DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op donderdag 15 april 2021
IT 3476
Hof ||
6 apr 2021
Hof 6 apr 2021, IT 3476; ECLI:NL:GHARL:2021:3206 (Appellant tegen Stichting SIN), https://www.itenrecht.nl/artikelen/psycholoog-moet-uit-zwarte-lijst-worden-gehaald

Psycholoog moet uit zwarte lijst worden gehaald

Hof Arnhem-Leeuwarden 6 april 2021, IT 3476, ECLI:NL:GHARL:2021:3206 (Appellant tegen Stichting SIN) Appellant is werkzaam geweest als gezondheidszorgpsycholoog en wenst dat zijn gegevens weggehaald worden van de websites van Stichting Slachtoffers Iatrogene Nalatigheid-Nederland (Stichting SIN), onder meer van de zwartelijstartsen. Anders dan de rechtbank wijst het hof de vordering toe. De door Stichting SIN omschreven doelen, namelijk verbetering van de positie van slachtoffers van medische fouten en de verbetering van de kwaliteit van de gezondheidszorg, wordt niet gerechtvaardigd door het blijven vermelden van de naam van appellant op de zwartelijstartsen van haar websites en de daaraan gekoppelde hyperlink naar de uitspraken van het CTG uit 2010. Stichting SIN handelt hier jegens appellant onrechtmatig. De vermelding is tevens disproportioneel nu appellant ook niet meer is terug te vinden in het BIG-register omdat hij meer dan 10 jaar geleden is doorgehaald.

4.9 Gezien het onder 4.4 en 4.5 beschreven wettelijk kader en in aanmerking nemend de onder 4.6 en 4.7 vermelde feiten en omstandigheden oordeelt het hof, de beide grondrechten van partijen tegen elkaar afwegend, dat de - via zoekmachines, waaronder Google, vindbare -vermelding van de naam van appellant met een directe doorverwijzing (hyperlink) naar de uitspraken van het CTG in dit geval disproportioneel is: de registratie van appellant in het BIG-register is meer dan tien jaar geleden doorgehaald (voor feiten uit/omstreeks 2004) en is met een zoektocht op zijn naam ook niet meer zichtbaar in het BIG-register. De uitspraken van het CTG (en ook van andere rechterlijke colleges) zijn geanonimiseerd om de privacy van betrokkenen te waarborgen / te respecteren, hetgeen Stichting SIN doorkruist door de verwijzing op haar website met de link naar de naam van appellant. Het door Stichting SIN nagestreefde belang om op te komen voor (kwetsbare) patiënten in relatie tot hun zorgverlener en om medische fouten aan de orde te stellen schiet hier haar doel voorbij ten koste van de bescherming van het privéleven van appellant. Indien een patiënt/cliënt wil opzoeken of appellant BIG-geregistreerd is, is het zoekresultaat thans negatief. Met welk redelijk doel een eenmaal veroordeelde zorgverlener tot in lengte van dagen (ook binnen die tien jaren), met een verwijzing naar een geanonimiseerde uitspraak van een tuchtcollege (waarmee de anonimiteit wordt opgeheven), op de sites van Stichting SIN vermeld wordt ontgaat het hof: het BIG-register is in principe voor een ieder toegankelijk en er kan gezocht worden op naam van de zorgverlener, waarna de relevante gegevens verschijnen zoals een tuchtrechtelijke veroordeling met een (korte) motivering erbij.

4.12 Het hof komt tot de conclusie dat de door Stichting SIN omschreven doelen, namelijk verbetering van de positie van slachtoffers van medische fouten en de verbetering van de kwaliteit van de gezondheidszorg, niet wordt gerechtvaardigd door het blijven vermelden van de naam van appellant op de zwartelijstartsen van haar websites en de daaraan gekoppelde hyperlink naar de uitspraken van het CTG uit 2010. Stichting SIN handelt hier jegens appellant onrechtmatig. Ook lós van de verwijzing naar de uitspraken van het CTG is de vermelding van de naam van appellant op de zwarte lijst en de melding dat hij bij uitspraak van 2 september 2010 is doorgehaald ook onrechtmatig, ook al is deze vermelding feitelijk juist; vermelding is hier disproportioneel nu appellant ook niet meer is terug te vinden in het BIG-register en de verweten gedragingen dateren van/omstreeks 2004. Appellant behoeft niet de rest van zijn leven hiermee geconfronteerd te worden. Genoegzaam staat vast, gezien ook de uitspraak van de strafkamer van dit hof, dat appellant van deze vermelding hinder ondervindt bij het vinden van werk of andere zinvolle bezigheden. Dat betekent ook dat Stichting SIN schadeplichtig is tegenover appellant.