Gepubliceerd op donderdag 29 maart 2012
IT 729
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Aansprakelijkheid volgt uit de algemene voorwaarden

Hof Arnhem 13 maart 2012, LJN BW0195 (appelant tegen Torenstad Media)

Als randvermelding, dus in't kort: Persoonlijke aansprakelijkheid van de directeur uit hoofde van algemene voorwaarden?

Verder in voor zichzelf sprekende citaten [red. accentuering]:

3.2 Het meest verstrekkende verweer van [appellant] is dat hij niet in persoon kan worden aangesproken voor een schuld van[bedrijf X] omdat hij geen partij is bij de overeenkomst. [appellant] heeft de overeenkomst ondertekend in zijn hoedanigheid van bestuurder van [bedrijf X] en niet voor zichzelf. De bepaling in de algemene voorwaarden op grond waarvan Torenstad hem aanspreekt, te weten artikel 13 van de algemene voorwaarden, is bovendien onredelijk bezwarend, aldus [appellant].

3.3 Torenstad stelt dat zij [appellant] kan aanspreken op grond van artikel 13 van de algemene voorwaarden en zij betwist dat dit beding onredelijk bezwarend is. [appellant] heeft voor de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden getekend en had daarvan kennis kunnen nemen. De bepaling is nietmisleidend. Het feit dat [appellant] geen kennis heeft genomen van het beding kan niet aan Torenstad worden tegengeworpen, zo stelt zij.

3.4 Het hof overweegt als volgt. [appellant] heeft gesteld dat niet hijzelf maar [bedrijf X] partij was bij de overeenkomst. Torenstad erkent dit ook, onder meer gelet op haar beroep op artikel 13 van de algemene voorwaarden. Zij stelt zich, met andere woorden, niet op het standpunt dat de overeenkomst is aangegaan met [appellant] in privé als opdrachtgever. Uit de stellingen van Torenstad blijkt niet waarom [appellant] in privé niettemin moet worden geacht te hebben ingestemd met de voorwaarden van de overeenkomst, alsmede met zijn gebondenheid in privé aan (artikel 13 van) de algemene voorwaarden. Uit het enkele feit dat [appellant] de vennootschap [bedrijf X] (in de overeenkomst aangeduid onder de handelsnaam [rastaurant]) vertegenwoordigt, volgt dit niet. [appellant] stelt zich naar het oordeel van het hof terecht op het standpunt dat hij de overeenkomst slechts één maal, in de hoedanigheid van bestuurder van de opdrachtgever [bedrijf X], heeft ondertekend en niet nogmaals, voor zichzelf, om in te stemmen met persoonlijke hoofdelijke aansprakelijkheid. Wanneer Torenstad hoofdelijke aansprakelijkheid van [appellant] had willen bedingen, naast de aansprakelijkheid van [bedrijf X], dan had zij dit met [appellant] in privé expliciet overeen moeten komen. Uit de overeenkomst noch uit de stellingen van Torenstad blijkt dat dit is gebeurd. Het hof concludeert dat Torenstad de eindafrekening van 15 februari 2007 niet aan [appellant] in rekening kan brengen.

3.5 Nu het meest verstrekkende verweer van [appellant] tegen de vordering van Torenstad, en daarmee in zoverre grief 1, slaagt, behoeven de overige stellingen en grieven geen bespreking.