Gepubliceerd op dinsdag 17 augustus 2021
IT 3624
Hoge Raad ||
9 jul 2021
Hoge Raad 9 jul 2021, IT 3624; ECLI:NL:PHR:2021:713 (De Stichting tegen HP), https://www.itenrecht.nl/artikelen/conclusie-p-g-hp-handelt-niet-onrechtmatig-door-weigeren-van-huismerk-cartridges

Conclusie P-G: HP handelt niet onrechtmatig door weigeren van huismerk cartridges

HR Conclusie P-G 9 juli 2021, IT 3624; ECLI:NL:PHR:2021:713 (Stichting tegen HP) Stichting 123inkt-huismerk klanten is opgericht door de bestuurders van Digital Revolution, die de domeinnaam 123inkt.nl exploiteert. HP Nederland is onderdeel van de HP groep en brengt onder meer printers en cartridges op de markt. Printermodellen van na 2015 zijn standaard uitgerust met dynamic security, een authenticatiemethode die met periodiek veranderende parameters werkt. Deze parameters zijn omstreeks september 2016 aangepast, waardoor het niet meer mogelijk was om in die printers cartridges te gebruiken die niet van HP afkomstig waren. De Stichting vordert dat HP wordt verboden updates in de printer uit te voeren en foutmeldingen te geven bij gebruik van andere cartridges, zoals van 123inkt, nadat deze toebehoort aan een ander dan HP, alsmede een schadevergoeding ten behoeve van de deelnemers. Het hof vindt deze verboden te ruim en daardoor niet toewijsbaar. Namens de Stichting is beroep in cassatie ingesteld, hoofdzakelijk gericht tegen een door het hof toegewezen verklaring met betrekking tot het door HP verstrekken van gebrekkige en deels onjuiste informatie. De P-G concludeert tot verwerping van dit beroep en dus tot handhaving van de beslissing van het hof, dat HP rechtens niet verplicht is om het gebruik van cartridges van andere leveranciers (dan HP) in de door haar in het verkeer gebrachte printers te faciliteren. 

2.55 In het middelonderdeel gaat de Stichting eraan voorbij dat – in de redenering van het hof – HP er een redelijk belang bij heeft, dynamic security te gebruiken om daarmee counterfeit cartridges effectief te kunnen weren, ook heeft die maatregel het neveneffect dat ook cartridges worden getroffen die onder een eigen merk aan consumenten worden verkocht (zoals de cartridges van 123inkt-huismerk). Ook wie ervan uitgaat dat Digital Revolution B.V. zich niet schuldig heeft gemaakt aan (illegale) gedragingen om de geheime code van HP te achterhalen – dat is een rode draad in de toelichting op het cassatiemiddel van de Stichting −, zal moeten toegeven dat in de wereldwijde wedloop, die volgens HP gaande is tussen fabrikanten die gebruik maken van een geheime code voor authenticatie en de (volgens HP: veelal buitenlandse) hackers die elke geheime code vroeg of laat weten te ‘kraken’, HP een redelijk belang heeft bij het installeren en gebruiken van besturingssoftware in HP-printers die de geheime code periodiek doet wisselen.

2.95 De resterende klachten van onderdeel 7 treffen naar mijn mening evenmin doel. Ten aanzien van de klacht onder 7.14 merk ik op dat het hof in de bestreden overweging klaarblijkelijk tot uitdrukking heeft willen brengen dat HP, bij haar keuze om wel of geen dynamic security in haar printers te installeren, niet alleen rekening moest houden met de Deelnemers, maar óók met aanbieders van counterfeit-cartridges. Zie ik het goed, dan heeft het hof het belang van HP bij het effectief verhinderen van counterfeit-cartridges zo groot geacht dat dit belang de installatie van dynamic security in de besturingssoftware van HP-printers rechtvaardigt, ook al heeft deze maatregel tot gevolg dat compatibele cartridges die onder een eigen merk (in dit geval: 123inkt-huismerk) mogen worden verkocht niet ongestoord kunnen worden gebruikt in printers van HP. Mijn slotsom is dat onderdeel 7 faalt.