Gepubliceerd op dinsdag 31 augustus 2021
IT 3639
Gerechtshof Den Haag ||
30 aug 2021
Gerechtshof Den Haag 30 aug 2021, IT 3639; ECLI:NL:GHDHA:2021:1575 (Air Products tegen verweerder ), https://www.itenrecht.nl/artikelen/onterecht-ontslag-na-racistische-afbeeldingen-in-appgroep

Onterecht ontslag na racistische afbeeldingen in appgroep

Gerechtshof Den Haag 30 augustus 2021, IEF 20162, IT 3639; ECLI:NL:GHDHA:2021:1575 (Air Products tegen verweerder) Verweerder is een medewerker van Air Products BV. In een appgroep waar onder andere collega's en ex-collega's van verweerder in zitten, heeft hij racistische afbeeldingen gestuurd. Na confrontatie hierover is verweerder op non-actief gesteld en later op staande voet ontslagen. Dit ontslag is door de kantonrechter vernietigd. Air Products is tegen deze beslissing in beroep gegaan. Het hof oordeelt dat de rechtbank terecht heeft gezegd dat het geen zakelijke appgroep betreft. Verweerder wordt daarentegen wel geacht bewust te zijn van de invloed die de discriminerende afbeeldingen hadden op de werkvloer. Het hof kijkt uiteindelijk naar de afweging die Air Products had moeten maken. Alles bij elkaar is het hof het eens met de kantonrechter. Air Products had in de gegeven omstandigheden eerst een minder vergaand middel moeten inzetten dan het geven van een ontslag op staande voet aan verweerder. 

4.12 Alles afwegende is het hof, met de kantonrechter, van oordeel dat Air Products in de gegeven omstandigheden eerst een minder vergaand middel had moeten inzetten dan het geven van een ontslag op staande voet aan [verweerder] . Daarbij weegt het hof zwaar mee dat [verweerder] al ruim 20 jaar in dienst was zonder dat er ooit iets door Air Products op zijn gedrag was aangemerkt, en dat afgezien van de reactie van [betrokkene 4] in de appgroep op 15 juni 2020 niet is komen vast te staan dat [verweerder] voor zijn ontslag op staande voet door Air Products of door collega’s ooit rechtstreeks is aangesproken op zijn gedrag. Het hof sluit zich aan bij het oordeel van de kantonrechter dat het verstrekken van een officiële (indringende) waarschuwing en het organiseren van een sessie met de betrokken appgroep-deelnemers om het gedrag te stoppen en de onderlinge verhoudingen te normaliseren hier meer geïndiceerd was geweest. Het – eerst bij de mondelinge behandeling in hoger beroep aangevoerde – argument van Air Products dat [verweerder] gelet op zijn langdurige werkervaring een voorbeeldfunctie vervulde, brengt het hof niet tot een ander oordeel en behoeft daarom geen verdere bespreking. Grief 3 wordt daarmee verworpen.