Gepubliceerd op dinsdag 20 oktober 2020
IT 3279
Rechtbank ||
8 okt 2020
Rechtbank 8 okt 2020, IT 3279; ECLI:NL:RBMNE:2020:4348 (Eiser tegen Microsoft), https://www.itenrecht.nl/artikelen/microsoft-mag-toegang-tot-onedrive-account-weigeren

Microsoft mag toegang tot OneDrive-account weigeren

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 8 oktober 2020, IT 3279; ECLI:NL:RBMNE:2020:4348 (Eiser tegen Microsoft) Kort geding. Serviceovereenkomst. Microsoft biedt de opslagdienst OneDrive aan. Met OneDrive kan automatisch of handmatig een back-up worden gemaakt van bestanden van gebruikers. Begin april 2020 krijgt eiser geen toegang meer tot zijn OneDrive-account, vanwege een ‘ernstige schending’ van de servicevoorwaarden. Op het OneDrive-account van eiser is een foto opgeslagen waarop twee blote kinderen staan afgebeeld in een pose die suggereert dat ze geslachtsgemeenschap hebben. Eiser vordert Microsoft te veroordelen hem weer toegang te verlenen tot zijn OneDrive-account en Microsoft te verbieden de bestanden van eiser te verwijderen. Volgens eiser is deze foto, die hij in een groepsapp toegezonden heeft gekregen, grappig bedoeld.

Ook indien slechts de suggestie wordt gewekt dat de afgebeelde kinderen seksueel contact hebben, kan de foto gekwalificeerd worden als kinderpornografie. De afbeelding levert derhalve een schending op van de gedragscode van de servicevoorwaarden. Het beding is niet onredelijk bezwarend en de door Microsoft genomen maatregel wordt niet disproportioneel geacht. Eiser meent verder recht op toegang tot zijn bestanden te hebben op grond van de AVG. De bestanden hebben evenwel betrekking op hem persoonlijk, maar zijn zelf nog geen persoonsgegevens. De vorderingen die zien op het verstrekken van toegang tot de bestanden worden afgewezen. De vordering tot het verbieden van het verwijderen van de bestanden wordt wel toegewezen.

4.8. De voorzieningenrechter overweegt daarover het volgende. Ook indien slechts de suggestie gewekt wordt dat de afgebeelde kinderen seksueel contact hebben, behelst de foto een visuele weergave van kinderen die deelnemen aan echte of gesimuleerde expliciete seksuele handelingen. Het gaat derhalve om kinderpornografie in de zin van Richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie, en ter vervanging van Kaderbesluit 2004/68/JBZ van de Raad. Op grond van de richtlijn dienen de lidstaten de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat onder meer kinderpornografie strafbaar werd gesteld. De voorzieningenrechter acht ook veelzeggend over het karakter van de foto de eigen opmerking van [eiser] dat deze foto vaak wordt gedeeld in appgroepen van ‘de jongens van de voetbal’ of ‘de vrienden van vroeger’.

Op dit moment kan niet anders geoordeeld worden dan dat deze afbeelding door zijn inhoud in ieder geval een schending oplevert van de gedragscode, meer in het bijzonder van de artikelen 3a sub i, ii en sub iv (onwettige handelingen, het verrichten van activiteiten die kinderen uitbuiten, schade toebrengen of dreigen schade toe te brengen en het weergeven of delen van ongepaste inhoud (waaronder porno).

4.11. Op grond van het bovenstaande is het aannemelijk dat een rechter, oordelend in een bodemprocedure, tot de conclusie zal komen dat [eiser] de gedragscode van de servicevoorwaarden heeft geschonden door deze foto in de cloud opgeslagen te hebben. De vraag is vervolgens wat daarvan de consequentie had mogen zijn.

4.23. Vooralsnog moet er derhalve van uitgegaan worden dat Microsoft gerechtigd was en is het account van [eiser] te blokkeren, zodat laatstgenoemde geen toegang meer heeft tot de gegevens die hij heeft laten opslaan. De voorzieningenrechter zal de vorderingen van [eiser] die zien op het toegang verstrekken tot (een deel van) zijn bestanden en daarmee op het deblokkeren van zijn account afwijzen.

4.24. De vordering voor zover deze ziet op het verbieden van het verwijderen van de bestanden is een ander lot beschoren. In deze procedure gaat het om een voorlopig oordeel. Er wordt vooruitgelopen op een beslissing in een bodemprocedure zonder dat aan een uitgebreid partijdebat wordt toegekomen waarin één of beide partijen in de gelegenheid is zijn stellingen te bewijzen, of daarvan tegenbewijs te leveren. Daarin ziet de voorzieningenrechter in dit geval, gelet op het belang van [eiser] , aanleiding om Microsoft een verbod op te leggen de bestanden van [eiser] waar het in deze procedure over gaat definitief te verwijderen. Aldus wordt voorkomen dat een onomkeerbare situatie ontstaat voordat een rechter, oordelend in een bodemprocedure, zich heeft uitgesproken over deze voor partijen principiële kwestie. Onbesproken kan dan dus verder blijven de toelaatbaarheid van de verwijdering van de door [eiser] opgeslagen gegevens van als reactie op de schending van de gedragscode.