DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op dinsdag 7 december 2021
IT 3744

Douwe Linders: WGS gaat verder dan fraudedetectiesysteem SyRI

De Eerste Kamer moet het Wetsvoorstel gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (WGS) niet aannemen. Dat adviseert althans de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). De WGS zou overheid en private organisaties ‘zeer ruime’ bevoegdheden geven om persoonsgegevens uit te wisselen. Daarbij zou het voorstel zelfs verder gaan dan het door de rechtbank verboden fraudedetectiesysteem SyRI. In een persbericht laat de AP dan ook weten dat zij de Eerste Kamer oproept de WGS in zijn huidige vorm niet aan te nemen. De AP adviseerde ook over twee eerdere conceptwetsvoorstellen. Dit derde advies ziet op de beoogde eindtekst, die in december 2020 al wel werd aangenomen door de Tweede Kamer.

Het wetsvoorstel maakt grootschalige gegevensuitwisseling tussen verbanden van overheidsinstanties en private partijen mogelijk. Het doel van die uitwisseling van gegevens is voornamelijk het voorkomen en bestrijden van ernstige criminaliteit. Het huidige voorstel wijst hiertoe een viertal samenwerkingsverbanden aan die gebruik kunnen maken van de bevoegdheden onder de WGS:

  • Financieel Expertisecentrum (FEC);
  • Infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen (iCOV);
  • Regionale Informatie- en Expertisecentra (RIEC’s);
  • Zorg- en Veiligheidshuizen (ZVH’s).

Politie, justitie en de Belastingdienst vallen hier bijvoorbeeld ook onder. Deze partijen kunnen gegevens met andere partijen delen, zoals banken. Daarnaast biedt de WGS de regering de mogelijkheid om nieuwe samenwerkingsverbanden aan te wijzen, die op hun beurt ook weer gegevens met elkaar mogen delen.

Veel risico’s voor grote aantallen betrokkenen

Het voorkomen en bestrijden van ernstige criminaliteit is een belangrijk algemeen belang waar soms ingrijpende beperkingen op de privacy voor nodig kunnen zijn. De AP vindt echter dat het huidige voorstel te veel risico’s kent voor grote aantallen betrokkenen.

Als groot kritiekpunt voert de AP aan dat de WGS verschillende beginselen van het straf- en bestuursrecht kan aantasten. In dit verband wordt vooral het vermoeden van onschuld genoemd. Want zoals het wetsvoorstel nu is vormgegeven, bestaat de kans dat burgers – maar ook hun familie en vrienden – zonder goede grond door de mangel van allerlei samenwerkingsverbanden worden gehaald. Relevant daarbij is dat kwetsbare bevolkingsgroepen vaker in aanraking komen met overheidsinstanties en daarmee dus ook vaker het onderwerp van gegevensuitwisseling zullen zijn.

Vage doelomschrijving

Daarnaast zou het doel van het delen en analyseren van persoonsgegevens niet voldoende zijn omschreven. Volgens het wetsvoorstel gaat het om ‘zwaarwegende algemene belangen’, zonder aan te geven welke belangen dat dan precies zijn. Die omschrijving vindt de AP dan ook veel te vaag. Samenwerkingsverbanden mogen al op basis van ‘een signaal’ gegevens met elkaar uitwisselen. Ten onrechte is niet gespecificeerd om welke signalen het dan kan gaan. Net zomin als met welke andere partijen de gegevens kunnen worden gedeeld.

Beperking rechtsbescherming

Dit gebrek aan transparantie maakt dat voor betrokkenen niet duidelijk is welke informatie met wie wordt uitgewisseld en wat daarvan de gevolgen zijn. Betrokkenen zijn hierdoor niet goed in staat hun rechten uit te oefenen. Nu burgers onterecht op het ‘verkeerde lijstje’ terecht kunnen komen, kan de WGS tot ingrijpende gevolgen voor betrokkenen leiden. Het wetsvoorstel voorziet ook niet in duidelijke waarborgen om dat te voorkomen. De rechtsbescherming van burgers is dan ook te beperkt. Eerder werden deze problemen al gesignaleerd door het College voor de Rechten van de Mens.

Doorbreking geheimhoudingsplichten

Een ander belangrijk punt is dat in bestaande wetgeving veelal sprake is van een geheimhoudingsplicht voor overheidsinstanties. Burgers en bedrijven moeten er immers van uit kunnen gaan dat de door hen verstrekte gegevens daar veilig zijn. Met de invoering van de WGS worden veel van deze geheimhoudingsplichten doorbroken. De AP waarschuwt dat de verhouding tussen burgers en overheid hierdoor ingrijpend zou kunnen veranderen. Burgers zullen in dat scenario minder snel geneigd zijn om informatie met de overheid te delen.

Super SyRI

Bij de voorgestelde WGS ligt volgens de AP tot slot ook een risico op massasurveillance op de loer. Het wetsvoorstel maakt mogelijk dat een groot aantal instanties persoonsgegevens met elkaar delen, zonder dat daarvoor een duidelijke aanwijzing hoeft te bestaan. Het gaat bovendien niet alleen om overheidsinstanties, maar ook om private partijen. Daarbij kan de regering nieuwe samenwerkingsverbanden aanwijzen, zonder hier het parlement bij te betrekken.

De AP wijst erop dat dit voorstel nog verder gaat dan het omstreden fraudedetectiesysteem SyRI (het Systeem Risico Indicatie). Het gebruik van dat systeem werd begin 2020 door de rechtbank Den Haag verboden, nadat een groep belangenorganisaties daar een zaak over was begonnen, vertegenwoordigd door SOLV advocaat Douwe Linders. Meer over deze SyRI-uitspraak, lees je hier. Hoewel de regering stelt dat de WGS niet als opvolger van SyRI is bedoeld, lijkt het voorstel daar wel veel onderdelen van te hebben overgenomen.

Bron: SOLV