20 nov 2025
Kopieer citeerwijze ||
Telekom Deutschland GmbH tegen Bundesrepublik Deutschland
HvJEU verduidelijkt onderzoek bij verplichting tot civieltechnische voorzieningen
HvJ EU 20 november 2025, IT 5039; ECLI:EU:C:2025:901 (Telekom Deutschland GmbH tegen Bundesrepublik Deutschland). Het Hof van Justitie beantwoordt prejudiciële vragen gesteld in een geding tussen Telekom Deutschland en de Bondsrepubliek Duitsland over een verplichting om het verlenen van toegang tot civieltechnische voorzieningen de telecommunicatiesector. De Bundesnetzagentur (Duitse toezichthouder) had Telekom Deutschland als onderneming met aanmerkelijke marktmacht verplicht toegang te verlenen tot civieltechnische voorzieningen. Telekom Deutschland stelde dat deze verplichting onvoldoende was gemotiveerd en betwistte de rechtmatigheid bij de bestuursrechter. De verwijzende rechter verzoekt het Hof om verduidelijking van de aard van het onderzoek dat de nationale regelgevende instanties moeten verrichten wanneer zij overwegen een onderneming die als onderneming met aanmerkelijke marktmacht op een specifieke markt is aangewezen, een verplichting tot toegang op te leggen tot civieltechnische voorzieningen die volgens de marktanalyse geen deel uitmaken van de betrokken markt.
Het Hof oordeelt dat artikel 72 van richtlijn 2018/1972 zo moet worden uitgelegd dat, wanneer een nationale regelgevende instantie beoordeelt of een onderneming die is aangewezen als onderneming met aanmerkelijke macht op een specifieke markt moet worden verplicht om toegang te verlenen tot civieltechnische voorzieningen, ongeacht of die voorzieningen in overeenstemming met de marktanalyse deel uitmaken van de betrokken markt, zij moet onderzoeken of het niet-opleggen van die verplichting de ontwikkeling van een door duurzame concurrentie gekenmerkte markt zou belemmeren en niet in het belang van de eindgebruiker zou zijn. Bovendien moet die instantie zich er ook van vergewissen dat die verplichting is gebaseerd op de aard van het in de marktanalyse geconstateerde probleem en dat zij evenredig en noodzakelijk is in het licht van alle doelstellingen die, zonder volgorde van prioriteit, in artikel 3 van die richtlijn zijn genoemd.
50 (...) Het Hof (Eerste kamer) verklaart voor recht:
Artikel 72 van richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie
moet aldus worden uitgelegd dat,
wanneer een nationale regelgevende instantie beoordeelt of een onderneming die is aangewezen als onderneming met aanmerkelijke macht op een specifieke markt moet worden verplicht om toegang te verlenen tot civieltechnische voorzieningen, ongeacht of die voorzieningen in overeenstemming met de marktanalyse deel uitmaken van de betrokken markt, zij moet onderzoeken of het niet-opleggen van die verplichting de ontwikkeling van een door duurzame concurrentie gekenmerkte markt zou belemmeren en niet in het belang van de eindgebruiker zou zijn. Bovendien moet die instantie zich er ook van vergewissen dat die verplichting is gebaseerd op de aard van het in de marktanalyse geconstateerde probleem en dat zij evenredig en noodzakelijk is in het licht van alle doelstellingen die, zonder volgorde van prioriteit, in artikel 3 van die richtlijn zijn genoemd.