Gepubliceerd op dinsdag 31 mei 2011
IT 378
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Energieleverancier moet constitutief element koop op afstand kunnen bewijzen

Rechtbank Breda 25 mei 2011, LJN BQ6178 (sector kanton - De Nederlandse Energie Maatschappij B.V. tegen gedaagde)

De Nederlandse Energie Maatschappij (NEM) vordert gedaagde ter betaling van de kosten van levering van gas en elektriciteit. Zij heeft meerdere malen facturen gestuurd naar gedaagde maar deze weigert te betalen terwijl er volgens NEM wel een overeenkomst voor levering van gas en electriciteit tussen beide partijen is gesloten. Gedaagde betwist dat deze overeenkomst is gesloten. Heeft correspondentie van NEM niet ontvangen, nu hij op ander adres woont dan het door NEM gebruikte correspondentieadres. Heeft ook geen incassomachtiging van NEM getekend.

Rechtbank overweegt dat er geen overeenkomst tussen partijen is gesloten. Gedaagde ontkent bevestigingsbrief van NEM ontvangen te hebben. Nu NEM niet heeft bewezen dat brief door gedaagde is ontvangen, beschouwt de kantonrechter de brief als niet ontvangen. Hierdoor is niet voldaan aan constitutief element (art. 7:46c lid 1 BW) van consumentenkoop op afstand. Vordering NEM wordt afgewezen.

"3.4 De vraag die allereerst beantwoord moet worden is of er tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen betreffende de levering van energie op het adres [straatnaam en huisnummer] te Roosendaal. In verband hiermee wordt het volgende overwogen.
[gedaagde] heeft ontkend de bevestigingsbrief van NEM d.d. 31 december 2009 te hebben ontvangen. De kantonrechter constateert dat deze brief (productie 2 bij conclusie van repliek) is geadresseerd aan [gedaagde], [straatnaam en huisnummer] te Roosendaal. Nu de NEM niet heeft aangeboden de ontvangst door [gedaagde] te bewijzen, houdt de kantonrechter het er voor dat de ontvangst van een dergelijke brief door [gedaagde] niet heeft plaatsgevonden. NEM heeft derhalve niet (tijdig) die informatie verstrekt waartoe zij op grond van artikel 7:46c, lid 1 Burgerlijk Wetboek is gehouden. Aldus is niet voldaan aan een constitutief element voor de totstandkoming van een consumentenkoop op afstand als de onderhavige. Dit betekent dat de vordering van NEM zal worden afgewezen".

Lees de gehele uitspraak hier (link / pdf