DOSSIERS
Alle dossiers

Contracten  

IT 4582

Arag hoeft schadelijke berichtgeving van ex-cliënt niet te tolereren

Rechtbank 13 jun 2024, IT 4582; ECLI:NL:RBGEL:2024:3644 (Arag tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/arag-hoeft-schadelijke-berichtgeving-van-ex-client-niet-te-tolereren

Vzr. Rb. Gelderland 13 juni 2024, IT 4582; ECLI:NL:RBGEL:2024:3644 (Arag tegen gedaagde). Deze zaak vloeit voort uit een tussen gedaagde en ABN-AMRO Verzekeringen (hierna: ABN-AMRO) afgesloten en later opgezegde rechtsbijstandverzekering. De uitvoering van de verzekering was belegd bij Arag, eiser in deze zaak. Het geschil tussen partijen is ontstaan naar aanleiding van de opzegging van de verzekeringsovereenkomst. ABN-AMRO heeft de overeenkomst, op basis van de verzekeringsvoorwaarden, eenzijdig opgezegd nadat gedaagde zich beledigend en bedreigend zou hebben uitgelaten naar de medewerkers van Arag. Gedaagde heeft hiertegen een klacht ingediend bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening, maar tevergeefs. Ook het hoger beroep van gedaagde liep op niets uit. Gedaagde heeft diens frustratie kenbaar gemaakt door meerdere negatieve berichten op verschillende sociale media te plaatsen met betrekking tot Arag en haar medewerkers. Arag vordert in kort geding dat gedaagde alle berichten verwijdert waarin hij namen van de medewerkers van Arag noemt, alsmede waarin hij de reputatie van Arag schendt, dan wel zich neerbuigend over Arag uitlaat en/of Arag beschuldigt van strafbaar en/of onrechtmatig gedrag. Ook vordert Arag dat gedaagde wordt verboden om dergelijke uitingen te doen in de toekomst.

IT 4580

Categorisch advertentieverbod door Google is gerechtvaardigd

Rechtbank 30 apr 2024, IT 4580; ECLI:NL:RBAMS:2024:3096 (Vignette & Visa B.V. tegen Google), https://www.itenrecht.nl/artikelen/categorisch-advertentieverbod-door-google-is-gerechtvaardigd

Rb. Amsterdam 30 april 2024, IT 4580; ECLI:NL:RBAMS:2024:3096 (Vignette & Visa B.V. tegen Google). Vignette & Visa B.V. (hierna: Vignette & Visa) is online aanbieder van digitale tolvignetten voor (Oost-)Europese landen aan afnemers in Nederland en daarbuiten. Voor haar dienstverlening hangt Vignette & Visa hoofdzakelijk af van Google Ads. In dat kader heeft Vignette & Visa de door Google bedongen advertentievoorwaarden geaccepteerd. Wegens een vermeende schending van die voorwaarden heeft Google de Google Ads-accounts van Vignette & Visa vervolgens opgeschort. Vignette & Visa vordert in kort geding om Google te gelasten bestaande en nieuwe Google-accounts van Vignette & Visa niet langer op te schorten wegens vermeende schendingen van het Google Ads-beleid. Primair stelt zij dat de Duitse rechter in een vergelijkbare zaak bij wijze van voorlopige voorziening een dergelijke vordering heeft gehonoreerd, op grond van het Europees (en Duits) mededingingsrecht. Google zou in dit geval misbruik maken van haar economische machtspositie. Daarnaast stelt Vignette & Visa dat de restrictie in de voorwaarden van Google onredelijk van aard is, aangezien die geen ruimte overlaat voor individuele uitzonderingen en omdat deze onvoldoende onderbouwd zou zijn.

IT 4578

Vraag of er een exclusiviteitsbeding is overeengekomen niet kan worden beantwoord in een kort geding

Rechtbank Gelderland 22 mei 2024, IT 4578; ECLI:NL:RBGEL:2024:3099 (Attema tegen Orange Juice), https://www.itenrecht.nl/artikelen/vraag-of-er-een-exclusiviteitsbeding-is-overeengekomen-niet-kan-worden-beantwoord-in-een-kort-geding

