DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op vrijdag 19 augustus 2011
IT 467
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Onderhoudstermijn van 48 uur niet fataal

Rechtbank Alkmaar 3 augustus 2011 LJN BR4997 (Fleetlogic/OTS)

Onderhoud van hardware en software. Fatale termijn, inspannings- vs resultaatsverplichting. De overeenkomst bepaalt: "Opdrachtnemer zal binnen 48 uur na melding van de storing ter plekke service verlenen, tenzij schriftelijk een later tijdstip wordt afgesproken." Is dit te beschouwen als een fatale termijn? Nee, volgens de rechtbank. Redelijkerwijs is een ingebrekstelling vereist,  "aangezien het gaat om een voortdurende onderhoudsverplichting van Fleetlogic voor meerdere systemen bij verschillende klanten." Met dank aan Polo van der Putt, Vondst Advocaten.

In reconventie wordt gedicussieerd over de vraag of bovengenoemde contractsbepaling een inspannings- of een resultaatsverplichting behelst. In dat kader kom aan de orde of de contractsbepaling inhoudt dat Fleetlogic (de leverancier) gebreken binnen 48 uur verholpen dient te hebben. Mijn inziens terecht oordeelt de rechtbank dat dit niet het geval is:

"De rechtbank overweegt dat de tekst van artikel 3.3.6 geen aanwijzing biedt voor de uitleg die OTS daaraan geeft, nu deze spreekt over service verlenen en niet over een termijn waarbinnen problemen dienen te worden opgelost. OTS heeft geen feiten aangevoerd die tot een andere uitleg van deze bepaling uit de overeenkomst moeten leiden."

Maar als Fleetlogic niet binnen 48 uur na melding begint met serviceverlening, is zij dan van rechtswege in verzuim, of is er nog een ingebrekestelling nodig? De rechtbank is van mening dat zelfs als sprake is van een fatale termijn, een schriftelijke aanmaning c.q. ingebrekestelling noodzakelijk is:

"Bovendien geldt dat ook indien, zoals OTS betoogt, sprake zou zijn van een resultaatverplichting en Fleetlogic ten aanzien van een specifieke storingsmelding in verzuim zou kunnen raken zonder dat een ingebrekestelling vereist is, in het kader van de onderhavige overeenkomst een schriftelijke aanmaning dan wel ingebrekestelling redelijkerwijs vereist is aangezien het gaat om een voortdurende onderhoudsverplichting van Fleetlogic voor meerdere systemen bij verschillende klanten."

Een opmerkelijke uitspraak. Allereerst lijken partijen en de rechtbank er vanuit te gaan dat een verplichting om binnen 48 te beginnen met repareren een inspanningsverplichting is. Dat lijkt mij niet zonder meer het geval te zijn. De verplichting om binnen 48 uur ter plaatse te zijn en met de reparatie te beginnen, kan mijn inziens ook een resultaatsverplichting zijn. Het toegezegde resultaat is dan de tijdige komst en aanvang van reparatie. Dat staat los van de vraag of de leverancier ook daadwerkelijk binnen een bepaalde termijn in de reparatie moet zijn geslaagd.

Ten tweede neemt de wet naar de letter als uitgangspunt dat termijnen in beginsel fataal zijn (art. 6:83 BW). Ik zelf heb wel betoogd dat zeker voor de IT-branche het tegenovergestelde zou gelden, termijnen zijn in beginsel niet fataal, tenzij (zie mijn artikel hier). De rechtbank overweegt dat de overeengekomen termijn niet fataal is, "aangezien het gaat om een voortdurende onderhoudsverplichting van Fleetlogic voor meerdere systemen bij verschillende klanten." Deze redenering ben ik eerder nog niet tegengekomen. Zij lijkt mij ook niet steekhoudend. De vraag hoe een contractsbepaling dient te worden uitgelegd zal immers in eerste instantie uitgelegd moeten worden aan de hand van feiten en omstandigheden die zich hebben voorgedaan tussen partijen. Dat een van de partijen ook verplichtingen naar derden heeft staat daar in beginsel buiten, tenzij daar tussen partijen afspraken of voorbehouden over zijn gemaakt. Van dat laatste is mij na bestudering van de uitspraak niet gebleken. Daarnaast spreekt de rechtbank van een "schriftelijke aanmaning of ingebrekestelling". Mogelijk doelt de rechtbank met  "schriftelijke aanmaning" op de schriftelijke mededeling als bedoeld in art. 6:82 BW. Een andere interpretatie lijkt mij in strijd met het wettelijke systeem, waarbinnen aan de ingebrekestelling strenge eisen worden gesteld (zie ook mijn artikel).