Nog enkele plaatsen beschikbaar voor het Hot Tech congres aanstaande donderdag!
Moet muziek die met behulp van reeds bestaande creaties en AI-tools gemaakt wordt ook beschermd worden door het auteursrecht en naburige rechten?
Wat zijn de basisprincipes van de AI-Verordening en wat moet een bedrijf regelen als het AI verantwoordelijk wil inzetten?
Komt het monopolie, dat auteursrecht biedt aan maker om te beslissen wie gebruik mag maken van het werk, onder druk te staan door AI-tools?
Aanstaande donderdagmiddag vindt het Hot Tech Congres plaats in DoubleTree Hilton (CS) in Amsterdam en geven wij antwoord op deze en andere actuele en prangende vragen.
Het volledige programma en meer informatie vindt u hier.
Verzoek verwijdering Google-zoekresultaten afgewezen
Rb. Noord-Holland 26 maart 2024, IT 4517; ECLI:NL:RBNHO:2024:2836 (Verzoeker tegen Google). Verzoeker is de kleinzoon van de oprichter van een wereldwijd opererend vastgoedbedrijf. Verzoeker heeft in juni 2001 zijn drugsdealer doodgeschoten en is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaar. Als de naam van verzoeker als zoekterm wordt opgegeven op Google verschijnt in de zoekresultaten onder andere een link naar een weblog over het schietincident. Verzoeker heeft Google verzocht de link te verwijderen, omdat deze onjuiste informatie zou bevatten en schade toebrengt aan zijn persoonlijke levenssfeer. Zijn recht op gegevenswissing baseert hij op artikel 17 AVG en het arrest van het Hof van Justitie EU van 8 december 2022 [zie IT 4174], waarin wordt uitgelegd dat het dan moet gaan om een publicatie waarvan een aanzienlijk deel van de informatie onjuist is. Google betwist dit.
Verkeerde partij in rechte betrokken in zaak over licentieovereenkomst
Rb. Gelderland 20 maart 2024, IT 4516; ECLI:NL:RBGEL:2024:1567 (Eiser tegen Simuleon). Eiser heeft in 2016 met betrokkene een licentieovereenkomst gesloten voor het softwareprogramma XFlow. Eiser heeft daarnaast overeenkomsten gesloten met betrokkene voor onderhoud en ondersteuning voor dat programma. Het programma XFlow voldoet echter volgens eiser niet aan haar verwachtingen. Eiser heeft de licentieovereenkomst en de overige overeenkomsten buitengerechtelijk vernietigd op grond van dwaling en stelt dat Simuleon rechtsopvolger is van betrokkene. Zij vordert verklaring voor recht dat de overeenkomsten vernietigd zijn en terugbetaling van betaalde bedragen. Simuleon betwist dat zij rechtsopvolger van betrokkene is en voert aan dat zij in naam van Next Limit heeft opgetreden. De rechtbank is van oordeel dat betrokkene zich in haar offerte naar eiser toe gepresenteerd heeft als agent van Next Limit, waardor Next Limit dus de wederpartij is. Het feit dat op de eerste bladzijde van de overeenkomst betrokkene als “Buyer” en “Reseller” staat vermeld doet er in casu niet toe. Ook is niet van belang dat de overeenkomst niet (mede) is ondertekend door Next Limit. Eiser heeft dus geen vordering op Simuleon.
Verzoek tot verwijdering BKR-registratie afgewezen
Rb. Amsterdam 14 maart 2024, IT 4514; ECLI:NL:RBAMS:2024:1439 (Verzoekers tegen ING Bank). Verzoekers hebben een persoonlijke rekening, een zakelijke lening en een doorlopend krediet afgesloten bij de ING bank. Als gevolg van een betalingsachterstand is op de leningen en het krediet bijzonderheidscode A in het Centraal Krediet Informatiesysteem (hierna: CKI) van Stichting Bureau Krediet Registratie (hierna: BKR) geplaatst op contactnummers. De BKR-registratie is te kwalificeren als gegevensverwerking van persoonsgegevens waarop de AVG van toepassing is. In casu dienen verzoekers bezwaar in op de verwerking op grond van artikel 21 lid 1 AVG. Een belangenafweging bepaalt of het bezwaar wel of niet gehonoreerd moet worden. Verzoekers stellen dat de negatieve BKR-registratie het hen onmogelijk maakt een lening te krijgen om een huis mee te kopen en zij hiermee een zwaarwegend belang hebben. ING bank stelt zich op het standpunt dat de mogelijkheid dat kredietverstrekkers informatie kunnen krijgen over de recente kwijting van €34.000 een zwaarder wegend belang is. De rechtbank is het eens met de ING bank en wijst de vordering van verzoekers af. Het feit dat verzoekers er ruim negen jaar over hebben gedaan om de schuld bij ING bank af te lossen en er een grote betalingsachterstand was ontstaan, getuigt niet van een goed betalingsmoraal, en is een belangrijke factor bij de belangenafweging.