Vzr. Rb. Gelderland 22 mei 2024, IT 4578; ECLI:NL:RBGEL:2024:3099 (Attema tegen Orange Juice). Kort geding. Attema is een onderneming die zich bezighoudt met de vervaardiging van kunststofproducten voor de bouw. Orange Juice is een onderneming die zich onder meer bezighoudt met het ontwikkelen, produceren en uitgeven van computersoftware. Attema heeft Orange Juice benaderd voor de ontwikkeling van een webapplicatie. In het projectplan van 23 februari 2021 werd een exclusiviteitsbeding opgenomen. Orange Juice heeft werkzaamheden uitgevoerd voor ABB, een concurrent van Attema, wat volgens Attema in strijd is met dit exclusiviteitsbeding. In dit kort geding vordert Attema dat Orange Juice haar werkzaamheden voor ABB staakt, een verbod op werkzaamheden voor andere concurrenten en een voortzetting van de dienstverlening aan Attema. Orange Juice betwist de aanwezigheid van een exclusiviteitsbeding echter en stelt dat hierover geen definitieve overeenstemming is bereikt. Daarnaast stelt Orange Juice dat de samenwerking later is gewijzigd naar een stap-voor-stap-benadering zonder exclusiviteitsbeding.

IT 4575

Uitspraak ingezonden door Edward de Lange, Summit Legal.

Logius heeft onvoldoende belang bij verregaande informatie inzake de door Visma geleverde ´Digipoort´

Rechtbank 6 jun 2024, IT 4575; (Staat der Nederlanden tegen Visma Connect B.V.), https://www.itenrecht.nl/artikelen/logius-heeft-onvoldoende-belang-bij-verregaande-informatie-inzake-de-door-visma-geleverde-digipoort

Rb. Den Haag 6 juni 2024, IT 4575 (de Staat der Nederlanden tegen Visma Connect B.V.). Logius is als overheidsagentschap verantwoordelijk voor de ontwikkeling en het beheer van de digitale overheid, ten behoeve van het digitale contact tussen overheidsorganisaties en de burger. In dat kader biedt het onder meer 'Digipoort' aan, een dienst voor de afhandeling van digitaal berichtenverkeer. De ontwikkeling daarvan besteedt Logius uit aan IT-leveranciers, waaronder Visma, een gespecialiseerde IT-dienstverlener. Ten behoeve van de samenwerking sluiten Logius en Visma een scala aan overeenkomsten af. Desondanks ontstaat er een geschil tussen de partijen, als gevolg van de beoogde transitie van Logius naar een andere leverancier. Betwist wordt in welke mate Visma informatie dient te verstrekken aan Logius ter ondersteuning van die transitie. Na afsluiting van een schikkingsovereenkomst en nadere bemiddeling tussen partijen, levert Visma zoals afgesproken de broncode van de gebruikersportalen van de Digipoort aan Logius. Daarop reageert Logius dat de geleverde broncode onvolledig is, ofwel in strijd met de tussen hen gesloten 'Level Playing Field-overeenkomst' (LPF-overeenkomst).

IT 4573

Gedaagde dient broncode van verbeterde software over te dragen

Rechtbank Rotterdam 31 mei 2024, IT 4573; ECLI:NL:RBROT:2024:5183 (Factorylab tegen gedaagden), https://www.itenrecht.nl/artikelen/gedaagde-dient-broncode-van-verbeterde-software-over-te-dragen

Vzr. Rb. Rotterdam 31 mei 2024, IEF 22108, IT 4573; ECLI:NL:RBROT:2024:5183 (Factorylab tegen gedaagden). Factorylab houdt zich bezig met het ontwikkelen, produceren en onderhouden van elektronica en software voor het uitlezen, verzenden, opslaan en inzichtelijk maken van data voor industriële toepassingen. In 2023 heeft Factorylab met gedaagde 1 in notariële vorm een overeenkomst betreffende bedrijfsoverdracht gesloten (hierna: de Overeenkomst). Gedaagde 3 is enig aandeelhouder en bestuurder van gedaagde 2, die op haar beurt indirect bestuurder is van gedaagde 1 (samen: gedaagden). Met gedaagde 2 heeft Factorylab een overeenkomst van opdracht gesloten, waarbij gedaagde 3 als senior engineer kan worden ingeschakeld voor het verbeteren van bestaande producten en het ontwikkelen van nieuwe producten. Tot de overgenomen activiteiten behoort het project van de klant MCS, die product ED2051van Factorylab afneemt. Na overdracht heeft gedaagde 3 werkzaamheden verricht om de software van ED2051 te verbeteren en bugs te fixen. Factorylab heeft hierna gevraagd aan gedaagde 3 om de broncode van ED2051, maar slechts de gecompileerde versie van de broncode is aangeleverd. Factorylab vordert onder andere gedaagden te veroordelen om binnen 48 uur aan Factorylab in leesbare en bruikbare vorm op een gegevensdrager de broncode van ED2051 te verstrekken.

