Inbreuk op privacy door cameragebruik gerechtvaardigd door ernstig overlast
Rb. Noord-Holland 20 november 2025, IT 5040; ECLI:NL:RBNHO:2025:13490 ([eisers] tegen [gedaagde]). Partijen zijn buren van elkaar. [gedaagde] heeft camera’s aan zijn woning gehangen. Deze camera’s filmen naast de eigendommen van [gedaagde] ook een gedeelte van de openbare weg en het perceel van [eisers]. Volgens hen maken de camera’s van [gedaagde] daarom inbreuk op de privacy van [eisers]. Zij vorderen daarom dat [gedaagde] de camera’s verwijderd, dan wel vastzet of verplaatst, zodat deze de eigendommen van [eisers] niet meer (kunnen) filmen. Volgens [gedaagde] rechtvaardigt het gedrag van [eisers] de aanwezigheid van de camera’s. Sinds het conflict met de aannemer van [gedaagde] in april 2025, veroorzaken [eisers] namelijk ernstige overlast. Die overlast is dusdanig van aard dat volgens [gedaagde] sprake zou zijn van “terreur”. Vanwege de overlast van [eisers] vordert [gedaagde] in reconventie dat [eisers] een drietal verboden worden opgelegd. Ook vordert [gedaagde] in reconventie betaling door [eisers] van materiële en immateriële schadevergoeding.