Gedeeltelijke toewijzing verwijderingsverzoek CIS-registraties: schikkingsbedragen geen ‘feitelijk uitgekeerd schadebedrag’

Hof Den Haag 1 april 2025, IT 4931; ECLI:NL:GHDHA:2025:1243 (Verzoekster tegen Klaverblad). Verzoekster had bij Klaverblad een rechtsbijstandsverzekering. Naar aanleiding van vier claims registreerde Klaverblad persoonsgegevens, waaronder schadebedragen, in de databank van Stichting CIS. Verzoekster verzocht verwijdering van de opgenomen bedragen, stellende dat het ging om afkoop- en schikkingsbedragen, en dat opname strijdig was met de AVG, het CIS Privacyreglement en het CIS Gebruikersprotocol.De rechtbank wees het verzoek af. In hoger beroep oordeelt het hof dat het bedrag in claimmelding 1 (€ 3.762,40), dat Klaverblad betaalde ter afkoop van een verzekerde zaak, terecht is geregistreerd als feitelijk uitgekeerd schadebedrag. Het beroep faalt op dat punt. De bedragen in claimmeldingen 2, 3 en 4 (€ 10.000,- en tweemaal € 2.500,-) betroffen echter een schikking in het kader van een vaststellingsovereenkomst ter beëindiging van het conflict tussen partijen zelf, en niet een uitkering uit hoofde van de verzekering. Deze bedragen kwalificeren daarom niet als feitelijk uitgekeerd schadebedrag ex art. 4 CIS Privacyreglement. Nu Klaverblad geen zelfstandig belang bij de opname had, is de registratie onrechtmatig onder art. 6 lid 1 sub f AVG. Het hof gelast verwijdering van die drie bedragen uit de CIS-databank. De gevorderde dwangsom wordt afgewezen vanwege vrijwillige nakoming, evenals de gevraagde schadevergoeding wegens onvoldoende onderbouwing. Klaverblad wordt veroordeeld in de proceskosten in beide instanties.