21 nov 2025
Rechtbank houdt beoordeling van AVG-vorderingen aan in afwachting van verificatie identiteit eiser
Rb. Rotterdam 21 november 2025, IT 5042; ECLI:NL:RBROT:2025:13631 ([eiser] tegen Jingdong). [eiser] heeft Jingdong gedagvaard omdat Jingdong volgens hem in strijd heeft gehandeld met artikel 12 en artikel 15 AVG. [eiser] vordert in deze procedure een verklaring voor recht dat Jingdong in strijd met deze artikelen handelt, dat Jingdong volledige inzage in de persoonsgegevens van eiser geeft op straffe van een dwangsom. Jingdong heeft een incident opgeworpen en stelt dat [eiser] niet-ontvankelijk is in zijn vordering, omdat [eiser] geen bestaande natuurlijke persoon zou zijn. Jingdong suggereert dat de gemachtigde van [eiser] de werkelijke eiser is.
De kantonrechter kan op basis van de stukken van partijen niet vaststellen of [eiser] echt bestaat. Uit praktische overwegingen wil de kantonrechter dit onderwerp met de partijen bespreken op een zitting. Daarbij kan dan – mede aan de hand van het legitimatiebewijs dat [eiser] sowieso bij zich zal moeten hebben – worden vastgesteld of eiser [eiser] inderdaad bestaat. De vorderingen van [eiser] zullen op deze zitting nog niet inhoudelijk worden behandeld; daarom wordt voor deze zitting maximaal 30 minuten gereserveerd. Iedere andere beslissing wordt aangehouden.
3 De beslissing
De kantonrechter:
3.1. bepaalt dat de partijen uiterlijk op woensdag 3 december 2025 moeten laten weten op welke ochtenden/middagen in de maanden december 2025, januari 2026 en februari 2026 zij niet naar een zitting kunnen komen en hun e-mailadres moeten opgeven;
3.2. houdt iedere verdere beslissing aan.