IT 4556

Contact met derden leidt niet zonder meer tot schending geheimhoudingsovereenkomst

Rechtbank 2 mei 2024, IT 4556; ECLI:NL:RBDHA:2024:6716 (Eisende partij tegen Thematic), https://www.itenrecht.nl/artikelen/contact-met-derden-leidt-niet-zonder-meer-tot-schending-geheimhoudingsovereenkomst

Rb. Den Haag 2 mei 2024, IT 4556; ECLI:NL:RBDHA:2024:6716 (Eisende partij tegen Thematic). Eiser verzorgt en vervaardigt promotie- en bedrijfsfilms. Thematic is een onderneming die documentaires maakt om, naar eigen zeggen, het publiek te behoeden voor desinformatie in het nieuws en de media. Thematic heeft eisende partij benaderd om als cameraman opdrachten uit te voeren. In artikel 1 van deze overeenkomst is bepaald dat eiser de hiervoor bedoelde vertrouwelijke informatie niet openbaar zal maken. In de overeenkomst is een dagtarief overeegenkomen “exclusief mogelijk extra kosten zoals, een kilometervergoeding van en naar Schiphol en v.v., de post verwerking van de AV opnames.”. Eiser vordert betaling van €10.964 voor het (onder meer) onbetaald laten blijven van meerwerk (montagewerkzaamheden). Bovendien zou eiser schade hebben geleden doordat Thematic kort voor de geplande opnameperiode de opdracht heeft geannuleerd. De factuur hiervan is ook onbetaald gebleven. Voorts stelt eiser dat misbruik is gemaakt van de geheimhoudingsovereenkomst. Thematic voert in reconventie aan dat eiser de geheimhoudingsovereenkomst heeft geschonden door over zijn werkzaamheden te hebben gesproken met de journaliste E. Munnik.

IT 4551

BKR wint geschil van Odido over doorbelasting kosten inzageverzoeken

Rechtbank 1 mei 2024, IT 4551; ECLI:NL:RBGEL:2024:2708 (BKR tegen Odido), https://www.itenrecht.nl/artikelen/bkr-wint-geschil-van-odido-over-doorbelasting-kosten-inzageverzoeken

Rb Gelderland 1 mei 2024, IT 4551; ECLI:NL:RBGEL:2024:2708 (BKR tegen Odido). In onderhavige zaak tussen BKR en Odido draait het om de betaling van facturen voor inzageverzoeken in het register van Bureau Krediet Registratie (BKR). Odido meent dat BKR alleen de daadwerkelijke kosten mag doorberekenen en eist daarom volledige financiële verantwoording en inzage in de kostenstructuur. BKR stelt echter dat zij gerechtigd is om het tarief voor inzageverzoeken vast te stellen en dat de doorbelasting niet beperkt is tot de daadwerkelijke kosten. De rechtbank oordeelt dat de overeenkomst tussen BKR en Odido geen verplichting voor BKR bevat om alleen de werkelijke kosten door te belasten. Zij baseert dit oordeel op de tekst van de overeenkomst, het Algemeen Reglement CKI en de Algemene Handleiding CKI, evenals op de achtergrond van de overeenkomst en de feitelijke omstandigheden. De rechtbank concludeert dat het niet de bedoeling is geweest om alleen de daadwerkelijke kosten in rekening te brengen of achteraf te verrekenen op basis van de werkelijke kosten. Daarom wijst de rechtbank de vorderingen van Odido af en die van BKR toe. Odido mag de betaling van de facturen van BKR niet opschorten en wordt veroordeeld tot betaling van de openstaande facturen. Odido kan zich niet beroepen op de aanvullende werking van redelijkheid en billijkheid omdat er geen leemte is in de overeenkomst wat betreft financiële verantwoording. Anders dan Odido stelt, rust op BKR ook geen dergelijke transparantieverplichting. De rechtbank komt in een soortgelijke zaak tegen KPN tot een soortgelijk oordeel. 

