Gepubliceerd op vrijdag 13 september 2019
IT 2860
Stichting Geschillenoplossing automatisering ||
20 aug 2018
Stichting Geschillenoplossing automatisering 20 aug 2018, IT 2860; (Afnemer tegen leverancier), https://www.itenrecht.nl/artikelen/sgoa-geen-ontbinding-door-ontbreken-verzuim

SGOA: geen ontbinding door ontbreken verzuim

SGOA augustus 2018, IT&R 2860 (Afnemer tegen leverancier) Contracten. Afnemer is een instelling die professionele hulp biedt aan mensen met ernstige psychiatrische problemen. Leverancier is een IT- leverancier die actief is in de zorg en onder meer leverancier is van een software systeem (“[NAAM WEBSERVICE]”), een webservice die bestaat uit een zorginformatiesysteem en EPD-functionaliteit. Partijen hebben een overeenkomst gesloten met betrekking tot een project. De overeenkomst ziet op het verlenen van een gebruiksrecht op [NAAM WEBSERVICE] en anderzijds op het doorontwikkelen van [NAAM WEBSERVICE] in de vorm van onder andere generiek te maken meerwerk, het ontwikkelen van conversieprogrammatuur en diverse koppelingen met andere systemen. De overeenkomst bestaat uit een lijst documenten. Partijen hebben de startdatum en facturatie vastgelegd in het document Extra Bepalingen. Leverancier geeft na enige tijd aan dat de voortgang niet conform planning verloopt, maar dat zij alles in werk gaat stellen om ervoor te zorgen dat afnemer op de afgesproken datum van start kan gaan. Leverancier blijft aangeven dat zij niet op tijd zal leveren, mede veroorzaakt door gevraagd meerwerk door afnemer en komt met een herziening van de planning. Afnemer accepteert de herziening niet en meldt dat er te veel uitstel is geweest. Afnemer vordert ontbinding van de overeenkomst op grond van dwaling en stelt dat leverancier toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst door het voortdurend niet halen van de afgesproken termijnen en het niet juist implementeren van [NAAM WEBSERVICE] met de overeengekomen functionaliteiten. De vordering wordt afgewezen doordat verzuim ontbreekt aan de kant van de leverancier.

4.24 [AFNEMER] stelt zich op het standpunt dat zij [LEVERANCIER] bij brief van 18 november 2017 (productie 50a [AFNEMER]) in gebreke heeft gesteld. De brief bevat in onderdeel 3 een vrij gedetailleerde opsomming van de tekortkomingen die aan [LEVERANCIER] worden verweten. Ook beschrijft de brief waarom het eerder door [LEVERANCIER] gedane voorstel om op 4 december alsnog te implementeren geen reëel voorstel is, en waarom [AFNEMER] dit voorstel afwijst. Vervolgens stelt [AFNEMER] weliswaar een termijn, maar niet voor zuivering van de tekortkoming, zoals art. 10 lid 2 Licentieovereenkomst uitdrukkelijk vereist. Zij verzoekt [LEVERANCIER] slechts binnen twee weken aan te geven of [LEVERANCIER] nog volledig gaat nakomen, op welke termijn, en tegen welke kosten. Aldus voldoet de brief naar het oordeel van het scheidsgerecht niet aan de eisen die de Licentieovereenkomst – en, overigens, de wet – aan ingebrekestelling stelt. Aldus is [LEVERANCIER] naar het oordeel van het scheidsgerecht niet in verzuim geraakt.

Conclusie: geen ontbinding
4.26 Nu [LEVERANCIER] niet in verzuim is geraakt en ook overigens geen bevoegdheid tot ontbinding is ontstaan, hoeft voor de vraag of ontbinding mogelijk is niet onderzocht te worden of [LEVERANCIER] toerekenbaar tekort is geschoten. Ten overvloede overweegt het scheidsgerecht dat het feitenrelaas en hetgeen partijen over de gang van zaken in het project hebben uiteengezet de conclusie rechtvaardigt dat [LEVERANCIER] niet op ieder moment de zorg heeft betracht die [AFNEMER] van een zorgvuldig handelend ICT leverancier mocht verwachten. Tegelijkertijd is gebleken dat het niet halen van de beoogde datum voor live-gang ook deels toerekenbaar is aan [AFNEMER] vanwege het voortschrijdend inzicht dat tot extra werk en vertraging leidde. Hoe dan ook was [AFNEMER] nog niet bevoegd tot ontbinding op het moment dat de ontbinding is gevraagd vanwege het ontbreken van een adequate ingebrekestelling. Het scheidsgerecht komt dan ook tot de slotsom dat de vordering van [AFNEMER] tot ontbinding van de Overeenkomst moet worden afgewezen.