Gepubliceerd op donderdag 11 december 2025
IT 5040
Rechtbank Noord-Holland ||
20 nov 2025
Rechtbank Noord-Holland 20 nov 2025, IT 5040; ECLI:NL:RBNHO:2025:13490 ([eisers] tegen [gedaagde]), https://www.itenrecht.nl/artikelen/inbreuk-op-privacy-door-cameragebruik-gerechtvaardigd-door-ernstig-overlast

Inbreuk op privacy door cameragebruik gerechtvaardigd door ernstig overlast

Rb. Noord-Holland 20 november 2025, IT 5040; ECLI:NL:RBNHO:2025:13490 ([eisers] tegen [gedaagde]). Partijen zijn buren van elkaar. [gedaagde] heeft camera’s aan zijn woning gehangen. Deze camera’s filmen naast de eigendommen van [gedaagde] ook een gedeelte van de openbare weg en het perceel van [eisers]. Volgens hen maken de camera’s van [gedaagde] daarom inbreuk op de privacy van [eisers]. Zij vorderen daarom dat [gedaagde] de camera’s verwijderd, dan wel vastzet of verplaatst, zodat deze de eigendommen van [eisers] niet meer (kunnen) filmen. Volgens [gedaagde] rechtvaardigt het gedrag van [eisers] de aanwezigheid van de camera’s. Sinds het conflict met de aannemer van [gedaagde] in april 2025, veroorzaken [eisers] namelijk ernstige overlast. Die overlast is dusdanig van aard dat volgens [gedaagde] sprake zou zijn van “terreur”. Vanwege de overlast van [eisers] vordert [gedaagde] in reconventie dat [eisers] een drietal verboden worden opgelegd. Ook vordert [gedaagde] in reconventie betaling door [eisers] van materiële en immateriële schadevergoeding. 

De voorzieningenrechter wijst de vordering van [eisers] tot verwijderingen van de camera’s af. De gedragingen van [eisers] waarbij eigendommen van [gedaagde] meermaals werden bevuild, besmeurd, bekogeld en tot slot zelfs vernield zijn dermate ernstig dat dit rechtvaardigt dat [gedaagde] ter beveiliging van zijn eigendommen camera’s heeft geplaatst. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van [gedaagde] in reconventie toe, in die zin dat hij de gevraagde verboden oplegt en [eisers] veroordeelt tot betaling van materiële en immateriële schadevergoeding aan [gedaagde]. De voorzieningenrechter ziet wel aanleiding de gevorderde bedragen te matigen. 

4.4 De cameras’s zijn door [gedaagde] geplaatst ter bescherming tegen de hiervoor vermelde inbreuken op hun woongenot. Bij de beoordeling van het gebruik van de camera’s dient dit uitgangspunt te zijn. Weliswaar filmen de camera’s een deel van het perceel van [eisers], maar daar waar de beelden zicht geven op dat perceel zijn deze blijkens de overgelegde foto’s grotendeels voorzien van een zwart vlak, zodat de beelden slechts beperkt zicht geven op de eigendommen van [eisers] Dat spoort met het doel van de plaatsing van de camera’s: het verzamelen van bewijs aangaande de vervuiling van het eigen perceel van [gedaagde]. De voorzieningenrechter heeft geen reden om te twijfelen aan het nog steeds bestaan van de maskering. 

Daarbij komt dat (de voormalig advocaat van) [eisers] voorafgaand aan de onderhavige procedure in juni 2025 aan [gedaagde] heeft verzocht om twee van de (toen nog) zeven camera’s te verwijderen, omdat deze inbreuk zouden maken op de privacy van [eisers] Het ging om de camera achter het (zolder)raam die zicht zou geven op de slaapkamer op de tweede verdieping en de camera op de tweede verdieping van [gedaagde] die de hele uitbouw van [eisers] zou filmen. Over de overige camera’s schrijft de (voormalig) advocaat van [eisers]: “De andere 5 (!) camera’s lijken minder de privacy van omwonenden aan te tasten en kunnen vooralsnog blijven waar ze zijn.” [eisers] zijn dus kennelijk zelf ook van mening dat de overige camera’s slechts beperkt inbreuk maken op hun privacy.