Gepubliceerd op dinsdag 25 november 2014
IT 1639
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Prejudiciële vragen over dynamieke IP-adressen als persoonsgegeven

Met samenvatting van Bartosz Sujecki, Bavelaar & Bavelaar. Uit het persbericht: BGH stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie over de uitleg van de EU-privacyrichtlijn. In deze procedure gaat het om het opslaan van dynamieke IP-adressen. Daarbij gaat het om IP-adressen die bij een bezoek van een website door de website zelf worden opgeslagen. In deze procedure worden de IP-adressen op websites van de Duitse overheid opgeslagen. Met zijn prejudiciële vragen wil de BGH weten, of IP-adressen als persoonsgebonden gegevens moeten worden beschouwd.

Het BGH heeft twijfels of dit het geval is, omdat hiermee geen rechtstreekse identificatie van een persoon mogelijk is en bovendien de ISP geen informatie omtrent de indentiteit van de gebruiker aan de bevoegde instanties mocht verstrekken. Indien het Hof van oordeel is dat het bij IP-adressen om persoonsgebonden gegevens gaat, wil de BGH van het Hof weten of het op grond van de EU-privacyrichtlijn mogelijk is om een bepaling in de nationale wetgeving op te nemen, waarmee het opslaan van een IP-adres mogelijk is, indien dit noodzakelijk is voor het gebruik van de website. In dit geval mag het opslaan niet langer duren dan het bezoek van de website.