Gepubliceerd op donderdag 4 december 2025
IT 5033
Rechtbank Amsterdam ||
20 aug 2025
Rechtbank Amsterdam 20 aug 2025, IT 5033; ECLI:NL:RBAMS:2025:6688 (Lightup tegen Carrier2), https://www.itenrecht.nl/artikelen/geen-recht-op-revenue-share-zonder-betaling-door-provider

Geen recht op revenue share zonder betaling door provider

Rb. Amsterdam 20 augustus 2025, IT 5033; ECLI:NL:RBAMS:2025:6688 (Lightup tegen Carrier2). Partijen hebben een interconnectieovereenkomst gesloten voor over en weer te leveren gespreksafgiftediensten. Per e-mail hebben zij aparte afspraken gemaakt die zien op revenue sharing ten aanzien van nummerhostingsdiensten die Carrier2 daarnaast aan Lightup leverde. Volgens Lightup heeft zij recht op een deel van de vergoeding voor inkomende gesprekken op de nummers die zij via Carrier2 afneemt. Carrier2 stelt dat uitbetaling pas plaatsvindt nadat zij zelf van haar providers is betaald. Omdat dat nog niet is gebeurd, is er volgens haar nog geen verplichting tot betaling aan Lightup. 

De rechtbank past het Haviltex-criterium toe bij de uitleg van de overeenkomst, die is vastgelegd in een e-mailwisseling. In de gebruikte formuleringen wordt gesproken over het delen van “the FTR/MTR that gets paid”, wat volgens de rechtbank impliceert dat eerst daadwerkelijke betaling aan Carrier2 moet hebben plaatsgevonden. Zonder ontvangen inkomsten, bestaat er geen verplichting tot het delen daarvan. Lightup heeft onvoldoende onderbouwd dat Carrier2 inmiddels betaald is door haar providers. De rechtbank wijst daarom alle vorderingen van Lightup af. Lightup wordt veroordeeld in de proceskosten.  

4.9 De overeenkomst die ziet op het al dan niet verschuldigd zijn van een revenue share, is per e-mail tot stand gekomen. Die e-mailcorrespondentie zal daarom conform de Haviltex-maatstaf uitgelegd moeten worden. In de letterlijke tekst van de e-mailwisseling tussen partijen is te lezen dat zij het beiden hebben over het delen van “the FTR/MTR that gets paid”, in de Nederlandse vertaling “de FTR/MTR die wordt betaald”. Naar het oordeel van de rechtbank houdt dat in dat die tarieven aan Carrier2 moeten zijn betaald voordat aan uitkering van een “revenue share” wordt toegekomen. Dat Carrier2 dit zou moeten voorfinancieren aan Lightup ligt niet voor de hand en daartoe heeft Lightup ook onvoldoende gesteld. Dit sluit bovendien aan bij wat gebruikelijk is bij revenue sharing, namelijk: het delen van inkomsten, hetgeen impliceert dat er inkomsten moeten zijn gegenereerd voordat die kunnen worden gedeeld. De afspraken tussen partijen moeten dus zo worden uitgelegd dat zolang er geen inkomsten zijn aan de zijde van Carrier2, er ook geen verplichting is tot ‘sharing’ daarvan. Carrier2 heeft aangevoerd dat zij nog niet betaald heeft gekregen van haar provider(s), hetgeen niet door Lightup is weerlegd.