Gepubliceerd op vrijdag 26 februari 2021
IT 3423
Hoge Raad ||
29 jan 2021
Hoge Raad 29 jan 2021, IT 3423; ECLI:NL:PHR:2021:83 (Dutch Filmworks tegen Ziggo), https://www.itenrecht.nl/artikelen/conclusie-a-g-in-dutch-filmworks-tegen-ziggo

Conclusie A-G in Dutch Filmworks tegen Ziggo

HR Conclusie A-G 29 januari 2021, IEF 19788, IT 3423; ECLI:NL:PHR:2021:83 (Dutch Filmworks tegen Ziggo) Deze kort geding-procedure draait om de vraag of internet service provider Ziggo kan worden verplicht om aan de rechthebbende op intellectuele eigendomsrechten de NAW-gegevens te verstrekken die horen bij IP-adressen van waaraf een film illegaal volgens die rechthebbende is gedownload. Het grondrecht op bescherming van intellectuele eigendom staat tegenover het grondrecht op bescherming van persoonsgegevens en privacy van de internetgebruikers. Net als de voorzieningenrechter [IEF 18224] heeft het hof geoordeeld dat het aanpakken van ‘illegale downloaders’ onder voorwaarden rechtmatig is, maar dat in dit geval de rechthebbende te weinig rekening heeft gehouden met de belangen van de betrokken internetgebruikers [IEF 18806]. Daarom zijn de vorderingen van de rechthebbende afgewezen. Die beslissing acht A-G Drijber te billijken, zijn conclusie strekt tot verwerping van het principale cassatieberoep.

4.8
Het is daarom essentieel vast te stellen over welke belangen een rol spelen. Aan de kant van de auteursrechthebbende zijn dat in beginsel zuiver financiële belangen. IE-rechten vertegenwoordigen een waarde en inbreuk daarop veroorzaakt normaal gesproken financieel nadeel. Aan de kant van de internetgebruikers van wie wordt vermoed dat zij inbreuk hebben gemaakt, gaat het vooral om de bescherming van hun privacy. Ook hier: als de gevraagde gegevens aan DFW worden verstrekt, verkrijgt deze niet alleen informatie in de vorm van persoonsgegevens sec, maar ook – als gevolg van de koppeling van de NAW-gegevens aan het gemonitorde internetgebruik (het downloaden van de Film) – informatie over (en daarmee enig inzicht in) het internetgebruik van de betrokken Ziggo-abonnees. Toewijzing van het gevraagde bevel zou daarom inbreuk kunnen opleveren op het door art. 8 EVRM beschermde recht om, in mijn woorden, vrijelijk en onbespied te kunnen internetten.62 Ziggo c.s. heeft zich daar ook op beroepen.63

4.9
Minder duidelijk vind ik het verband tussen de bescherming van privacybelangen en de voorwaarde dat de rechthebbende van te voren transparantie betracht over de handhavingsmaatregelen die zij voornemens is te nemen. Het gaat bij dat laatste overwegend om een financieel belang van de aangesproken internetgebruikers en, zou ik menen, niet zozeer om een aspect van hun privacy64 (ervan uitgaande dat de naam van de betrokkenen niet openbaar wordt gemaakt). De door het hof gestelde transparantie-eis vormt in het bestreden arrest slechts één reden waarom de balans voor DFW ongunstig uitvalt, maar acht ik niet de meest overtuigende reden.