Gepubliceerd op donderdag 12 juni 2025
IT 4879
Rechtbank Gelderland ||
28 mei 2025
Rechtbank Gelderland 28 mei 2025, IT 4879; ECLI:NL:RBGEL:2025:4172 (Eiseres tegen Achmea), https://www.itenrecht.nl/artikelen/achmea-heeft-voldoende-aannemelijk-gemaakt-dat-sprake-is-van-fraude

Achmea heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat sprake is van fraude

Rb. Gelderland 28 mei 2025, IT 4879; ECLI:NL:RBGEL:2025:4172 (Eiseres tegen Achmea). Eiseres heeft sinds 2022 een verzuimverzekering bij Achmea die loondoorbetaling bij ziekte dekt. In februari 2024 meldde eiseres een werkneemster aan die al sinds 2020 in dienst was, en op dat moment al ziek bleek. Achmea beëindigde de verzekering en registreerde eiseres voor vijf jaar in haar interne frauderegister (IVR), wegens vermoedelijke fraude. Eiseres vordert nu verwijdering uit het IVR en bevestiging dat geen sprake is van fraude of misleiding. Subisdiair vordert ze opschorting van de registratie. De voorzieningenrechter oordeelt dat eiseres geen spoedeisend belang heeft, omdat de registratie intern is en geen directe externe gevolgen heeft. Het probleem bij het afsluiten van nieuwe verzekeringen vloeit voort uit de beëindiging van de vorige verzekering, niet uit de IVR-registratie. Daarnaast acht de rechter voldoende aannemelijk dat sprake is van fraude, gelet op de onjuiste en volgehouden informatieverstrekking door eiseres. De voorzieningenrechter wijst alle vorderingen af.

4.2. [eiseres] heeft onvoldoende gesteld wat haar spoedeisend belang is bij de vordering. [eiseres] heeft ter zitting aangegeven dat zij zich niet meer hoeft/wil verzekeren bij Achmea of aan haar gelieerde vennootschappen waarvoor het IVR geldt, maar dat zij door de registratie in het IVR elders geen verzuimverzekering kan afsluiten. Zoals Achmea terecht heeft opgemerkt, komt het niet door de registratie in het IVR dat [eiseres] geen verzuimverzekering kan afsluiten bij andere verzekeringsmaatschappijen. [eiseres] kan zich niet meer verzekeren omdat zij bij de voorafgaande vragenlijst moet invullen dat ooit een verzekering van haar is beëindigd door de verzekeraar. Dat wordt niet anders als [eiseres] wordt verwijderd uit het IVR. [eiseres] heeft verder nog als belang aangegeven dat als [eiseres] wordt verwijderd uit het IVR, zij met Achmea in overleg kan over een vaststellingsovereenkomst waarbij [eiseres] tijdelijk weer verzekerd wordt. Vervolgens kan [eiseres] zelf de verzekering opzeggen, waardoor zij niet meer hoeft aan te geven dat ooit een verzekering van haar is beëindigd door de verzekeraar. Dit is echter geen onderdeel van de vordering van [eiseres] en toewijzing van de vordering geeft ook geen enkel recht op een dergelijke vaststellingsovereenkomst.