Gepubliceerd op donderdag 25 januari 2024
IT 4462
Rechtbank ||
18 jan 2024
Rechtbank 18 jan 2024, IT 4462; ECLI:NL:RBAMS:2024:229 (Verdachte tegen OM), https://www.itenrecht.nl/artikelen/ais-gegevens-van-het-schip-zijn-geen-persoonsgegevens

AIS-gegevens van het schip zijn geen persoonsgegevens

Rb. Amsterdam 18 januari 2024, IT 4462; ECLI:NL:RBAMS:2024:229 (Verdachte tegen OM) In deze zaak wordt verdachte onder andere ten laste gelegd dat zij zich schuldig gemaakt heeft aan het vervoeren van gevaarlijke goederen in de nabijheid van bruggen en/of dichtbevolkte gebieden. Het OM stelt met betrekking tot de rechtmatigheid van gebruik van de gegevens van het eNose netwerk dat locatiegegevens via AIS geen inbreuk maken op privacy, omdat het om vervoersbewegingen van het schip niet gaat om persoonsgegevens van de schipper.

De verdediging stelt dat er zonder eNose-metingen onvoldoende bewijs voor overtreding ontgassingsverbod. De verdediging pleit voor vrijspraak op basis van onvoldoende bewijs en onrechtmatig verkregen gegevens. De AIS-gegevens betreffen informatie over een schip en de locatiegegevens. Volgens de AVG zijn deze gegevens persoonsgegevens als ze herleidbaar zijn naar een natuurlijke persoon. In dit geval oordeelt de rechtbank dat de AIS-gegevens van het schip geen persoonsgegevens zijn omdat verdachte geen eenmansbedrijf is. Hierdoor is er geen sprake van schending van privacy bij het verzamelen en verwerken van deze gegevens.

Voorts stelt de verdediging dat de ILT niet bevoegd was de eNose-gegevens te gebruiken. Uit het convenant blijkt dat het eNose-netwerk kan worden gebruikt voor toezicht op varend ontgassen. De omgevingsdienst voert toezicht uit en heeft inzage in eNose-gegevens volgens het convenant. De ILT heeft daarnaast toezichthoudende en opsporende taken op basis van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen. De rechtbank oordeelt dat de ILT rechtmatig gebruik mocht maken van de eNose-gegevens die zijn verstrekt door de omgevingsdienst. Op grond van het voorgaande wordt verdachte vrijgesproken, omdat eNose-gegevens alleen onvoldoende zijn voor bewijs zonder aanvullende ondersteuning.

3.4.2. Gebruik maken van de eNosegegevens door de ILT

De verdediging heeft zich tevens op het standpunt gesteld dat de ILT niet over de eNosegegevens had mogen beschikken en dat het gebruik daarvan dus onrechtmatig is, omdat het eNosenetwerk niet was bedoeld ter controle op het landelijk ontgassingsverbod. De rechtbank overweegt hierover als volgt.

Uit het Convenant eNosenetwerk Noordzeekanaalgebied en Amsterdam-Rijnkanaal 2021-2026 blijkt onder meer dat

- de provincie Noord-Holland en de Port of Amsterdam (PoA) beheerder zijn van het eNose netwerk;

- het eNose netwerk kan worden gebruikt als signalerings- en analysetool voor toezicht op varend ontgassen;

- de Omgevingsdienst monitoringswerkzaamheden verricht in opdracht van de provincie Noord-Holland en de PoA.

In de werkafspraken, behorend bij het Convenant, is te lezen dat de Omgevingsdienst toezichthoudende taken uitvoert op varend ontgassen en uit dien hoofde inzage heeft in de gegevens van het eNosenetwerk. De Omgevingsdienst signaleert varend ontgassen en geeft dit door aan de toezichthoudende partij. Ook staat in de werkafspraken dat het toezicht op ontgassende schepen niet behoort tot de taken van Divisie Havenmeester, maar is belegd bij de toezichthoudende instantie ILT.

Op grond van de artikelen 34 lid 1 en 44 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen heeft de ILT zowel een toezichthoudende als een opsporende taak.

De rechtbank is van oordeel dat de ILT zowel op grond van zijn wettelijke taak als op grond van het Convenant gebruik mocht maken van de gegevens die hem zijn toegezonden door de Omgevingsdienst. Ook dit verweer wordt verworpen.