Gepubliceerd op dinsdag 24 juni 2025
IT 4892
Gerechtshof Amsterdam ||
18 jun 2025
Gerechtshof Amsterdam 18 jun 2025, IT 4892; ECLI:NL:GHAMS:2025:1479 ([X] tegen de inspecteur van de belastingdienst), https://www.itenrecht.nl/artikelen/systematische-cryptohandel-met-trading-bot-levert-resultaat-uit-overige-werkzaamheden-op

Systematische cryptohandel met trading bot levert resultaat uit overige werkzaamheden op

Hof Amsterdam 18 Maart 2025, IT 4892; ECLI:NL:GHAMS:2025:1479 ([X] tegen de inspecteur van de Belastingdienst). Belanghebbende ontwikkelde en gebruikte vanaf 2018 een geautomatiseerde 'trading bot' voor de handel in cryptovaluta, waarmee in dat jaar 6.386 transacties werden uitgevoerd en in latere jaren cumulatief ruim 276.000. De inspecteur merkte de uit deze handel behaalde winst over 2018 aan als resultaat uit overige werkzaamheden en legde dienovereenkomstig een aanslag op. Belanghebbende betwistte dat sprake was van een bron van inkomen en stelde dat de handel speculatief was en thuishoorde in box 3. De rechtbank oordeelde dat met de handelsactiviteiten een objectief verwachtbaar voordeel werd nagestreefd, mede gezien het structurele positieve resultaat over meerdere jaren. In hoger beroep bevestigt het Hof dat de handel met behulp van de trading bot gericht was op het benutten van marktimperfecties en daarmee niet louter speculatief is. Hoewel de transacties niet risicoloos zijn en geen zuivere arbitrage vormen, is het resultaat door de systematische aanpak en het hoge succespercentage objectief voorzienbaar. De aanwezigheid van honderden verschillende cryptovaluta in voorraad doet volgens het Hof niet af aan de bronkarakteristiek, zolang het koersresultaat op deze voorraden buiten beschouwing blijft bij de bronvraag. Het koersresultaat telt wél mee bij het vaststellen van het uiteindelijke resultaat uit de bron. Het Hof oordeelt dat de inspecteur terecht het gehele handels- en koersresultaat had betrokken bij het inkomen uit werk en woning (box 1). De uitspraak van de rechtbank is bevestigd en het hoger beroep van belanghebbende is ongegrond verklaard.

5.4. De handel met de door belanghebbende ontwikkelde en onderhouden trading bot maakt het echter mogelijk zeer veel transacties uit te voeren, met een zeer korte tijd tussen de initiële transactie en de tegengestelde transactie, hetgeen tot gevolg heeft dat de kans dat het totaal van de uitgevoerde combinatie van transacties een voordeel oplevert veel groter is dan de kans dat dit niet het geval is. Dit vindt bevestiging in de omstandigheid dat in ieder jaar steeds met circa driekwart van de uitgevoerde combinaties van transacties een positief resultaat is bereikt, hetgeen ertoe heeft geleid dat met het geheel van de handelstransacties in ieder jaar een positief resultaat is behaald. Naar het oordeel van het Hof was het voordeel dat is behaald met de door middel van de trading bot uitgevoerde handelstransacties dan ook – hoewel geen zuivere arbitrage en hoewel niet geheel risicoloos – objectief gezien redelijkerwijs voorzienbaar.

5.5. Voor het kunnen uitvoeren van de handelstransacties is het noodzakelijk dat belanghebbende een voorraad fiat (= traditionele) en cryptovaluta aanhoudt. Aan het aanhouden van die voorraad zijn, zoals belanghebbende ter zitting heeft verklaard, geen kosten verbonden. Bij de vraag of in dezen sprake is van een objectief gezien redelijkerwijs voorzienbaar voordeel – en dus van een bron van inkomen – moet het (mogelijk) koersresultaat op die voorraad buiten beschouwing blijven. Dat resultaat was (en is) immers – zoals ook belanghebbende aanvoert – onvoorzienbaar en door belanghebbende op geen enkele wijze te beïnvloeden. Wel dient (ook) het koersresultaat in aanmerking te worden genomen bij de vaststelling van het behaalde resultaat.