Beroep van journalist over onzorgvuldige inzageprocedure AIVGD gegrond verklaard

Rb. Den Haag 28 april 2025, IT 4894; ECLI:NL:RBDHA:2025:10457 (eiser tegen minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). Eiser, journalist van beroep, heeft op 27 januari 2023 een verzoek ingediend tot inzage in door de AIVD verwerkte persoonsgegevens. Verweerder heeft op 26 oktober 2023 inzage in één document toegestaan, maar de inzage in 28 andere documenten geweigerd: één vanwege herkomst van een buitenlandse inlichtingendienst en 27 wegens een nog actuele werkwijze. In de bezwaarfase is een tweede zoekslag uitgevoerd op basis van aanvullende zoektermen die eiser had aangedragen. Dit leverde 35 extra documenten op, waarvan de inzage opnieuw is geweigerd: vijf documenten zouden geen persoonsgegevens bevatten, 28 documenten zagen op een actuele werkwijze en twee documenten zijn geweigerd ter bescherming van bronnen. Eiser betoogt dat de zoekslagen onzorgvuldig zijn geweest. Hij wijst erop dat pas in bezwaar 35 extra documenten zijn gevonden. Gelet op zijn verleden als activist en zijn langdurig contact met medewerkers van inlichtingendiensten, acht eiser het aannemelijk dat meer persoonsgegevens over hem zijn verwerkt. Daarbij heeft verweerder onvoldoende inzicht gegeven in de gebruikte zoekmethode. Volgens eiser is ook de motivering van de weigering tot inzage gebrekkig, met name waar het documenten betreft uit de periode vóór 2015. Tot op dat moment bestond geen toereikende wettelijke grondslag voor inbreuken op het journalistieke brongeheim, zodat openbaarmaking van dergelijke documenten geen actuele werkwijze zou raken.