Gepubliceerd op dinsdag 13 maart 2018
IT 2508
Hof ||
21 nov 2017
Hof 21 nov 2017, IT 2508; ECLI:NL:GHDHA:2017:3239 (NBK Forwarding tegen Greencat), https://www.itenrecht.nl/artikelen/door-greencat-te-betalen-schadevergoeding-verlaagd-wegens-onredelijke-schadebegroting

Door Greencat te betalen schadevergoeding verlaagd wegens onredelijke schadebegroting

Hof Den Haag 21 november 2017, IT 2508; ECLI:NL:GHDHA:2017:3239 (NBK Forwarding tegen Greencat) Schadestaatprocedure. NBK en GreenCat hebben een overeenkomst gesloten voor het gebruik, de implementatie en doorontwikkeling van softwareapplicaties. Nadat tussen partijen een geschil is gerezen over de uitvoering van deze overeenkomst, heeft de rechtbank geoordeeld dat de exoneratieclausule waar Greencat zich op beroept naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is voor zover het de uitsluiting van aansprakelijkheid betreft. Greencat wordt veroordeeld om NBK €207.050,00 te betalen [zie IT 1988]. Het hof acht het niet redelijk dat NBK schade heeft laten begroten waarvan zij wist dat die niet verhaalbaar zouden zijn. Het hof vermindert de hoofdsom van €207.05,00 met €10.660,00. Greencat is gehouden een bedrag van €196.390,00 aan NBK te betalen. De overige vorderingen worden afgewezen.

16. Incidentele grief 6 van GreenCat is gericht tegen het deel van evengenoemde vorderingen dat de rechtbank wel heeft toegewezen. Het gaat om “kosten schadeonderzoek 2010” ad € 15.040, “kosten schadeonderzoek 2012 (BeSCOPE)” ad € 1.350 en “kosten schadeonderzoek 2014 (BeSCOPE en Drieblad)” ad € 10.660. De rechtbank overweegt dat deze kosten zien op vaststelling van de schade en met facturen zijn onderbouwd. In de grief brengt GreenCat hiertegen in dat de kosten in relatie tot GreenCat niet als redelijk beschouwd kunnen worden omdat de deskundigen op instructie van NBK hebben gewerkt aan de opstelling van een schadestaat die niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen en zij als vermoedelijk oogmerk hebben gehad om tot een zo hoog mogelijk schadebedrag te komen. Daartoe verwijst GreenCat naar haar vorige grieven. Het hof is het met de rechtbank eens dat gezien het rapport waarmee de schadestaat is onderbouwd de kosten als redelijk aangemerkt kunnen worden. Het rapport is, zoals overwogen, gecontroleerd door een register accountant. De door GreenCat geuite verdenking dient dan van een steviger onderbouwing te worden voorzien.
GreenCat meent voorts dat de kosten niet redelijk zijn in het licht van de periode waarop de onderzoekshandelingen betrekking hebben nu de rechtbank heeft geoordeeld dat NBK niet over een periode van vijf jaar maar over een periode van twee jaar (2010 en 2011) schadevergoeding kan vorderen. Het hof kan hierin niet meegaan voor zover het de kosten van schadeonderzoek 2010 en 2012 betreft. NBK kon bij het onderzoek naar de omvang van de schade toen redelijkerwijs nog niet voorzien in hoeverre de schade voor vergoeding in aanmerking zou komen, dit te meer nu partijen van mening verschilden over de exoneratie. De grief treft echter wel doel voor zover de kosten voor schadeonderzoek later dan in 2012 gemaakt zijn. Zoals door de rechtbank is overwogen, was het maximale bedrag van de te verhalen schadevergoeding reeds met de schade uit 2010 en 2011 overschreden. Dit geldt niet alleen voor de lengte van de periode waarover NBK door toedoen van GreenCat schade heeft geleden – ter zake daarvan heeft de rechtbank een schadebeperkingsplicht aangenomen, tegen het bestaan waarvan NBK heeft gegriefd hetgeen het hof verder in het midden laat – maar ook voor het bereiken van het schadeplafond vanwege het exoneratiebeding. Dit plafond was – zo blijkt al uit de schadebegrotingen van 2010 en 2011 – reeds vóór 2012 bereikt. Het hof acht het niet redelijk dat NBK schades laat begroten waarvan zij wist (of had behoren te weten) dat die niet verhaalbaar zouden zijn.

16. Incidentele grief 6 treft in zoverre doel.

33. De slotsom is dat het bestreden vonnis deels zal worden bekrachtigd en dat zal worden beslist als na vermeld. Wegens het deels slagen van incidentele grief 6 zal in hoofdsom worden toegewezen een bedrag van (207.050,00 min 10.660,00 is) 
€ 196.390,00, vermeerderd met wettelijke rente zoals in de vorige overweging vastgesteld. Als de telkens overwegend in het ongelijk gestelde partij zal NBK de kosten van het principale beroep en GreenCat die van het incidentele beroep hebben te dragen. Het bewijsaanbod van GreenCat wordt in het licht van het voorgaande als niet ter zake dienend gepasseerd.