Gepubliceerd op maandag 7 oktober 2019
IT 2890
Rechtbank ||
10 sep 2019
Rechtbank 10 sep 2019, IT 2890; ECLI:NL:RBAMS:2019:7357 (Nabestaanden tegen BNNVARA), https://www.itenrecht.nl/artikelen/documentaire-bnnvara-over-dood-jongeman-is-niet-onnodig-kwetsend

Documentaire BNNVARA over dood jongeman is niet onnodig kwetsend

Vzr. Rechtbank Amsterdam 10 september 2019, IEF 18733, IT 2890; ECLI:NL:RBAMS:2019:7357 (Nabestaanden tegen BNNVARA) Eiseressen zijn de moeder en halfzus van X, die is neergeschoten door een politieagent in een park. De conclusie van de politie is dat de dood van  X een ‘suicide by cop’ was. Y is documentairemaakster en heeft een documentaire gemaakt waarin zij de dood van X onderzoekt. BNNVARA is van plan de documentaire op 25 september 2019 uit te zenden op televisiezender NPO3. Daarnaast wil BNNVARA de documentaire aanbieden op Uitzending Gemist. De moeder heeft BNNVARA gesommeerd openbaarmaking van de documentaire te staken, onder meer omdat zij geen toestemming heeft gegeven voor het gebruik van door haar verstrekte informatie of voor het gebruik van het portret van X. De vorderingen worden afgewezen. De film is een artistiek portret, uitspraken worden niet gepresenteerd als feiten. Verder is de weergave niet eenzijdig negatief of onnodig kwetsend. Er is geen aantasting in de eer en goede naam van de moeder. Ook is er geen inbreuk op auteursrecht of portretrecht.

4.25.
Eiseressen hebben zich ook beroepen op het portretrecht van [naam overledene] . Het portretrecht is een verzetsrecht, dat op grond van artikel 25a van de Auteurswet (Aw) ook door een nabestaande van een geportretteerde kan worden ingeroepen. Daarvoor is vereist dat een redelijk belang van de geportretteerde of, na zijn overlijden, van een van zijn nabestaanden zich verzet tegen openbaarmaking.

4.26.
Het portret van [naam overledene] is al eerder in de media getoond en is op internetsites nog steeds te zien. De foto’s en video’s van de jonge [naam overledene] die in de documentaire worden getoond zijn verstrekt door de stiefvader of worden getoond door zijn vrienden. Eiseressen hebben aan hun vorderingen slechts ten grondslag gelegd dat sprake is van inbreuk op het portretrecht en dat zij geen toestemming hebben gegeven voor het gebruik van “het portret” van [naam overledene] . Dat [eiseres sub 1] geen toestemming heeft gegeven voor het gebruik van de beelden, is niet doorslaggevend. Niet geldt als uitgangspunt dat voor openbaarmaking steeds voorafgaande toestemming van de geportretteerde (of diens nabestaande) is vereist. Er dient een belangenafweging plaats te vinden. Eiseressen hebben niet nader onderbouwd welk redelijk belang zich verzet tegen openbaarmaking. Aspecten die bij die belangenafweging een rol spelen zijn de aard en intimiteit waarin de geportretteerde is afgebeeld, het karakter van de foto en de context van de publicatie. De in de film getoonde beelden zijn niet bijzonder intiem, het zijn portretten van [naam overledene] op verschillende leeftijden die het door [naam 3] in de film geschetste verhaal van zijn leven (een ‘biografie’) ondersteunen. Voorshands is, zonder nadere toelichting, niet duidelijk welk redelijk belang van eiseressen zich tegen dit gebruik zou verzetten. Zijdens eiseressen is ter zitting wel gezegd dat het tonen van foto’s van [naam overledene] , zodat zij die ook steeds weer moeten zien, moeilijk is in het kader van de rouwverwerking. Dat is echter – hoe verdrietig ook – onvoldoende om gebruik van de beelden te verbieden.