Vordering tot herstel van LinkedIn-algoritme wordt afgewezen
Rb. Amsterdam 16 februari 2024, IT 4514; ECLI:NL:RBAMS:2024:1479 (Eiser tegen LinkedIn). Eiser had op 31 oktober 2023 op LinkedIn een bericht geplaatst waarin hij kritiek uit op het beleid van de Nederlandse regering inzake de Gaza-oorlog. Dezelfde dag heeft LinkedIn zijn account geblokkeerd. Eiser heeft LinkedIn twee sommatiebrieven gestuurd waarin hij verzoekt de verwijdering van zijn account ongedaan te maken en vervolgens zijn 4.545 tweedegraadsvolgers (weer) zichtbaar te maken. Hij suggereert dat het bericht de reden was voor het beperken van zijn account. Eiser vordert in dit kort geding herstel van zijn LinkedIn-algoritme en veroordeling van LinkedIn tot het plaatsen van een rectificatie op haar thuispagina. De vordering om LinkedIn te veroordelen het algoritme (bereik) aan te passen is niet toewijsbaar, omdat uit de gegevens niet blijkt dat dit is gedaald na verwijdering van het account. De vordering tot veroordeling tot het plaatsen van een rectificatie wordt ook afgewezen, omdat niet is gebleken dat LinkedIn onrechtmatig heeft gehandeld. Bovendien hadden partijen een overeenkomst afgesloten waarin neergelegd is dat LinkedIn het recht heeft het account tijdelijk te beperken wanneer dit nodig is. Eiser voert aan dat de beperking van het account naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is en beroept zich op zijn vrijheid van meningsuiting. Op grond van haar eigendomsrecht en ondernemingsvrijheid is LinkedIn echter bevoegd dergelijke beperkingen op te leggen. Alleen bij een essentiële vernietiging van de vrijheid van meningsuiting kan de overheidsrechter ingrijpen. In onderhavige zaak is dat niet het geval. De vorderingen worden afgewezen.
Conflict over geheimhoudingsbeding en teruggave bedrijfseigendommen
Rb. Rotterdam 13 maart 2024, IT 4513; ECLI:NL:RBROT:2024:2311 (Eisers tegen gedaagden). Onderhavige zaak gaat over twee broers die samen met gedaagde voormalig medeaandeelhouders waren van de vennootschap van eisers. Na onderling conflict is een einde gekomen aan het aandeelhouderschap van de gedaagde. In de vaststellingovereenkomst heeft gedaagde zich verplicht bedrijfseigendommen van de eisers terug te geven en geheimhouding te betrachten. Volgens de eisers zijn deze verplichtingen niet nagekomen. Het beding zou overtreden zijn doordat een usb-stick met een geluidsopname niet is overhandigd. Eisers vorderen verklaring voor recht dat het geheimhoudingsbeding is geschonden en gedaagden te dwingen zich in de toekomst wel aan het beding te houden. De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van het achterhouden van bedrijfseigendom. Het feit dat de advocaat nog beschikt over de opname, maakt dit niet anders, omdat de advocaat een wettelijke bewaarplicht heeft en dit niet betekent dat gedaagde zelf nog beschikt over de opname. Ook valt niet in te zien dat een door een aandeelhouder gemaakte geluidsopname waarin wordt gesproken over de vennootschap waarin hij aandeelhouder is, eigendom is van die vennootschap. De vordering betreffende het schenden van de geheimhoudingsplicht wordt ook afgewezen. In kort geding is door derden gesproken over een door gedaagde gemaakte geluidsopname. De inhoud hiervan is echter niet geopenbaard, waardoor niet valt in te zien dat gedaagde daarvan een verwijt kan worden gemaakt. Beide vorderingen worden afgewezen en eisers worden veroordeeld in de proceskosten.
