Gepubliceerd op dinsdag 14 augustus 2012
IT 844
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Proefabonnement schriftelijk bevestigen anders jaarabonnement

Kantonrechter Rechtbank Haarlem 8 augustus 2012, LJN BX4531 (Ad Hoc Data tegen LvdL bouwonderneming)

Akkoordverklaring met proefabonnement over de telefoon. Om te voorkomen dat het abonnement na afloop van de proefperiode wordt omgezet in een definitief abonnement met de zakelijke klant actie ondernemen. Dat is niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid.

Ad Hoc verpakt het proefabonnement onder de term “overeenkomst met ontbindende voorwaarde”, echter Van der Lubbe is van oordeel dat er op zijn hoogst slechts sprake is van een overeenkomst om een proefabonnement te nemen van 3 weken en dat er pas een overeenkomst tot het sluiten van een jaarabonnement tot stand komt als Van der Lubbe expliciet aangeeft dat zij een jaarabonnement wil.

Deze vorm van het tot stand komen van een overeenkomst acht Van der Lubbe in strijd met het recht en met de redelijkheid en billijkheid, nu van haar verwacht wordt dat zij actie onderneemt omdat zij anders aan een overeenkomst vast zou zitten, terwijl het juist zou moeten zijn dat Van der Lubbe actie moet ondernemen als zij een jaarabonnement wil.
Het moet vereist worden gesteld dat bij een akkoord de schriftelijke opdrachtbevestiging ondertekend wordt teruggezonden.

 

4. De volgende vraag die moet worden beantwoord is of het ontstaan van een jaarabonnement afhankelijk mocht worden gesteld van de van Van der Lubbe verlangde actie om te laten weten dat zij geen jaarabonnement wil. De kantonrechter beantwoordt die vraag bevestigend en overweegt daartoe het volgende.

5. Gelet op het bepaalde bij artikel 6:248 BW moet sprake zijn van naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaarheid om te kunnen oordelen dat de door Ad Hoc gevolgde werkwijze niet door de beugel kan. Daarvan is naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake. Ad Hoc heeft voldaan aan de eis dat aan Van der Lubbe duidelijk moest worden gemaakt welke actie van haar werd verwacht. Dat is in het telefoongesprek al duidelijk gemaakt, waarop Van der Lubbe heeft geantwoord dat zij dit prima vond en het zou melden als zij geen jaarabonnement wenste. Voorts heeft Ad Hoc die duidelijkheid nogmaals verschaft in het e-mail bericht van 18 juli 2012. Mede gelet op het feit dat van der Lubbe niet als consument maar als professionele deelnemer aan het handelsverkeer moet worden beschouwd, is deze gang van zaken toelaatbaar.