Gepubliceerd op donderdag 10 december 2020
IT 3356
Overige instanties ||
9 dec 2020
Overige instanties 9 dec 2020, IT 3356; ECLI:NL:RVS:2020:2927 (College van B&W van Zundert tegen wederpartij), https://www.itenrecht.nl/artikelen/inzageverzoek-was-in-overeenstemming-met-avg

Inzageverzoek was in overeenstemming met AVG

RvS 9 december 2020, IT 3356; ECLI:NL:RVS:2020:2927 (College van B&W van Zundert tegen wederpartij) Hoger beroep. Bij besluit van 2 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zundert het verzoek van 'wederpartij' om inzage in zijn persoonsgegevens buiten behandeling gesteld. Wederpartij heeft bij brief van 30 juli 2017, door het college ontvangen op 5 november 2017, verzocht om inzage in de verwerking van zijn persoonsgegevens. Volgens wederpartij zijn zijn persoonsgegevens onder meer verwerkt voor eerder ingediende verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Hij heeft ook verzocht om, voor zover het college zijn persoonsgegevens heeft verwerkt door berichten te plaatsen op het forum van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de inhoud van deze berichten op te nemen in het overzicht.

Het achterhalen welke gemeenten persoonsgegevens van de verzoeker hebben geplaatst op het forum van de VNG sluit aan bij het doel van de AVG. Een inzageverzoek bij de VNG heeft geen zin omdat de gegevens verwijderd zijn. Wederpartij hoopt dat het college schermafbeeldingen heeft gemaakt van het forum of op een andere manier nog kan achterhalen wat op het forum was geplaatst. Indien het college onrechtmatig zijn persoonsgegevens heeft verwerkt, zal hij om een schadevergoeding verzoeken. Op grond van de AVG bestaat daartoe de mogelijkheid. Dat dit het achterliggende doel is van dit verzoek, en ook van de andere inzageverzoeken die hij heeft ingediend, maakt niet dat het doel van het verzoek niet meer in overeenstemming is met het doel van de AVG.

5.2.    De Afdeling ziet geen aanleiding om, in afwijking van de uitspraak van 21 augustus 2019, te oordelen dat [wederpartij] misbruik heeft gemaakt van de bevoegdheid om inzageverzoeken in te dienen. Het achterhalen welke gemeenten persoonsgegevens van de verzoeker hebben geplaatst op het forum van de VNG sluit aan bij het doel van de Wet bescherming persoonsgegevens en de daaropvolgende AVG. Zoals [wederpartij] ter zitting heeft toegelicht, heeft de VNG alles van hem van het forum verwijderd. Een inzageverzoek bij de VNG heeft daarom geen zin. Hij hoopt dat het college schermafbeeldingen heeft gemaakt van het forum of op een andere manier nog kan achterhalen wat op het forum was geplaatst. Indien het college onrechtmatig zijn persoonsgegevens heeft verwerkt, zal hij om een schadevergoeding verzoeken. Op grond van de AVG bestaat daartoe de mogelijkheid. Dat dit het achterliggende doel is van dit verzoek, en ook van de andere inzageverzoeken die hij heeft ingediend, maakt niet dat het doel van het verzoek niet meer in overeenstemming is met het doel van de AVG. Ook in hetgeen voor het overige is aangevoerd, ziet de Afdeling geen grond om tot een andere conclusie te komen. Het aangevoerde komt namelijk vrijwel overeen met wat in de zaak die heeft geleid tot de uitspraak van 21 augustus 2019 was aangevoerd. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het college zich niet kon beroepen op misbruik van recht en het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard.

6.3.    Het college heeft [wederpartij] verzocht om langs te komen op het gemeentehuis. Voor [wederpartij] betekent dit dat hij een behoorlijke afstand zou moeten reizen. Op de zitting heeft het college desgevraagd te kennen gegeven dat het opsturen van een gewaarmerkte of gelegaliseerde kopie van een paspoort ook voldoende zou worden gevonden om [wederpartij]s identiteit vast te stellen. Van [wederpartij] mocht worden verwacht dat hij, indien hij het bezwaarlijk vond langs te komen op het gemeentehuis, zelf bij het college aankaartte dat hij van een dergelijk alternatief gebruik zou willen maken. [wederpartij] heeft veel informatieverzoeken ingediend bij gemeenten door het hele land en heeft daarbij verschillende keren problemen ervaren met de vaststelling van zijn identiteit. Andere gemeenten hebben de mogelijkheid geboden om een gewaarmerkte of geautoriseerde kopie van zijn paspoort over te leggen, juist omdat het voor hem ver reizen kon zijn naar het gemeentehuis. [wederpartij] was met het bestaan van een door andere gemeenten aanvaard alternatief dus bekend. [wederpartij] beschikte bovendien over een op 8 januari 2018 gewaarmerkte kopie van zijn paspoort.

Omdat het college de kopie van het paspoort onvoldoende kon achten om [wederpartij]s identiteit vast te stellen, [wederpartij] niet is langsgekomen op het gemeentehuis om zich te identificeren, en ook geen andere stukken heeft overgelegd waarmee het college zijn identiteit kon vaststellen, zoals een gewaarmerkte kopie van zijn paspoort, heeft het college zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het onvoldoende gegevens had om het verzoek in behandeling te nemen. Het had het bezwaar daarom ongegrond moeten verklaren. De rechtbank heeft ten onrechte anders geoordeeld.