DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op maandag 30 mei 2011
IT 377
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Het begrip verzender moet ruim worden uitgelegd.

Rechtbank Rotterdam 26 mei 2011 (eiser tegen OPTA), LJN BQ6210: Overtreding Spamverbod. Wegens overtreding van artikel 11.7, eerste lid en derde lid, aanhef en onder b, van de Tw zijn boetes opgelegd van € 150.000 en € 100.000. Eiser wordt verweten van 2004 tot 2009 ongevraagde commerciële emailberichten te hebben verzonden aan natuurlijke personen, zonder de ontvangers daadwerkelijk de gelegenheid te hebben geboden de communicatie te beëindigen. Eiser heeft e-mailberichten verzonden aan adressen uit in zijn bezit zijnde emailadressenbestanden.

Het begrip verzender moet ruim worden uitgelegd.

 “2.6.5 De rechtbank volgt verweerder in zijn standpunt dat eiser is aan te merken als verzender van de emailberichten die voor eisers [naam online reclamebureau]-klanten zijn verzonden. Daartoe overweegt zij het volgende. Gelet op de wetsgeschiedenis moet het begrip verzender ruim moet worden uitgelegd. De verzender is niet beperkt tot degene die de verzendknop bedient. Eiser had in de verzending een cruciaal aandeel. Hij heeft meer gedaan dan het door hem gestelde enkel ter beschikking stellen van een verzendsysteem. Hij leverde de software, waarbij de rechtbank met name van belang acht dat eiser de adressen leverde waardoor hij feitelijk bepaalde aan wie de berichten werden verzonden. In ieder geval tot 15 september 2008 bestond voor de [naam online reclamebureau]-klanten niet de mogelijkheid om een eigen adressenbestand in te voeren. Gesteld noch gebleken is dat na die datum klanten geen gebruik meer maakten van eisers adressenbestand. Voorts stond eiser vermeld in de afmeldlink en heeft hij profijt van de verzendingen gehad. Dat eiser aantoonbaar in het buitenland verbleef en niet fysiek aanwezig was bij het verzenden van de berichten is niet relevant.”

Lees de hele uitspraak hier