WAMCA versus AVG: Prejudiciële vragen over ontvankelijkheid collectieve actie tegen Adobe
Rb. Rotterdam 28 mei 2025, IT 4876; ECLI:NL:RBROT:2025:6254 (SDBN tegen Adobe). De Stichting Data Bescherming Nederland (SDBN) heeft een collectieve actie ingesteld tegen Adobe Systems Software Ireland Limited en Adobe Inc. wegens vermeende schendingen van de AVG door het verwerken van persoonsgegevens van Nederlandse internetgebruikers. SDBN vordert onder meer een verklaring voor recht dat Adobe onrechtmatig heeft gehandeld, een verbod op verdere schendingen, en schadevergoeding voor de betrokkenen. De rechtbank beoordeelt in deze fase niet de inhoudelijke vorderingen, maar richt zich op de rechtsmacht, het toepasselijk recht en de ontvankelijkheid van SDBN als belangenorganisatie. De rechtbank oordeelt dat zij bevoegd is om van de vorderingen kennis te nemen en dat Nederlands recht van toepassing is op de ontvankelijkheidsvraag. Voor de ontvankelijkheid toetst de rechtbank of SDBN voldoet aan de eisen van de WAMCA, waaronder de representativiteitseis, en aan de eisen van de AVG. De rechtbank stelt vast dat SDBN op dit moment niet voldoet aan de representativiteitseis van de WAMCA, omdat het aantal daadwerkelijk aangesloten of steunende personen te gering is in verhouding tot de omvang van de gestelde groep gedupeerden. Wel voldoet SDBN aan de overige waarborgvereisten van de WAMCA en aan de ontvankelijkheidseisen van de AVG. Omdat er onduidelijkheid bestaat over de verhouding tussen de ontvankelijkheidseisen van de WAMCA en de AVG, en over de mogelijkheid om zonder opdracht schadevergoeding te vorderen, wordt de procedure aangehouden in afwachting van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan en verwijst de zaak naar de parkeerrol.