je hoofd scheuren”. Van deze vergadering is een geluidsopname. De door gedaagde gestelde bedreiging door eiser is mede gelet op de ter zitting beluisterde geluidsopname niet aannemelijk geworden. De uitlatingen van gedaagde waarin zij eiser direct of indirect van bedreiging beschuldigt zijn daarom onrechtmatig. Het verbod om deze uitlatingen te doen wordt toegewezen. Gedaagde moet een rectificatie op zijn Facebookpagina plaatsen en verzenden aan de school.

IT 3292

Rectificatie van corruptiebeschuldigingen toegewezen

Overige instanties 14 okt 2020, IT 3292; ECLI:NL:OGEAA:2020:421 (Projectleider FASE tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/rectificatie-van-corruptiebeschuldigingen-toegewezen

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba 14 oktober 2020, IEF 19531, IT 3292; ECLI:NL:OGEAA:2020:421 (Projectleider FASE tegen gedaagde) Mediarecht. Rectificatie. Kort geding. Eiseres is projectleider bij ‘Fondo di Asistencia Social di Emergencia’ (hierna: ‘FASE’) in Aruba. Gedaagde heeft eiseres op social media meerdere malen beschuldigd van corruptie, van het stelen van FASE-gelden en van het delen van die gelden met collega’s. De vorderingen van eiseres worden toegewezen. Gedaagde moet de uitlatingen verwijderen en een rectificatieverklaring afleggen op straffe van verbeurte van dwangsommen van maximaal Afl. 50.000,-. Indien maximale verbeurte van dwangsommen niet leidt tot nakoming van dit vonnis, is eiseres gemachtigd dit vonnis ten uitvoer te leggen door middel van een lijfsdwang van maximaal 7 dagen voor iedere dag dat gedaagde in gebreke blijft.

IT 3290

De Volksbank moet BKR-registratie verwijderen

Rechtbank 14 okt 2020, IT 3290; ECLI:NL:RBMNE:2020:4486 (Eiseres tegen de Volksbank), https://www.itenrecht.nl/artikelen/de-volksbank-moet-bkr-registratie-verwijderen

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 14 april 2020, IT 3290; ECLI:NL:RBMNE:2020:4486 (Eiseres tegen de Volksbank) Privacyrecht. Eiseres vordert verwijdering van de coderingen in het Centraal Kredietinformatiesysteem (CKI) van het Bureau Kredietregistratie (BKR) door de Volksbank. Eiseres heeft door middel van een betalingsregeling de volledige schuld aan de Volksbank betaald. De registratie duurt nog ongeveer twee jaar. Het persoonlijke belang van eiseres bij verwijdering is dat zij dan een reële kans heeft om een hypothecaire geldlening te verkrijgen voor een woning waarvoor zij al een koopaannemingsovereenkomst heeft gesloten. Er is sprake van bijzondere omstandigheden. De schuld betrof een relatief kleine schuld. De reden dat de schuld is ontstaan, is dat haar vriend toen ernstig depressief was waardoor de aflossing van de schuld op de achtergrond is geraakt. De schuld ontstond dus niet omdat eiseres een gat in haar hand had. De conclusie is dat er geen, althans onvoldoende, aanwijzingen zijn dat eiseres moet worden beschermd tegen overkreditering en dat de kredietaanbieders moeten worden beschermd tegen financiële risico’s bij kredietverlening aan eiseres. De vordering van eiseres wordt toegewezen. De Volksbank wordt veroordeeld om de coderingen in het CKI te verwijderen.

IT 3288

Beroep niet-tijdig beslissen is niet-ontvankelijk

Rechtbank 15 okt 2020, IT 3288; ECLI:NL:RBMNE:2020:4442 (Eiser tegen de Autoriteit Persoonsgegevens), https://www.itenrecht.nl/artikelen/beroep-niet-tijdig-beslissen-is-niet-ontvankelijk

Rechtbank Midden-Nederland 15 oktober 2020, IT 3288; ECLI:NL:RBMNE:2020:4442 (Eiser tegen de Autoriteit Persoonsgegevens) Privacyrecht. Eiser heeft een klacht ingediend bij de Autoriteit Persoonsgegevens (hierna: ‘AP’), omdat handelsinformatiebureau Focum zijn persoonsgegevens zonder toestemming heeft verwerkt. Eiser wil gebruikmaken van zijn recht op vergetelheid. Deze klacht is gebaseerd op artikel 77 AVG en moet worden gezien als een verzoek om handhaving. Eiser heeft vervolgens een beroep niet-tijdig beslissen bij de rechtbank ingesteld, omdat volgens hem niet tijdig tot een afronding van de klacht is gekomen. De rechtbank heeft in deze uitspraak vastgesteld wat de verplichtingen zijn van de AP bij de afhandeling van een klacht als bedoeld in artikel 77 AVG. Er is nog geen sprake van niet-tijdig beslissen. Van doorslaggevend belang is dat de afhandeling van de klacht van eiser onderdeel uitmaakt van een groot en complex onderzoek naar datahandel en dat dit onderzoek ook gaat over landsgrensoverschrijdende verwerkingen van persoonsgegevens. De AP heeft eiser verder voldoende op de hoogte gehouden van de afhandeling van zijn klacht. De inhoud en frequentie van de voortgangsberichten zijn in orde. Het beroep tegen het niet-tijdig beslissen is niet-ontvankelijk en de AP is daarom geen dwangsommen verschuldigd.