Verzoek om inzage bij BKR terecht afgewezen
Rb. Gelderland 14 maart 2024, IT 4512; ECLI:NL:RBGEL:2024:1472 (Verzoeker tegen BKR). Verzoeker is met de bank Santander een geldleningsovereenkomst aangegaan. Het krediet is in opdracht van Santander door BKR geregistreerd in het CKI. Vervolgens is in het CKI registratie gedaan van betalingsachterstand. Verzoeker heeft inzage gevraagd bij het BKR. BKR heeft bij brief aangegeven dat zij geen inzage kan geven in de door haar gevraagde documenten, omdat BKR niet over deze gegevens beschikt en niet gehouden is om die gegevens bij Santander op te vragen. Aan de hand hiervan verzoekt verzoeker bij de rechtbank dat BKR bevelen wordt inzage te geven en baseert dit op het inzagerecht neergelegd in artikel 15 AVG. Het inzagerecht van artikel 15 AVG is echter gericht tot de verwerkingsverantwoordelijke als adressaat van de daarin genoemde verplichtingen en heeft betrekking op de gegevens die door of ten behoeve van een verwerkingsverantwoordelijke waartoe een inzageverzoek wordt gericht daadwerkelijk worden verwerkt. De rechtbank maakt op dat verzoeker ook inzage wil hebben in bijvoorbeeld kredietovereenkomsten met Santander. Verzoeker heeft niet voldoende gemotiveerd kunnen stellen dat dat BKR ook verwerkingsverantwoordelijke is met betrekking tot niet door haar maar alleen door Santander verwerkte persoonsgegevens. De verzoeken worden afgewezen.
HvJ EU: Verplicht vingerafdrukken op ID-kaarten opnemen toegestaan
HvJ EU 21 maart 2024, IT 4511; ECLI:EU:C:2024:251 (RL tegen Landeshauptstadt Wiesbaden). Een Duitse staatsburger uit de stad Wiesbaden komt op tegen de weigering van de stad hem een nieuwe identiteitskaart te geven waarin zijn vingerafdrukken niet zijn opgenomen. De stad weigerde dit wegens de Europese verordening waarin vastgelegd staat dat iedereen die een identiteitskaart aanvraagt, verplicht is zijn vingerafdrukken af te leggen. De Duitse rechter vraagt aan het Hof of de verordening van de Unie die voorziet in de verplichting om in het opslagmedium van identiteitskaarten twee vingerafdrukken op te nemen, geldig is met inachtneming van privacybelangen.
Bank en kredietlener registreren onrechtmatig strafrechtelijke persoonsgegevens
Rb. Midden-Nederland 8 november 2023, IT 4509; ECLI:NL:RBMNE:2023:6484 (Eiser tegen gedaagden). In betreffende zaak gaat het om de beantwoording van de vraag of er voldoende grond was om tot registratie van de strafrechtelijke persoonsgegevens van eiser over te gaan. Het gaat om registratie in de Externe Verwijzingsregister (EVR) en Interne Verwijzingsregister (IVR) door de bank en een kredietverlener. De registratie was naar aanleiding van het vermoeden dat sprake was van een looncarrousel na verstrekking van een hypothecaire geldlening.
Vlogger moet beschuldigende video's verwijderen van kanalen
Rb. Noord-Nederland 22 maart 2024, IT 4508; ECLI:NL:RBNNE:2024:1054 (eiser tegen gedaagde) Eiser exploiteert een tattooshop en is daarnaast actief op YouTube. Gedaagde heeft ruim 61.000 abonnees op zijn YouTube-kanaal. Partijen kennen elkaar van een korte samenwerking medio 2023. Gedaagde heeft meerdere vlogs op zijn social media kanalen geplaatst waarin hij eiser beschuldigt van verkrachting en drogering van vrouwen, het misbruiken van zijn eigen dochter en chantage. Eiser heeft naar aanleiding daarvan op 2 februari 2024 aangifte gedaan vanwege smaad. Eiser vordert gedaagde alle video's te verwijderen waarin eiser wordt genoemd. Gedaagde is niet op zitting verschenen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vorderingen haar niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen. De vordering tot verwijdering van álle video’s is echter onvoldoende gespecificeerd, eiser heeft niet onderbouwd op welke wijze ‘alle andere video’s’ een inbreuk maken op zijn eer en goede naam en het recht op eerbiediging van de persoonlijk levenssfeer, waardoor toewijzing van de gehele vordering zou leiden tot een te grote beperking van de vrijheid van meningsuiting.