Geen AVG-verzoek: minister mocht informatieverzoek over repatriëring als niet-bezwaarlijk afdoen
Rb. Den Haag 1 mei 2025, IT 4864; ECLI:NL:RBDHA:2025:7175 (Eiser tegen de minister van Buitenlandse Zaken). Eiser verbleef onvrijwillig in Gaza en kon niet terugkeren naar Nederland. Zijn gemachtigde heeft de minister van Buitenlandse Zaken per brief verzocht om informatie over de inspanningen die zijn verricht om eiser te repatriëren. De minister heeft hierop gereageerd met een informatieve brief. Eiser stelt dat zijn verzoek een inzageverzoek op grond van de AVG was en dat de minister had moeten voldoen aan de eisen van artikel 15 AVG. In bezwaar en beroep voert eiser aan dat de minister zijn verzoek ten onrechte niet als AVG-verzoek heeft behandeld en dat de reactie van de minister een besluit is waartegen bezwaar openstaat. De rechtbank overweegt dat de brief van eiser niet expliciet een verzoek om inzage in persoonsgegevens op grond van de AVG bevatte. Hoewel de AVG in de brief werd genoemd, was het verzoek gericht op informatie over de repatriëringsinspanningen en niet op inzage in de verwerking van persoonsgegevens. De rechtbank stelt dat het doel van artikel 15 AVG is dat betrokkene de verwerking van zijn persoonsgegevens kan controleren, wat uit het verzoek niet blijkt. Er is dus geen AVG-verzoek gedaan en de reactie van de minister is geen besluit in de zin van de Awb. Het bezwaar is daarom terecht niet-ontvankelijk verklaard en het beroep wordt ongegrond verklaard.