IT 4550

Gedaagde moet overgaan tot betaling van facturen voor softwareontwikkeling

Rechtbank 1 mei 2024, IT 4550; ECLI:NL:RBOVE:2024:2386 (Eiseres tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/gedaagde-moet-overgaan-tot-betaling-van-facturen-voor-softwareontwikkeling

Rb. Overijssel 1 mei 2024, IT 4550; ECLI:NL:RBOVE:2024:2386 (Eiseres tegen gedaagde). Eiseres, een advies- en ondersteuningsbedrijf in de informatietechnologie en gedaagde, een groothandel in computers, randapparatuur en software, sloten een 'Framework Agreement for Collaboration' en een 'Work order'. Op basis van deze overeenkomsten heeft eiseres software ontwikkeld en geleverd aan gedaagde, waarvoor eiseres in totaal vijf facturen heeft verstuurd. Deze heeft gedaagde onbetaald gelaten. Eiseres vordert veroordeling van gedaagde tot betaling van €53.530,40. De rechtbank oordeelt dat het verweer van gedaagde tegen de vijf facturen van eiseres onvoldoende is onderbouwd. Gedaagde heeft gesteld dat de facturen afwijken van wat in de werkorder is overeengekomen, maar heeft niet toegelicht wat er precies niet klopt aan de facturen in vergelijking met de werkorder. Ook heeft gedaagde onvoldoende onderbouwd waarom zij van mening is dat eiseres te veel uren heeft gefactureerd voor het werk. Bovendien blijkt uit de correspondentie tussen beide partijen niet dat gedaagde het niet eens is met de facturen, maar dat er geen geld is om ze te betalen. Daarom wordt de vordering van eiseres toegewezen.

IT 4548

Uitspraak ingezonden door Daan Breuking en Luuk Jonker, Holla legal & tax.

Geen sprake van tekortkoming in de nakoming ICT-overeenkomst

Rechtbank Amsterdam 1 mei 2024, IT 4548; (GAC tegen Medz), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geen-sprake-van-tekortkoming-in-de-nakoming-ict-overeenkomst

Rb. Amsterdam 1 mei 2024, IT 4549; C/13/736768 / HA ZA 23-656 (GAC tegen Med) GAC is een ICT-dienstverlener. Zij houdt zich bezig met advisering en ondersteuning op het gebied van bedrijfssoftware zoals Microsoft Dynamics. Medz is een groothandel voor medische producten. Medz en Broad Horizon doen sinds circa 2015 zaken met elkaar, Broad Horiron is later (deels) overgenomen door GAC. Er ontstaat een financieel geschil naar aanleiding van de implementatie van nieuwe software in opdracht van Medz. GAC verlangt betaling voor door haar verrichte werkzaamheden. Medz meent dat GAC geen vordering kan instellen. Voor zover GAC dat wel kan, betoogt Medz dat zij al meer heeft betaald dan waarop GAC recht heeft. Medz stelt ook dat het systeem niet naar behoren werkte en vordert van GAC vergoeding van door haar gestelde geleden schade. Ten aanzien van de werkzaamheden, oordeelt de rechtbank dat partijen redelijkerwijs hebben mogen begrijpen dat GAC haar werkzaamheden zou verrichten op basis van nacalculatie. Daarbij brengt een redelijke uitleg van de overeenkomst mee dat voor het verhelpen van issues die met betrekking tot de software rijzen, GAC voor daarmee verband houdende werkzaamheden kosten aan Medz in rekening mag brengen. Medz is gehouden om de gefactureerde bedragen voor de werkzaamheden te voldoen. Ten aanzien van het onderhoud, oordeelt de rechtbank dat Medz op basis van de ICT-overeenkomst is gehouden om ook het bedrag voor het derde jaar van het onderhoudscontract te voldoen.

IT 4542

Zorgplan kan ondanks onrechtmatige verkrijging als bewijsmiddel dienen

Rechtbank 1 nov 2023, IT 4542; ECLI:NL:RBMNE:2023:7659 (Eiseres tegen gedaagde), https://www.itenrecht.nl/artikelen/zorgplan-kan-ondanks-onrechtmatige-verkrijging-als-bewijsmiddel-dienen

Rb. Midden-Nederland 1 november 2023, IT 4542; ECLI:NL:RBMNE:2023:7659 (Eiseres tegen gedaagde). Eiseres heeft met onderbewindgestelde een zorgovereenkomst afgesloten omtrent de zorg en verpleging van onderbewindgestelde. Op 29 juni 2022 heeft gedaagde namens onderbewindgestelde een betalingsregeling afgesproken. Betalingen blijven echter achterwege. Eiseres vordert hoofdelijke veroordeling van onderbewindgestelde en gedaagde tot betaling. De bewindvoerder en gedaagde vorderen in reconventie bevel tot verwijdering van het zorgplan, zodat het geen deel uitmaakt van de processtukken. Ook vorderen zij vernietiging van het zorgplan. De kantonrechter oordeelt als volgt.