Gepubliceerd op dinsdag 16 november 2010
IT 155
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Recht van verzet en de bewoners van dit pand

Rechtbank Amsterdam 5 augustus 2010, 455882 / HA RK 10-319 (LJN: BO3254). Verzoeker verzoekt verwijdering van zijn gegevens uit alle bestanden van de Nationale Postcode Loterij (NPL), zowel de gegevens aangaande zijn woonadres als zijn werkadres. Verzoek wordt gedeeltelijk toegewezen. De rechtbank oordeelt dat na het uitoefenen van het recht van verzet ook geen post meer mag worden gericht aan "de bewoners" van het betreffende adres.

A is opgenomen in het postweigeraarsbestand van NPL. Toch heeft hij nog post van NPL ontvangen, namelijk post die is gericht aan "de bewoners van" het woonadres van A. A stelt dat het postweigeraarsbestand kennelijk niet werkt en vordert verwijdering van zijn gegevens uit het bestand. Tegelijkertijd vordert hij dat NPL niet langer post aan hem stuurt. Dat is tegenstrijdig volgens de rechtbank:

"5.8. De rechtbank is verder van oordeel dat het verzoek van [A] om zowel uit het postweigeraarsbestand als uit de adressenbestanden voor het versturen van direct marketing te worden verwijderd, innerlijk tegenstrijdig is. Het is het één of het ander: of [A] wordt verwijderd uit het postweigeraarsbestand en zijn gegevens kunnen dan in de toekomst niet uit de door NPL aangekochte bestanden worden gefilterd, of [A] wordt als postweigeraar geregistreerd en NPL mag zijn gegevens, gelet op het door hem ingeroepen verzet, niet gebruiken voor de verzending van direct marketing."

De vordering om te worden verwijderd uit het postweigeraarsbestand wordt afgewezen:

"5.6. Het verzoek van [A] om verwijdering van zijn gegevens, zowel van zijn privé- als zijn werkadres, uit het postweigeraarsbestand van NPL zal worden afgewezen. Hiertoe overweegt de rechtbank als volgt. Het recht van verzet ex artikel 41 Wbp betreft een absoluut recht. Dit recht, en daarmee het verbod op gegevensverstrekking indien het recht van verzet wordt ingeroepen, ziet echter alleen op de verwerking van gegevens voor commerciële of charitatieve doeleinden. NPL heeft gemotiveerd aangegeven dat het enkele doel van dit bestand is dat wordt voorkomen dat direct mail worden gestuurd aan personen die hun recht van verzet hebben ingeroepen. De stelling van [A] dat het postweigeraarsbestand van NPL een commercieel doel dient is, gelet op de betwisting door NPL, onvoldoende onderbouwd. Het bestand dient geen commercieel of charitatief doel en is het aangewezen middel voor NPL om te kunnen voldoen aan het bepaalde in artikel 41 Wbp. De door NPL gehanteerde methode is in overeenstemming met de Memorie van Toelichting en de informatie van het College Bescherming Persoonsgegevens."

A vordert verwijdering van de persoonsgegevens en aanschrijvingen betreffende zijn werkadres en woonadres die op naam zijn gesteld. Omdat hij op beide adressen na opname in het postweigeraarsbestand geen op naam gestelde post meer heeft ontvangen van NPL, wordt de vordering afgewezen.

De rechter laat A echter niet geheel in de kou staan. A wordt gelijkgesteld met de bewoners van zijn adres:

"5.12. De rechtbank is van oordeel dat NPL wel de correspondentie die is gericht aan “de bewoner(s) van” het woonadres van [A] dient te staken. [A] heeft aangegeven dat hij op zijn woonadres geen post wenst te ontvangen van NPL en zijn recht van verzet ingeroepen. Hieronder valt ook post die niet op zijn naam is gesteld, waarvan niet uit de adressering kan worden afgeleid dat deze post niet voor hem bedoeld is maar voor een ander. [A] valt immers ook onder “de bewoner(s) van” dat adres. Als het mogelijk blijft voor NPL om aldus post aan [A] te sturen, al is deze post volgens NPL niet voor hem bedoeld en ook niet in naam aan hem geadresseerd, dan zou de wet haar doelstelling in dit geval niet bereiken.

5.13. Het door NPL aan het einde van de mondelinge behandeling naar voren gebrachte, nieuwe procedé waardoor wordt voorkomen dat personen die zich als postweigeraar hebben laten registreren post ontvangen die is gericht aan “de bewoner(s) van”, maakt het oordeel van de rechtbank niet anders. Het procedé wordt pas recentelijk toegepast en het is nog te vroeg om vast te kunnen stellen of het systeem werkt. Thans kan niet redelijkerwijs al worden aangenomen dat [A] geen belang heeft bij dit gedeelte van het verzoek. Derhalve zal, ondanks deze nieuwe maatregel, het gedeelte van het verzoek van [A] dat ziet op de ontvangst van aanschrijvingen gericht aan “de bewoner(s) van” zijn woonadres, gelegen aan de -- te --, worden toegewezen. NPL zal worden bevolen deze aanschrijvingen te staken en gestaakt houden."

Lees de uitspraak hier.